Poorten in de werkelijkheid

Peelwerkers en Dorp aan de rivier zijn wellicht de bekendste boeken van de schrijver Antoon Coolen, maar waarschijnlijk zijn ze een beetje in de vergetelheid geraakt net als de rest van zijn ontzagwekkende oeuvre. De in 1897 geboren schrijver overleed in 1961 op bizarre wijze: hij viel uit de trein. Enkele weken daarna overleed hij. Tekenaar Eric J. Coolen – familie, maar geen directe – vraagt al sinds 2017 schrijvers en muzikanten om iets te doen met de vraag waarom Antoon Coolen uit de trein viel.

Ook Arthur Japin kreeg die vraag voorgelegd en hij verbindt het verhaal van Antoon Coolen met zijn eigen familiegeschiedenis. De laatste keer dat Japin zijn vader levend zag, de jonge Arthur met zijn moeder uitzwaaiend toen ze op reis gingen, was op het station van Haarlem. In deze weergave van de laatste dag van Antoon Coolen speelt het station van Utrecht een belangrijke rol, in het bijzonder de stationsbioscoop. Het is voor de eerste keer dat ik erover las, maar tot 1964 had Utrecht een bioscoopwagon op het station waar polygoonjournaals en films werden vertoond voor iedereen met een perronkaartje en tijd stuk te slaan. Zo’n magische plek is natuurlijk een kolfje naar de hand van Japin en de gedachten die hij toekent aan Coolen gelden denk ik in dezelfde mate voor hemzelf:

De schrijver is aan dit soort plekken verslingerd. Ze zijn als poorten in de werkelijkheid, waardoor je even uit de tijd kunt stappen. […] Ondertussen wacht het alledaagse keurig buiten en niemand banjert dwars door je decor.

Er draait een film van Fellini (je maakt meteen een connectie met de roman De droom van de leeuw) en de eerste surrealistische beelden die Coolen ziet – hij moet de stationsbioscoop voegtijdig verlaten – vormen de opmaat voor de val uit de trein. En daarna volgt nog een ingenieuze manier waarop de levenseindes van de vader van Japin en het leven van Antoon Coolen met elkaar verknoopt raken. Wie het werk van Japin kent, zal veel motieven herkennen.

Eric J. Coolen is een begenadigd tekenaar, die een met een heldere klare lijn en een paar schaduwvlakken in gezichten en voorwerpen enorm veel diepte kan oproepen. In de grote perspectivische tekeningen, van treinen, stations, de vlieger op weg naar Magonia, is hij op zijn best, maar ook bij deze tekeningen is hij heel minimalistisch in zijn lijnvoering. Hoe valt een schrijver uit de trein? is de vraag en het antwoord is een ode aan de verbeeldingskracht.

Coen Peppelenbos

Arthur Japin & Eric J. Coolen – Hoe valt een schrijver uit de trein?. De Arbeiderspers, Amsterdam. 96 blz. € 22,99.