De aanslag op Heydrich

Een leider die lang aan de macht is, meent op een gegeven ogenblik altijd dat hij onkwetsbaar is. Zo ook Reinhard Heydrich, de man die onder Himmler leiding gaf aan de beruchte SD ‘Sicherheitsdienst, veiligheidsdienst. De onbekendste en ook de ergste van alle nazi-instellingen, inclusief de Gestapo.’ Heydrich wordt op 27 mei 1942 het slachtoffer van een aanslag op zijn auto (met open dak). Hij voert dan tijdelijk het bewind over Tsjechië. Een paar dagen later overlijdt hij aan zijn verwondingen. Als strafmaatregel worden veel Tsjechen zonder pardon geëxcuteerd, enkele dorpen worden met de grond gelijk gemaakt.

HhhH (Himmlers hersens heten Heydrich) van de Franse auteur Laurent Binet beschrijft de hoofdpersonen van die aanslag: de bedenkers, de plegers, de slachtoffers en de verraders. Het heeft geen zin om die feiten die minutieus zijn gereconstrueerd weer te geven. Een van de functies van literatuur kan zijn dat je er iets van leert. Het boek zet je ertoe aan om nog meer achtergronden te zoeken, documentaires te zien over de aanslag en in kranten uit die tijd te kijken naar de berichtgeving. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik er veel van opgestoken heb.

Interessanter voor de literatuurliefhebber is misschien de methode waarop Binet zijn verhaal vertelt. Een beetje zoals Centre Pompidou gebouwd is: alle leidingen zijn zichtbaar aan de buitenkant. Zo vertelt Binet niet alleen hoe de aanslag wordt opgezet en hoe deze verloopt, hij vertelt ook hoe hij die informatie vindt en rangschikt. Je krijgt dus meteen inzicht in zijn methode. Alles in de roman moet kloppen en als hij een beetje marchandeert met de waarheid roept hij zichzelf en de lezer meteen tot de orde. Na de beschrijving van het afscheid van Gabčík (een van de plegers van de aanslag) van zijn vaderland Slowakije, volgt er een nieuwe alinea in het boek waarin de schrijver zijn eigen werk becommentarieert.

Het is een volkomen geloofwaardige en totaal verzonnen scène, net als de vorige. Wat een onbeschaamdheid om een man die allang dood is en zich niet kan verdedigen, te bespelen als een marionet! Om hem thee te laten drinken, terwijl het best kan zijn dat hij alleen van koffie hield. Hem twee jassen aan te laten trekken, terwijl hij er misschien maar één had. Hem de bus te laten nemen, terwijl hij de trein kon pakken. Te besluiten dat hij op een avond vertrok en niet in de ochtend. Ik schaam me.’

Het resultaat van deze manier van schrijven is dat er een grote afstand komt tussen de lezer en het spannende ‘verhaaltje’. De lezer moet bij de les blijven. Hij krijgt informatie in geromantiseerde vorm, maar die moet wel waarachtig blijven. De Tweede Wereldoorlog wordt zo langzamerhand steeds meer een interessant gegeven voor avonturenboeken en actiefilms, geschreven door mensen die ver na de oorlog zijn geboren. Het gevaar dreigt dat deze oorlog steeds meer gefictionaliseerd wordt. Af en toe uit Binet kritiek op zijn tijdgenoten, zoals bijvoorbeeld de bestseller van Jonathan Litell: ‘Ik zie het opeens heel duidelijk: De welwillenden, dat is gewoon ‘Houellebecq bij de nazi’s’.’

In die valkuil wil Binet niet stappen. Hij laat het verhaal zien én het proces van het schrijven. Je ziet de schrijver wikken en wegen, weifelen en worstelen. De geschiedenis kun je niet veranderen, maar je kunt met een roman de geschiedenis wel recht doen.

Coen Peppelenbos

Laurent Binet – HhhH. Vertaald door Liesbeth van Nes. J.M. Meulenhoff, Amsterdam. 348 blz. €19,95.

(foto: De Mercedes van Heydrich na de aanslag, via Wikimedia Commons)