Vlak na de oorlog verschenen vier thrillers, voor 50 cent per stuk, bij de Amsterdamse uitgeverij De Motor: Misdaad stelt de Wet, De Leproos van Molokai, Moord aan de Noordpool en De Demon van Ivoor. De auteur was Fjodor Klondyke. Pas veel later werd bekend dat achter het pseudoniem Fjodor Klondyke de schrijver Willem Frederik Hermans schuilging. Hermans kreeg enkele honderden guldens voor het schrijven van de thrillers, toen een niet onaanzienlijk bedrag. Niet veel exemplaren hebben de tand des tijds doorstaan. De overgeleverde oplagecijfers, 10.000-30.000 stuks, moeten met een korrel zout genomen worden. Alle vier thrillers worden donderdag geveild op de nieuwe website Catawiki.

Frans A. Janssen, bibliograaf en intimus van Hermans, las zaterdag in Met Het Oog Op Morgen een passage voor uit De Leproos van Molokai. Hij lichtte een en ander toe: ‘Waarom onder pseudoniem? Die thrillers munten niet uit in vindingrijkheid. Hermans schaamde zich er een beetje voor. Maar vergeet niet dat hij andere belangen had dan het verdienen van geld. Als je die boekjes leest, zie je een soort B-romanachtige intriges die Hermans eigenlijk altijd geïnteresseerd hebben. Hermans is nooit vies geweest van banale literatuur. Hij heeft het ook zelf beoefend.’

Janssen las ook een herkenbaar Hermansiaanse zin voor uit het thrillertje. ‘Een enkele keer kom je een zin tegen, dan denk je: ja, dat is Hermans!’ De bewuste zin luidt: ‘Er kwamen donderslagen uit de luidspreker toen het instrument op de grond viel en daarna een lang gehuil dat aanhield als van een sirene die zijn toppunt niet bereiken kan.’

Drie van de vier thrillers zullen belanden in de wetenschappelijke uitgave van Hermans’ Volledige Werken, in het allerlaatste deel. Vermoedelijk kunnen de textual scholars van het Huygens Instituut, als de teksten gedigitaliseerd zijn, prachtige verbanden leggen en overeenkomsten ontdekken tussen de zinnen uit Hermans’ literaire werk en die uit deze vier pulpromannetjes.