‘Het werd, het was, het is gedaan.’ Een citaat van Vasalis staat vandaag boven een rouwadvertentie voor Frida Balk-Smit Duyzentkunst, emeritus hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. De advertentie (in de Volkskrant en NRC Handelsblad) werd opgemerkt door De Contrabas.

Frida Balk-Smit Duyzentkunst schreef echter talloze artikelen over letterkundige onderwerpen, soms met een taalkundige inslag, zoals over de taal van Marten Toonder. Wie alleen al de immense lijst publicaties op DBNL bekijkt, weet dat ze breed geïnteresseerd was, ook in de hedendaagse letterkunde: van Judith Herzberg, Josepha Mendels, Willem Frederik Hermans tot M. Vasalis. Ze zat ook in de jury die Josepha Mendels de eerste Anna Bijns Prijs toekende, een van de twee prijzen die de schrijfster in haar leven won.

In een interview met Opzij vertelde ze over haar jeugd.

Van mijn vader hoefde ik niet zo nodig naar een “moeilijke” school. De ulo was goed genoeg. Hij was een buitengewoon geëmancipeerde man, die niets moest hebben van afkomst en status. Mijn moeder had hij min of meer “gered” uit een problematisch, alcoholisch arbeidersgezin. De buurt vond mij gek; het hoorde niet, een meisje van de Olympiakade naar het lyceum. Ze vonden dat ik een goede huisvrouw moest worden. Dat is het enige waar ik altijd last van ben blijven houden, dat ik geen goede huisvrouw zou zijn. Dat ben ik ook niet.