Grote thema’s in een te krap jasje

Ernest van der Kwast (1981) ontpopte zich dankzij zijn tragikomische boeken en verhalen als een opvallende nieuwkomer in het landschap van de vaderlandse letteren. Met zijn bizarre, semi-autobiografische relaas over zijn Indiase moeder en al even slapstickachtige optreden met moeders bij DWDD maakte Van der Kwast snel furore. Hij werd gezien als een verfrissende toekomstbelofte. Maar nu hij zich in zijn nieuwste bundel Giovanna’s navel voornamelijk (in de woorden van Tommy Wieringa op de achterflap) ‘een schaamteloze romanticus’ betoont, valt er niet veel meer te lachen.

Wellicht heeft Van der Kwast geprobeerd er een roman van te maken, maar bood het verhaal daar niet genoeg stof voor. Giovanna’s navel bevat een novelle en vier korte verhalen, die verdacht veel op elkaar lijken. Zo spelen alle verhalen zich af in bergachtige streken in de zuidelijke Alpen, zijn alle hoofdpersonen zonderlinge, eenzame mannen die ergens in hun leven de boot op liefdesgebied gemist hebben en mijmeren ze allemaal op eenzelfde wijze (en soms zelfs in exact dezelfde bewoordingen) over het verstrijken van de tijd en het verschijnen van ‘voren’ in het voorhoofd. Heeft Van der Kwast geprobeerd vijf keer hetzelfde verhaal te schrijven? Vijf variaties op een thema? Dat is dan mislukt; variaties zonder variatie zijn niet meer of minder dan meer van hetzelfde. Een vijf gangenmenu bestaande uit vijf keer kipsaté.

In de novelle, die dezelfde titel draagt als de bundel, voert Van der Kwast de grote thema’s op alsof hij konijnen uit een hoge hoed tovert. Ezzio Ortolani ziet de beeldschone Giovanna Berlucchi voor het eerst op het strand. Door een misrekening kust hij haar niet op de mond maar op haar ontblote navel, die al even beeldschoon is als zij zelf. Want Giovanna draagt – dankzij een textielverscheurende ruzie om een badpak met haar zuster – al een bikini voordat die officieel werd uitgevonden. De twee worden verliefd, beleven de zotte liefde met volle teugen en een huwelijk lijkt een logisch vervolg. Maar daar heeft de vrijgevochten Giovanna geen trek in; zodra iemand te dicht bij komt, vlucht ze weg. Ze slijt haar dagen na Ezzio in eenzaamheid, veroudert, verschrompelt, verdwijnt. Hij maakt zich nuttig als appelplukker en denkt dat ze hem is vergeten. Maar niets is minder waar (surprise!), zo blijkt uit een brief. Zij mist hem ook!

Zo gaat het verder. Ook in de vier verhalen veel gemiste kansen, veel geknars van de ‘immense raderen van de tijd’ en veel sombere bespiegelingen onder de met rimpels doorploegde gezichten. Soms weet Van der Kwast de lezer wel tot een glimlach te bewegen met een rake formulering of droge beschrijving, maar meestal zijn het nauwelijks opgepoetste of afgestofte clichés die de klok slaan. De schrijver heeft geprobeerd grote thema’s te vervatten in heldere taal, maar heeft daar geen diepgang in weten aan te brengen. De humor en ironische distantie die Mama Tandoori zo onweerstaanbaar maakten, zijn hier veranderd in de bezadigde blik van een weinig origineel romanticus. En dat is bijzonder jammer.

Meriel Benjamins

Ernest van der Kwast – Giovanna’s navel. De Bezige Bij, Amsterdam. 156 blz. € 16,90