Serieus getroffen door vlinders die weelderig groeien in de buik

Dat hoofdpersoon Anastasia Steele, kortweg, Ana, geen hartaanval heeft gekregen toen ze de puissant rijke, ‘Griekse god’ en ‘adonis’, Christan Grey ontmoette mag een wonder heten. ‘Mijn hart bonst in m’n keel.’ ‘Mijn hart gaat als een gek tekeer en ik kan niet anders dan blozen, terwijl hij me blijft aanstaren.’ ‘Mijn hart maakt een sprongetje bij die gedachte, maar het gevoel is slechts van korte duur.’ ‘Mijn hart stoot mijn keel in.’ ‘Ik wandel met knikkende knieën door de gang, mijn buik vol vlinders en mijn hart onregelmatig bonzend in mijn keel.’ ‘Ik voel een schok door me heen gaan en mijn hart begint meteen nog sneller te slaan.’ ‘Mijn hart bonst in mijn keel en ik lijk mijn stem verloren te hebben.’ ‘Mijn hart slaat weer sneller en mijn medulla oblongata laat het na om de impuls te geven om adem te halen.’ ‘Mijn hartritme stijgt naar ongekende hoogtes en ik denk dat ik hijg.’ ‘Ik begin sneller te ademen en m’n hart gaat tekeer.’ ‘Zijn duim streelt mijn knokkels en mijn hart maakt een sprongetje.’ ‘Mijn hart bonst in m’n keel.’ En dan zijn we pas op bladzijde honderd.

E.L. James (zonder puntjes in de voorletters op de kaft) staat al wekenlang bovenaan de bestsellerlijsten met Vijftig tinten grijs en de twee opvolgers. Het werd tijd om dit fenomeen ook eens te lezen. Ik probeer elk jaar één of twee megabestsellers te lezen en elke keer hoop ik dat er een boek tussen zit dat het grote publiek gelijk geeft. Je hoopt het tegen beter weten in en ook deze keer moeten we constateren: het grote publiek heeft doorgaans een slechte smaak. E.L. James schrijft met de achterkant van een hark.

Het verhaal is snel verteld. Ana Steele moet per toeval de zakenman Christian Grey interviewen. Grey raakt onder de indruk van de jonge brunette die nog moet afstuderen en zet alles in om haar beter te leren kennen. Dat is niet zo moeilijk, want ook haar hartje gaat regelmatig in galop als zij hem ziet. Probleem is dat Grey het liefst een bdsm-relatie wil en daar schrikt maagd Ana toch wel een beetje van. Zij blijkt meer van de vanilleseks te zijn. Aan het eind van dit boek loopt dat niet goed af, maar geen nood: in het volgende deel wordt de relatie weer opgepikt.

James weet dit verhaalgegeven over meer dan vijfhonderd bladzijden uit te smeren. Dat is razendknap, zeker met zo’n beperkte woordenschat. Bijna op elk bladzijde moet Ana blozen of schiet er een blos naar haar wangen. Continu worden er wenkbrauwen gefronst. Ana bijt ook altijd op haar lipje (wel honderd keer), wat meneer Grey erg geil maakt. Als iemand gaat slapen dan valt iemand altijd in een ‘diepe slaap’. Ze verlangt voortdurend naar hem, meestal ‘hartstochtelijk’. Dat je zoveel clichématige zinnen per bladzijde bij elkaar kan krijgen.

Ik weet niet of het boek in het Engels ook zo beroerd is als de vertaling. Het lijkt wel of ze de basistekst in Google translate hebben gezet en daarna nog een beetje aangeharkt. Wat is bijvoorbeeld een ‘perfecte wenkbrauw’ in de zinnen: ‘Ze trekt een perfecte wenkbrauw naar me op.’ ‘Een kleine frons verschijnt in zijn perfecte wenkbrauw.’ (Dat lijkt me anatomisch overigens niet zo correct.) De termen ‘dominant’ en ‘onderdanige’ worden gebruikt in de bdsm-relatie, terwijl in Nederland het woord ‘slaaf’ toch gangbaarder is voor de onderdanige partij. Wat te denken van: ‘Alle spieren van m’n buik trekken zich samen. Ik ben serieus getroffen door vlinders. Ze groeien weelderig in mijn buik.’ Er zitten ook rare fouten in het boek waarvan ik niet weet of die eveneens in het origineel staan. Zo zegt Ana over het ontbijt op blz. 79: ‘Het eten is heerlijk!’ Op bladzijde 81 staat: ‘Ik bloos en staar naar mijn onaangeroerde ontbijt.’

Los van de vreselijke taal is de roman, ondanks het verhaalgegeven, vrij braaf. Af en toe wordt er een woord gebruikt dat je niet wekelijks in de Libelle leest, maar voor de rest zou dit boek er best als zomerbijlage ingenaaid kunnen worden. Zelfs orgasmes worden beschreven op de ouderwetse Bouquetreeksmanier: ‘Ik stort in onder zijn handen en mijn lichaam trekt samen en barst uiteen in duizend stukjes.’ Het orgasme twee bladzijden verder is nog heftiger: ‘Tijdens mijn climax explodeer ik rondom hem en versplinter in een miljoen stukjes onder hem.’ Dat wordt nog flink schoonmaken. Gelukkig vindt hij ook regelmatig ‘verlossing’ en ‘stort’ hij zichzelf leeg. De scherven zijn nog niet bij elkaar geveegd of daar is de volgende ontploffing van mevrouw ‘en ik explodeer om hem heen terwijl hij snel in mij pompt.’

Toch valt er nog veel meer te lachen in Vijftig tinten grijs. Als Ana een tikje krijgt zegt ze: ‘Aargh’ en als ze een orgasme krijgt, dan zegt ze ook ‘Aargh’. Dat deed me denken aan de pulpstrips die ik kocht toen ik een puber was. Daarin stierven soldaten, heroïsch vallend op het slagveld, ook altijd met de kreet ‘Aargh’.

Ronduit infantiel is de weergave van het geweten van Ana. Ze heeft namelijk een variant bedacht van de engel en de duivel die op haar schouder zitten en haar raad geven. De stem van de rede is haar ‘onderbewuste’ of ‘onderbewustzijn’ die haar steeds waarschuwt, de stem van de verleidster in haar heet de ‘innerlijke godin’. Net als de engel en de duivel in tekenfilms worden ze gepersonifieerd. Dan krijg je de volgende potsierlijke zinnen: ‘Pfiew… m’n onderbewuste en ik slaken beiden een onhoorbare zucht van verlichting.’ ‘Vanbinnen geef ik mezelf een flinke knuffel. Mijn innerlijke godin staat op het podium in afwachting van haar gouden medaille.’

Is Vijftig tinten grijs een erotische roman? Ik werd er niet warm of koud van. Ik heb er wel onbedaarlijk om moeten lachen en dat is ook wat waard.

Coen Peppelenbos

E.L. James – Vijftig tinten grijs. Vertaald door Textcase. Prometheus, Amsterdam. 528 blz. € 15,-