Een angstaanjagende koortsdroom?

De vijftienjarige Ginger verslindt boeken om haar verbeeldingskracht te voeden en om te ontkomen aan de banaliteit van het leven in haar geboortedorp Wick, een slaperig stadje in Massachusetts. Thuis hangt een bedrukte stilte sinds haar broer Jack is omgekomen. Het liefste hangt ze met haar oudere vriendin Cherry rond bij een oude fabriek, terwijl ze hardop fantaseren dat ze prinsessen zijn. Tot Cherry dit kinderachtig vindt en zich liever bezig houdt met make-up, beha’s en jongens. Maar dan is daar het goed uitziende jonge stel, Raquel en Theo Motherwell. Vanaf het moment dat zij het restaurant binnenlopen waar zij werkt, is Ginger gebiologeerd.

Het verhaal wordt achteraf verteld door een oudere, maar nog steeds minderjarige, Ginger. Ze kijkt in dagboekvorm terug op die ene zomer waarin de sleur van haar leventje doorbroken wordt. Kasteeltje spelen met Cherry maakt plaats voor een mysterieus echtpaar dat onderzoek doet naar de heksenvervolgingen in het dorpje Wick en de geschiedenis van de verdronken buurdorpen. De broeierige warme zomerdagen breien zich aaneen terwijl fantasie en werkelijkheid steeds moeilijker van elkaar te scheiden zijn. Door het gekozen vertelperspectief is dit niet alleen voor Ginger het geval, maar ook voor de lezer. Beleeft Ginger alles echt of verbeeldt zij het zich? Is alles een angstaanjagende koortsdroom?

Ondanks waarschuwingen van haar vriendinnetje Cherry, die de Motherwells maar raar vindt, blijft ze hen bezoeken. De Motherwells wakkeren Gingers fantasie aan door middel van seances, hypnose en hun seksuele vrijheid. Ze kleden zich voor haar ogen uit en zwemmen naakt in het stuwmeer dat op de plaats van de verdronken dorpen is aangelegd. Ginger durft niet eens te zwemmen, bang als ze is voor heksen, geesten en spoken die in het water rond kunt drijven en die je dan bij je voeten kunnen grijpen.

Ginger raakt in de ban van het echtpaar. Ze is kind aan huis, door ook als Theo en Raquel niet thuis zijn hun huis in te gaan en ergens te gaan liggen slapen. Of ze sluipt ´s avonds het huis in en hoort hen de liefde bedrijven, waarna ze het huis weer (ongehoord?) uitglipt. De spanning rondom deze momenten vermengd met de occulte spanning maakt dit ongetwijfeld tot een populair boek onder jongeren. Gingers gedachten zijn echter vaak te volwassen verwoord en te filosofisch. Als Ginger zich verveelt op haar kamer, verwoordt ze dat zo:

Geen woord wilde ik schrijven of zeggen, zelfs geen beweging maken, de stilte in mijn kamertje niet verstoren (…). Buiten stierf het voorjaar een bekoorlijke dood. In de tuin wreven krekels hun poten tegen elkaar en verderop in de straat blafte een hond. Alles leek gestold en zelf leek ik te midden van die stagnatie te zweven, maar tegelijk voelde ik me rusteloos.

De vraag is of jongeren deze gezwollen stijl van Wolff kunnen waarderen. Op een volwassen lezer maken ze een onnatuurlijke en te gestileerde indruk. Zo zijn er te veel momenten in het boek waarop je je afvraagt of een meisje van vijftien zoiets echt denkt, doet of voelt. Ook het einde van het boek is teleurstellend. In het laatste hoofdstuk bevindt Ginger zich aan de rand van het stuwmeer. Raquel en Theo zijn naakt aan het zwemmen in het donker. Raquel zwemt steeds veder weg. Theo komt alleen het water uit en komt op Ginger af. Hij dwingt haar om hem oraal te bevredigen.

Ik zag dat hij zichzelf, zijn pik, met zijn trui wreef. Ik zat aan zijn voeten en hij stond stijf boven mijn hoofd. Hij hield op met wrijven en nam zijn gezicht tussen zijn handen, bracht het vlak bij zijn kruis en manoeuvreerde zichzelf in mijn mond; zijn hand leidde zijn lid als een microfoon of een metaaldetector. Ik proefde het koude water op zijn huid. Een kort moment vergat ik de duisternis overal om ons heen en wat daaruit tevoorschijn zou kunnen komen – slechts lang genoeg om eraan te denken dat ik mijn lippen zacht moest houden, mijn tanden er zo goed mogelijk mee moest afdekken en zijn bewegingen moest smeren met mijn spuug. Hij deed de rest, gebruikte mijn mond als een soort holte, een grot, een haard. Het was een armzalige samenwerking. Monotoon en krampachtig. Hij neukte mijn gezicht. Dat ging zo een poosje door, totdat ik het gevoel kreeg dat ik zou gaan huilen.

De scène is te plastisch, de gedachte van Ginger te ongeloofwaardig. Zou je je echt bezighouden met de stand van lippen en mond op zo´n moment, op die leeftijd? Ik durf het te betwijfelen. Qua verhaalopbouw komt deze scène uit de lucht vallen. Ja, er was wel al het hele boek lang een bepaalde seksuele geladenheid als Ginger bij de Motherwells in de buurt was, maar dat was eerder spanning die bij Ginger aanwezig was. Zij was gebiologeerd door hen. Gelukkig wordt Ginger uit de hachelijke situatie gered door Cherry en haar vriendje Randy. Of Raquel nog uit het water komt, is onduidelijk.

En daar had het verhaal moeten eindigen. Er volgt echter nog een epiloog. Die voegt echter niets toe aan duidelijkheid over het lot van Raquel. Dat wilde Wolff ook niet:

Dit verhaal heeft geen einde, niet in mijn versie en evenmin in enige andere. Een kruis markeert de plaats waar ik rust, waar ik verblijf, en je kunt vanaf de plek waar jij zit of staat niet uitmaken of ik een kruis op een diagram – een plaats, een situatie, een proces – ben of een tijdlijn. Of dit een kaart is, een geschiedenis of een begin.

Wolff wil met dit einde haar boek thematiseren: heeft alles wat je zojuist gelezen hebt wel echt plaatsgevonden? Jammer, want ook zonder dit cryptische einde was dat thema al duidelijk genoeg naar voren gekomen. Ze had beter nog uit de doeken kunnen doen hoe Ginger terugkijkt op haar zomer met de Motherwells. Wat is ze er wijzer van geworden? Want met een soortgelijke vraag blijf je ook als lezer zitten: wat ben ik van dit boek wijzer geworden?

Miriam Piters

Rebecca Wolff – De Beginners. Vertaald door Wim Scherpenisse. Ambo│Anthos, Amsterdam, 292 blz. € 21,95.