Een vleugje ironisch, soms vals

Toen in april 2011 bekend werd, dat Tom Lanoye was gevraagd om het Boekenweekgeschenk 2012 te schrijven, gloorde er hoop. Lanoye, schrijver van de autobiografische roman Sprakeloos, één van de mooiste boeken van de afgelopen tijd, of de Monstertrilogie, waarin hij genadeloos het moderne Vlaanderen op de hak nam. Eerlijk is eerlijk: na het teleurstellende Boekenweekgeschenk van vorig jaar, De kraai – geschreven door Kader Abdolah, kon het dit jaar alleen maar meevallen.

Maar het schrijven van het Boekenweekgeschenk blijft een lastige opdracht – ik schreef dat ook al toen ik De kraai een jaar geleden besprak. Het lukt veel gerenommeerde schrijvers niet een goed verhaal van rond de negentig pagina’s af te leveren; zelfs schrijvers niet die zich bewezen hebben met korte verhalen. Maar belangrijk voor nu: is het Lanoye wel gelukt?

Ja. En nee. De opzet van Heldere hemel is verrassend. Het verhaal van dit Boekenweekgeschenk is gebaseerd op een ware gebeurtenis uit de Belgische geschiedenis – niet vreemd voor een geëngageerde schrijver als Lanoye. Op 4 juli 1989 stort een onbemand Sovjet-Russich gevechtsvliegtuig neer op een huis in Kooigem bij Kortrijk; de Koude Oorlog is bijna ten einde. Lanoye belicht in ieder hoofdstuk, zeven in totaal, een andere betrokkene bij deze dramatische gebeurtenis. De bestuurder van de MiG, het gevechtsvliegtuig, de Chief of Staff Clark Rogers die in een situation room met spanning het vliegtuig op de radars volgt, de adjunct-hoofdredacteur van een Brusselse krant die het nieuws verslaat en natuurlijk het gezin dat wordt getroffen door het drama.

Vooral de hoofdstukken waarin het gezin staat zijn sterk. We volgen Vera van Dyck, moeder van Peter, vrouw van Walter. Tot die bewuste dag in de zomer van 1989. Vera krijgt te horen dat haar man haar wil verlaten voor de veel jongere Carla. Ze is een vrouw zoals we ze vaker aantreffen in het oeuvre van Lanoye. Een vleugje ironisch, bij vlagen onevenwichtig, soms vals, wat wraakzuchtig en liefhebber van drama.

Het is mijn huis, dacht Vera Van Dyck. En Niemand neemt het van me af. Ze had zojuist het slotenmakersteam binnengelaten en rondgeleid. Ze was rijzig, blond, bezitster van hoge jukbeenderen en loensende ogen, en van beroep copywriter bij het Brusselse filiaal van een Angelsaksisch reclamebedrijf.

(…)

Hun meewarige blik was haar niet ontgaan. Zo zou ze dus voortaan te boek staan. Verlaten vrouw, wraakzuchtige ex. Het zij zo. Alles was beter dan weerloze sloof.

(…)

Ze koos de duurste van de flessen uit. Zijn flessen. Zijn hobby. Het was tien jaar geleden dat ze zelf nog single malt had geprobeerd. Ze verafschuwde de fletse barbecuegeur, de zerpe smaak en de ziekelijke urinekleur, maar ze wilde genieten van haar walg. Ook haar lichaam had recht op pijn.

Terwijl Vera haar persoonlijke sores aan het verwerken is, voltrekt zich een veel groter drama: het neerstorten van het gevechtsvliegtuig. Het zal uiteindelijk neerstorten op haar huis  op het moment dat Vera niet thuis is. Ze is op weg naar de kluis in de bank om de persoonlijke bezittingen veilig te stellen, voordat haar man er samen met zijn ‘Carla’ vandoor gaan. Haar zoon is op dat moment wel thuis.

Vera voelt haar benen verslappen, ze zijgt neer, zich aan haar auto nog half overeind houdend. Het gevaarte zweeft in een flits over haar heen, haar kortstondig in de schaduw plaatsend. Ze beseft, omhoogkijkend, dat het om nog een vliegtuig moet gaan. Een luchtverplaatsing rukt aan haar kleren. Ze hoeft niet te kijken waar het vliegtuig heen gaat. Ze weet het al. Ze bezit in haar bestaan maar twee dingen waaraan ze werkelijk waarde hecht. En ze staat op het punt allebei te verliezen.

Vooral Vera weet Lanoye, natuurlijk ervaren als schrijver van toneelteksten, in enkele zinnen goed te karakteriseren. De karakters van de andere leden van het gezin, Walter en Peter, maar ook  de minnares ‘Carla’, hadden daarentegen best meer uitgediept mogen worden. Tweeënnegentig pagina’s blijken te weinig om hen psychologische inhoud te geven.

Het is de stijl die me altijd weer naar het werk van Lanoye trekt. Niet alleen vanwege de ironie die trouwens ook in Heldere hemel volop aanwezig is: ‘Zo gaat dat met de jeugd. Die kent maar twee houdingen tegenover de rijpere leeftijd. Overspannen dedain of overspannen respect.’ Of: ‘In vijf jaar tijd had Bauwens het bedrijf op de beurs geïntroduceerd, het personeelsbestand gehalveerd, de winst verdubbeld en de familie eruit gewerkt.’ Of: ‘In de verte bromde onafgebroken het verkeer op een of andere autostrade. De eindeloze soundtrack van dit veel te kleine land.’ Of: ‘Ze was toen al naakt, en ze bracht hem de betekenis bij van het woord embouchure.’

Juist de rijke metaforen en de bombastische zinnen, bijzin na bijzin na bijzin, vind ik typerend voor het werk van Lanoye. Dat mis ik in Heldere hemel. Natuurlijk kan ik zo een paar mooie zinnen aanwijzen, hierboven heb ik er zelfs al enkele geciteerd, maar een echt rake metafoor ben ik niet tegengekomen en de bombastische stijl ontbreekt grotendeels. Alsof er een concessie is gedaan aan de 894.000 lezers van het Boekenweekgeschenk 2012.

Het Boekenweekpubliek zal zich zeker vermaken met Heldere hemel, maar voor de liefhebbers van het oeuvre van Tom Lanoye is er niet echt reden voor een feest.

Bart Temme

Tom Lanoye – Heldere hemel. Een uitgave van de Stichting CPNB. 92 pagina’s. U krijgt dit boek tijdens de Boekenweek (van 14 maart tot en met 24 maart 2012) cadeau bij aankoop van ten minste € 12,50 aan Nederlandstalige boeken of als u lid wordt van de bibliotheek. Ook  de Vlaamse boekverkoper biedt Heldere hemel, ter gelegenheid van de Literaire Lente 2012, aan.