Opmerkelijk nieuws in de De Twentsche Courant Tubantia van vandaag. De dochters van de overleden komiek Harm Achteresch (bekend als ‘Harm oet Riessen’) vonden in het huis van hun vader de kop van Belcampo, die het dorp Rijssen voor de letteren ontsloot door er zijn apocalytische verhaal ‘Het grote gebeuren’ te laten afspelen. Dat werd niet door iedereen in het dorp gewaardeerd.

Op initiatief van Achteresch maakte kunstenares Gerda van der Linde een buste (volgens de krant, maar de bijgaande foto toont slechts een kop). De plaatselijke bibliotheek weigerde de kop te plaatsen. Daarna begon een zwerftocht:

Eerst stond de buste een tijdje in het Parkgebouw, naast de tap. ‘Belcampo hoort niet in een kroeg’, vond Harm. Later klopte de Rabobank Bathmen aan. Of de buste bij de balie mocht staan. De bank, die op de plek staat waar Schönfeld Wichers zijn praktijk voerde, kreeg het beeld in bruikleen. Maar het zinde Agteresch niet: ‘Belcampo hoort in Rijssen’. Daarom probeerde hij het in 2006 nog een keer bij de bieb. De komiek overrompelde de directie door in een lezing met de buste op de proppen te komen. Belcampo mocht blijven: één nacht. Dus haalde Agteresch de volgende dag het beeld weer op.

De dochters wachten nu op een goed idee van de lezers van De Twentsche Courant Tubantia.

Nick ter Wal pleit voor asiel in Groningen.