Steun de stichting SDK!

Vandaag is het zo’n dag dat ik mijzelf liever niet tegenkom, zucht uw inktslaaf een titel van Herta Müller na. De verhalen in zijn hoofd bliksemen alle kanten op. Het kan niet lang meer duren voordat er geen lijn meer in te ontdekken is, voor zover hij er ooit echt wijs uit heeft kunnen worden. Hier past alleen een citaat van W.G. Sebald wanneer hij in Logies in een landhuis eer betoont aan Keller, Hebel, Walser, Mörike en Rousseau: ‘De boog omspant nu ruim tweehonderd jaar, en je kunt eraan zien dat er in de loop van die lange tijd niet veel is veranderd in die merkwaardige gedragsstoornis die zo nodig elk gevoel in letters moet omzetten en die met verbazende precisie langs het leven schiet. Wat me vooral verbaasde is het verschrikkelijke uithoudingsvermogen van de literaten. Er schijnt geen kruid gewassen tegen de ondeugd van het schrijven; zij die eraan verslaafd zijn gaan er zelfs nog mee door als het plezier in het schrijven allang is verdwenen, en ook nog op kritieke leeftijd waarop je, zoals Keller soms opmerkt, elke dag het gevaar loopt simpel te worden en alleen nog maar zou willen dat het voortdurende malen in je hoofd eindelijk eens kon stopzetten.’

Uw inktslaaf wordt wreed uit drie verhaallijnen gerukt door een scooterrijder die achter zijn rug doordringend toetert. Slenteren in een park, op de stoep. In een ander tempo dan de buitenwereld met de hond als alibi. Hoe kom je ook op het idee? Op een bericht over eerder ondervonden motorische terreur, aanmerkelijk erger, gewelddadig, reageerde een redacteur van het darrende uitgeefhuis met ‘Je wordt oud.’ Er is weinig kans op, maar een mens mag blijven hopen. Nee, aan onhebbelijkheden heeft hij zich altijd al geërgerd. Een mannetje van de wet, al geeft hij nu toe, zij het schoorvoetend, die voor zichzelf in vroegere tijden ruimschoots te hebben opgerekt.

Voordat uw inktslaaf verandert in een boze buurman die voetballen van kleine jongetjes in stukken snijdt wanneer ze in zijn tuin belanden, zoals hem zelf is overkomen met zijn eerste, en na later zou blijken enige leren knikker, gaat hij wellicht zijn initiaalgenoot – daar is hij gelukkig weer, u werd node gemist, al was u nooit uit onze gedachten – achterna naar een koophuisje op het platteland in het Teutoonse zuidoosten. Leve de Eigenheimers, zogezegd. Ondertussen vraagt hij steun voor zijn stichting Stilte Door Krieltjes met de slogan Elke knalpot verdient een eigen patat.

Over krielen en leren knikkers gesproken. Uw inktslaaf is een nakomertje. Zijn zus werd al achternagezeten door brommerjongens toen hij op het toneel verscheen. De laatste vier maanden van de zwangerschap heeft zijn moeder plat op bed gelegen. De dokter had gezegd dat als ze geen volledige rust nam, er een grote kans was ‘dat de kriel verloren zou kunnen gaan’. Een gemiste kans, denkt uw inktslaaf steeds vaker. Enfin, hij stond als zevenjarig bintje bij het klimrek toen een bal naar hem toerolde. Hij pakte hem op bewonderde een paar tellen de zwarte en witte vlakjes – achthoeken, kan hij nu melden – en gaf hem met gestrekte armen aan de jongen die op hem af was komen stormen. Een vriendelijk bedoeld gebaar, beloont met een vuistslag op de lip. Hij heeft niet gehuild, was alleen verbaasd. Zijn vader liet hem zijn verzameling sigarenbandjes met clubemblemen zien en legde de regels van het spel uit. Alleen de keeper gebruikt zijn handen. Het weekend erop nam hij hem mee naar een amateurvoetbalwedstrijd. Achterop de brommer, met de beentjes in de zijtassen, onderin een dikke laag postelastieken. De herinnering is een oplichter, maar uw inktslaaf is er vast van overtuigd dat het stralend weer was en dat hij een Märklin treinstel kreeg. Ze zijn daarna samen nog een paar keer gaan kijken. Niet al te vaak, want bij de geboorte van uw inktslaaf was zijn vader al bijna vijftig. De kritieke leeftijd voor mannen in de familie. Vlak voordat hij ziek werd, kocht hij een leren knikker.

Guus Bauer