De waarheid is de beste leugen

‘Het boek is mooi geschreven, maar wat er zoal in gebeurt grenst aan het onwaarschijnlijke,’ stond een tijdje terug in een recensie over een tekst van uw inktslaaf. ‘De schrijver beschikt wel over een érg rijke fantasie.’ Dank u wel, mevrouw, maar de arbeider in de socialistische heilstaat die in de betreffende tekst figureert, heeft daadwerkelijk in een tijdsbestek van vijf jaar van een tractor een tank gemaakt door elke dag een stukje pantserstaal te smokkelen. Hij mocht bij de metaaldetector doorlopen omdat in zijn hoofd de restanten van een kogel zaten.

Zo beweerde hij althans. In de weekenden laste hij de stukken aan elkaar op de van zijn tante geërfde datsja vlak bij het IJzeren Gordijn. Tot zover de feiten die het schrijvertje ter beschikking stonden. De verbeelding deed de rest. In een bespreking over Treurwegen werd onlangs het volgende opgemerkt:

‘De avonturen van Willem en Hans zijn bijna ongeloofwaardig, ware het niet dat het oorlog is: een vreemde, verwarrende oorlog, waarin iemand als Willem, die zijn jasje naar de wind laat hangen, het makkelijk weet te redden. Zolang hij maar niet tegen een granaat, vlammenwerper, of tank aanloopt of in een gifgasaanval terecht komt. Hij weet zelfs promotie te maken! Enkele toevallige voorvallen, en de rol van oom Alfons, vormen aan het eind van het verhaal, als het 1945 is, een haast ongelooflijke plot. Maar het kan. Natuurlijk kan het…

Het is een fantastisch verhaal, met veel humor, wrange humor, maar ook gewoon leuke dingen die het altijd weer gruwelijke verhaal van de Grote Oorlog draaglijk maakt. Overigens gaat Bauer niet diep in op de oorlog zelf, alles wordt verwerkt in het verslag van Willems avonturen. De achtergrond is waar, het avontuur van Willem acceptabel, het verhaal een feest om te lezen!’

Mevrouw, ook u minstens duizend maal dank, maar waar komt die fascinatie met de waarschijnlijkheid vandaan, dat bijgeloof in het geloofwaardige? We hebben het over fictie. Een mozaïek van de beleving. De schrijver die zijn eigen waarheid liegt.

Op de school waar uw inktslaaf jaren geleden een kantine beheerde, de drieduizend ramen tweemaal jaarlijks zeemde, de tuin onderhield – daar had hij gezien de omvang wel wat hulp van collega-hovenier Gerbrand bij kunnen gebruiken – en in het algemeen onderhoud van het gebouw voorzag, werd zijn nevenschrijverij met argusogen gevolgd. Daarover zal ooit het boekwerk Schoolstrijd verschijnen.

Op een maandag werd hij ter verantwoording geroepen over een paginavullend stuk in een zaterdagkrant. Nu bleek hij ook al verantwoordelijkheid voor de verkeerde interpretaties van een journalist. ‘Dat is niet helemaal conform de waarheid.’ Een week na de verschijning van een novelle kwam een lerares verhaal halen. Minstens een kop boven het meesterklussertje uit stekend, dirigeerde ze driftig haar wijsvinger voor zijn neus heen en weer terwijl haar omvangrijke borsten in de hobbezak die zij droeg heen en weer stuiterden. Op haar harige bovenlip parelde het zweet en van de weeromstuit had ze minstens vier extra kruinen op haar hoofd. Zij zag zichzelf terug in de leidster van een Socialistisch vrouwenkoor.

‘Ondanks dat Honza trots was op zijn reputatie als vrouwenveelvraat, kon hij bij de gedachte aan mevrouw Zahradniková, die het koor met ijzeren hand regeerde, een licht misselijkmakend gevoel niet onderdrukken. Wat een paard van een wijf, wel twee meter groot en minstens even breed. Ze had een raar soort stekelig haar, een lichte snor op haar bovenlip, een onovertroffen slecht humeur en was gekleed in onduidelijke sloeberjurken waarin haar borsten erg onvoordelig alle kanten opbolden wanneer ze bewoog. Ook was zij de ongekroonde koningin van de roddeltantes van de streek.’

Uiteraard ontkende uw deeltijdconciërge toentertijd in alle toonaarden. De tekst was al minstens tien jaar eerder geschreven. Via via vernam hij later dat ze het toch spijtig vond om niet vereeuwigd te zijn. Het is lastig goed te doen.

Dezer dagen is uw columnist in afwachting van een werkbeurs wederom doende met handarbeid: behang afsteken, stuken, witten, schuren, schilderen, tegelen, leidingen leggen, afvoeren vernieuwen en boilers, keukenblokken en wasbakken plaatsen. De ideale tijd om het belangrijkste voorwerk te doen, namelijk het nadenken over de constructie van het verhaal. Boeken worden toch vooraleerst in het hoofd gecomponeerd.

Op dit moment draaien er verschillende filmen in de hersenpan van uw positieve zwartkijker: over de Moorse tijd op het Iberische schiereiland, over de Maginotlinie en over het dilemma van Gustav A. Bauer, die vier uur voordat het ultimatum van de geallieerden afliep naar voren werd geschoven als nieuwe minister-president van de Weimarrepubliek en ondanks zijn visionaire bezwaren het Verdrag van Versailles ondertekende. Leve de verbeelding!

En dan vertelde zijn vertaler naar het Duits nog over diens vader die vijf jaar lang chauffeur was van generaal Rommel en zijn broer die in de als boerderij vermomde bunker van Goebbels woont. Materiaal te over. Eerst even het cement mixen!

Guus Bauer