De rel rond de ‘uitgelekte’ polemiek van Anton Dautzenberg blijkt vooral confronterend voor de organisatie van de Avond van de Polemiek. In de Volkskrant staat vandaag een artikel waarin zowel de auteur als de organisatoren commentaar geven op het gebeuren. De ingezonden polemiek van Dautzenberg was een rechtstreekse aanval op de opdracht die hij had gekregen:

Tonio krijgt er (…) flink van langs, precies zoals de organisatie van deze avond mij heeft opgedragen: een polemiek ad hominem, in opdracht iemand afzeiken. Tegen betaling een tekst schrijven, die komen voordragen en toestemming geven voor publicatie in Het Parool.

Dit zegt de auteur op zijn eigen site. Je kunt zo’n opdracht natuurlijk afslaan, maar Dautzenberg is niet iemand die zich verschuilt achter een zwijgend protest. Dat de overleden zoon van A.F.Th. van der Heijden hem niet werkelijk een doorn in het oog was, had men kunnen weten. De auteur is bekend om zijn in opzienbarende vorm gegoten statements, er zit altijd iets achter de bombarie. Bovendien heeft hij zelf onlangs een roman gepubliceerd waarin een overleden dierbare centraal staat. ‘Ik vraag het me al langer af: zouden de mensen het boek van je vader kopen uit medelijden? Of, en nu word ik gemeen, zijn de kopers ordinaire ramptoeristen?’ Dat zou dan toch ook moeten opgaan voor zijn eigen werk.

Als schuldbewuste flagellanten reageren de organisatoren: ‘Ik denk dat de organisatie en jury zich beter wat van de inhoud had kunnen aantrekken, dan voorbarig, zonder medeweten van de auteur, zijn teksten verspreiden’, aldus Daphne de Heer (SLAA) in de Volkskrant. Voorbarig was het inderdaad, want Dautzenberg had de polemiek niet ingezonden ter publicatie in de media en was van plan zijn tekst toe te lichten tijdens de Avond van de Polemiek. Door toch persberichten te versturen, heeft de organisatie onbewust een statement dat tegen haarzelf gericht was stevig in de schoenen gezet.