Witregels als stille getuigen

‘Mistig’ was het eerste woord dat bij me opkwam toen ik de novelle De ochtend valt dichtsloeg. Mistig als de grijze gestalte op de cover. Mistig als het weer in Engeland, waar de novelle zich afspeelt. Mistig als de gedachtes van de hoofdpersoon die een heftige gebeurtenis door de tijd ziet vervagen. Michaels vader vermoordt op een nacht zijn moeder en Michael is de enige getuige. De volgende dag blijkt er een afscheidsbriefje van ‘Mah’ te zijn: ‘Jongens, vergeef me, het spijt me, ik moet hier weg, zo kan het niet blijven.’ Hoe gaan de overgebleven gezinsleden hiermee om?

Michael neemt als oudste kind de taken van zijn moeder over. Op de automatische piloot smeert hij boterhammen, verzamelt de vuile was van zijn broertje en zusje en zorgt dat ze op tijd naar school en naar bed gaan. Als een machine voert hij die handelingen uit om maar niet te hoeven denken aan die nacht waarop hij zag wat hij zag. ‘Haar hoofd in een plas donker bloed. Sirenen rondom haar, ik kon ze horen zingen.’ Vakkundig ontwijkt hij de ogen van ‘Pah’ en observeert zijn stugge doen en laten waarmee hij de lege plek probeert weg te boetseren.

Ontsporende gezinssituaties in de besloten ruimte van een huis, als iemand dat kan beschrijven, is het Manon Uphoff wel. Het is zo’n beetje haar handelsmerk geworden. Ze excelleerde eerder in de novelles De vanger en De bastaard, waarin ze de afgesloten ruimte van een huis subliem gebruikt om de menselijke conditie onder een stolp te onderzoeken. Bijna als een wetenschappelijk experiment maar dan met sprookjesachtige elementen. Die keren ook hier weer terug in de geesten die Michael in het huis voelt hangen na de verdwijning van zijn moeder. Net als de witregels die als stille getuigen in het verhaal staan en het af en toe een aangekleed gedicht maken.

Langzamerhand vervaagt het verleden. Is het wel echt gebeurd? Is Mah niet gewoon, zoals Pah beweert, op een andere plaats een nieuw leven begonnen? ‘Maar uiteindelijk wordt het nogal prettig om aan mah te denken als aan iemand die ontsnapt is.’ Heeft Michael het zich allemaal wel goed herinnerd? Uphoff laat het mooi in het midden. Het gezin ploetert verder maar heeft ook zijn warme momenten. De mist blijft. Ze suggereert slechts en komt niet met verhelderende antwoorden. Wel biedt ze Michael een weg uit zijn verleden, ondanks de blijvende grijsheid.

Ik heb na zitten denken over de titel. In onze taal valt alleen de avond. Vreemd eigenlijk. Als de avond valt, is dat een neutrale mededeling maar de titel van deze novelle geeft deze gevallen ochtend meteen iets geladens. Er is iets vreselijks gebeurd ‘s nachts dat deze nieuwe dag als een blok op je maag doet vallen. Een prachtige titel dus, voor een intens mooie, poëtische novelle.

Martijn Nicolaas

Manon Uphoff – De ochtend valt. De Bezige Bij, Amsterdam, 120 blz. € 14,95