Bij de aankondiging van de nieuwe roman van Arthur Japin in de digitale zomercatalogus van De Arbeiderspers staat te lezen dat de auteur zijn oude beroep als toneelspeler weer oppakt. Tot half september staat hij in het door Jos Thie geregisseerde Shakespearedrama Much ado about nothing (Veel gedoe om niets) bij De Utrechtse Spelen.

Japin: ‘Ik ga Don John spelen in Much Ado About Nothing. Don John is de enige booswicht in het stuk die de liefdeskoppels uit elkaar probeert te houden. Het wordt mijn tweede Shakespeare. Lang geleden speelde ik Graaf Orsino in Twelfth Night (Driekoningenavond) in de regie van Frances Sanders in het Openluchttheater in het Amsterdamse Bos.

In De vierde wand beschrijft japin nog het afscheid van het toneel. Hij speelde toen Cervantes in De man van La Mancha van de Nederlandse Opera Stichting. Tegenspeelster was Charlotte Margiono.

‘Ik liet mijzelf verdwijnen en geloofde in een ander. In de finale, wanneer Cervantes door de soldaten uit de kerker wordt gehaald om te worden berecht, hadden Margiono en ik ons laatste onderonsje. De tranen stroomden over onze wangen. Elke avond opnieuw. Het lukte ons een paar uur in ons eigen verhaal te leven. Het verschil was alleen dat zij de techniek bezat om tijdens het huilen door te blijven zingen. Ik niet. Dat hinderde niet. Ik had gevonden wat ik zocht. Het werd tijd om verder te kijken. Direct na de laatste voorstelling heb ik mijn koffers gepakt.’

Waarom weer het toneel op?

Zoals altijd wil ik na het voltooien van een roman even iets heel anders proberen, liefst iets onverwachts: een quiz presenteren, een lied schrijven, sketches spelen met Mike Boddé en Plien van Bennekom, schilderles nemen, een andere discipline aanpakken die mij energie geeft voor het volgende schrijfproject. Op deze manier laad ik mezelf op voor het volgende boek.

Het toneel komt bovendien aan alle kanten mijn leven weer binnen, toneelvrienden van vroeger zijn weer in mijn leven en ook veel nieuwe vrienden zijn daar werkzaam, mijn vorige en komende boek spelen in het theater, etcetera. Ik zie ook weer heel erg veel theater (nog meer dan gewoonlijk) omdat ik voorzitter ben van het Nederlands Theater Festival. Maar de belangrijkste reden is dat het een logische stap lijkt die voortkomt uit mijn lezingen. Daar speel ik, zoals je weet, meer dan dat ik lees. Daar ervaar ik wat ik vroeger toen ik nog acteerde nooit ervaren heb, en ik wil zien of dat nu in een toneelstuk ook gebeurt.

Ga je dit vaker doen?

Het is een eenmalig uitstapje, hoor, op 50 meter van mijn huis, dus geen lange busreizen. Ik bewonder Jos Thie en de voorstellingen die hij in Utrecht doet, dus toen hij me vroeg kon ik geen nee zeggen. Zoals ik in Zoals dat gaat met wonderen schreef: ‘Het leven kent heel weinig losse eindjes.’ Dit was nog een los eindje dat moest worden vastgeknoopt.