Weglaten en vergeten. Beide zaken doet een dichter bij het samenstellen van zijn of haar verzameld werk.

Eeuwige Vlam, verzamelde gedichten 1958-2003 (Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2003) ‘bestaat uit de acht dichtbundels die ik tot nu toe heb gepubliceerd’ aldus Hans Verhagen in de ‘Aantekeningen van de auteur’.

Alles wat ik in die jaren heb geschreven – en voltooid, dus met mijn zegel van zegen – kwam vroeg of laat in een van die acht bundels terecht. Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat alles in die bundels goed was, al dacht ik ten dage van de publicatie van wel. Het kon niet missen dat ik bij het samenstellen van de verzamelde gedichten bij mijzelf op bezwaren zou stuiten – niet eens zoveel over bijna een halve eeuw en meer dan vijhonderd pagina’s poëzie. Het principe van integraal herdrukken is fraai, maar als je als schrijver ook plezier wilt beleven aan zo’n boek, zul je hier en daar toch moeten ingrijpen – hoe, dat verschilt van geval tot geval.

Volgt een opsomming van de, inderdaad bescheiden, ingrepen die de dichter deed, veelal de volgorde van de gedichten betreffend. Slechts één gedicht sneuvelde; over Sterren Cirkels Bellen (1968) meldt Verhagen: ‘Uit de eerste afdeling (Televisie) is een te zeer aan de actualiteit van die dagen gekoppeld (dus) matig gedicht geschrapt.’

Het betreft het derde van de (oorspronkelijk) vijf gedichten waaruit deze afdeling bestond – ‘de actualiteit van die dagen’ waaraan het gekoppeld is, is de oorlog in Vietnam; dat lijkt me niet iets waardoor het gedateerd zou zijn, het betreft hier immers een dermate groot conflict dat ik denk dat ook de meeste poëzielezers die van later geboortedatum zijn het kennen en dus kunnen plaatsen. Het geschrapte gedicht begint aldus:

De visie van een dichter:

Eén oogopslag objektieve berichtgeving
daarna onmiddellijk ontstijgend aan
de goede stof waarvan zijn kleren zijn gemaakt

Hierop volgt, tussen twee witregels in, een witregel tussen haakjes. Jammer dat ik dat nu pas zie, want anders had ik Verhagen kunnen opnemen in mijn bloemlezing ‘concrete en visuele poëzie uit Nederland en Vlaanderen’ Zieteratuur (Passage, Groningen 2010), een boek waarin mijn favoriete levende dichter nu helaas ontbreekt. Vervolgens eindigt het gedicht met de verzen

Tenslotte nog enige momenten (on)
interessante informatie
hem verstrekt door b.v. beelden uit Vietnam:

De televisie van een dichter

Dat wat betreft het weglaten. Is er ook sprake van vergeten? Hans Verhagen meldt immers – ik haalde het boven al aan – ‘Alles wat ik in die jaren heb geschreven – en voltooid, dus met mijn zegel van zegen – kwam vroeg of laat in een van die acht bundels terecht.’ Tot mijn grote spijt moet ik mededelen geen vergeten gedicht van Hans Verhagen te hebben getraceerd. Mocht dat in de toekomst alsnog gebeuren, dan zal ik daarvan onverwijld en jubelend kond doen. (‘Hij zei kont!’ – Daniël Dee)

Karel ten Haaf