Iets meer vuurwerk

De laatste jaren heeft Renate Dorrestein nogal wat romans geschreven die sterk doen denken aan andere romans. Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor aan Bridget Jones, maar dan voor de vrouw van zekere leeftijd, De leesclub aan Thoméses J. Kessels. The novel, maar dan over vrouwen- in plaats van mannenvriendschappen en Echt sexy aan The catcher in the rye, maar dan vanuit het perspectief van het kleine zusje in plaats van de grote broer.

In de literatuurwetenschap wordt een tekst die over een andere tekst heen wordt geschreven wel een palimpsest genoemd, naar het middeleeuwse gebruik om, vanwege de schaarste van het materiaal, beschreven perkament schoon te krabben om het vervolgens te kunnen hergebruiken – vooropgesteld natuurlijk dat de oude tekst van minder waarde werd geacht dan de nog te schrijven nieuwe tekst. Onder de nieuwe tekst bleven trouwens vaak nog sporen zichtbaar van de oude tekst. Tegenwoordig kan met behulp van ultraviolette straling zelfs de gehele oude tekst weer zichtbaar gemaakt worden.

En nu is er De stiefmoeder. De lezer heeft geen ultraviolette straling nodig om sporen van Bram Stokers klassieker Dracula en Fay Weldons Life and loves of a she-devil te herkennen. De ingrediënten: Claire Paagman, een quiltende kunstenares van reusachtige afmetingen die al twaalf jaar de gelukkige stiefmoeder van Josefien en echtgenote van Alex is; een overzichtstentoonstelling van haar werk in een niet met name genoemd Engels badplaatsje (inderdaad, Whitby, waar Dracula aan land kwam om onschuldige bijna-maagden in te lijven in het rijk der levende doden); een als vampier verklede winkelier; stiefdochter Josefien die het snode plan heeft opgevat haar vader met haar biologische moeder te herenigen en ten slotte een geheim dat de bestaande relaties in het ogenschijnlijk zo gelukkige gezinnetje danig onder druk zet.

Dit laatste is natuurlijk een veel voorkomend thema bij Dorrestein die er haar levenswerk van heeft gemaakt de mythe van het gelukkige gezinnetje te ontmantelen – en vaak met succes. Denk bijvoorbeeld aan Verborgen gebreken en Buitenstaanders, verhalen die hun weerga niet kennen in de Nederlandse literatuur omdat ze zo heerlijk over de top zijn, spannend tot de laatste bladzijde, personages die het hele scala van niet helemaal normaal tot werkelijk volkomen geschift bestrijken en ook nog met vaart en humor geschreven.

Dorrestein heeft zichzelf met De stiefmoeder niet echt overtroffen? Op grond van haar bronnen zou je verwachten explosief materiaal in handen te hebben. Die verwachting komt niet uit. De stiefmoeder is een tam boek. Het verhaal komt langzaam op gang, de gebeurtenis die het bestaande status quo aan het wankelen brengt is nogal cliché en voorspelbaar, en de ontknoping komt niet echt als een verrassing maar toch nog een beetje uit de lucht vallen. De spanning die in Verborgen gebreken zo waanzinnig goed is opgebouwd ontbreekt in De stiefmoeder vrijwel geheel. Waar Dorrestein het normaal van de ver doorgevoerde overdrijving moet hebben, is De stiefmoeder on-Dorresteinsiaans subtiel.

Bij lezing van Life and loves of a she-devil (en meer nog bij het bekijken van de BBC-adaptatie) heb je de dwingende behoefte om de – eveneens reusachtige – hoofdpersoon Ruth schreeuwend aan te moedigen ‘You go and get that bastard of a husband!’ Claire Paagman lijkt het echter dermate geschoten te hebben met haar stiefgezinnetje dat ze tot niet veel meer inspireert dan een lauw ‘Ach ja, het zal ook allemaal niet meevallen.’ En hoewel de verwijzingen naar Dracula talrijk zijn, ontbreekt in De stiefmoeder de constante dreiging van naderend onheil. Dat is jammer, omdat Dorrestein nu juist een van die auteurs is die daar als geen ander toe in staat is.

Toch is De stiefmoeder aangenaam om te lezen. En passant valt er, voor wie daar gevoelig voor is en Dorresteins werk om die reden leest, genoeg behartigenswaardigs te lezen over de slangenkuil die het gezin in Dorresteins ogen is. Dorrestein laat goed zien hoe Claire, opgezadeld met haar koekoeksjong Josefien, twaalf jaar lang haar uiterste best heeft gedaan er iets van te maken, niet door de moederrol op te eisen, maar juist door dat niet te doen: ‘Als stiefmoeder kun je je maar het beste opstellen als een antropoloog die te gast is bij een vreemde stam. Er valt van alles te bestuderen en interessant te vinden, maar zelfs tijdens het gezamenlijk stampen in de kring of het doorgeven van de piri-piri moet je niet de illusie hebben dat je een onlosmakelijk deel van het geheel bent geworden. Of dat ooit gaat worden.’ Dat is een verstandig en sympathiek uitgangspunt en alleen daarom al wens je het Claire niet toe dat de gebeurtenissen, hoe voorspelbaar ook, de wending nemen die zij uiteindelijk nemen. ‘Gek dat ze pas zo kort inziet dat Josefien alleen maar bij haar aanklopte omdat het haar in de grond van haar hart nooit een moer heeft geïnteresseerd hoe haar stiefmoeder over haar denkt. Papa wil ze niet teleurstellen, maar Claire, ach, wat maakt het oordeel van den wildvreemde uit?’ Voor wie zelf wel eens gestiefmoederd heeft zal De stiefmoeder vast een feest der herkenning zijn. En laten we eerlijk zijn, Dorrestein blijft Dorrestein. Wat je er ook op aan te merken mag hebben, haar boeken, ook De stiefmoeder, lezen altijd lekker weg. Maar iets meer vuurwerk had wel gemogen.

Marlies Schouwstra

Renate Dorrestein – De stiefmoeder. Podium, Amsterdam. 222 blz. €17,50.