End of chat

Uw inktslaaf komt even terug op het slot van de serie Bouwstenen. Begin jaren tachtig ging hij met een two-tone bandje mee naar Japan. Hij was namelijk een van de weinige mensen die zowel met de toetsenist als met de gitarist overweg kon. Bij een optreden was al een keer een Fender stukgeslagen op een keyboard.

In Osaka kwam het publiek bij het tweede nummer massaal uit de stoelen. De tolk vertelde later dat er een wet was die dansen in concertzalen verbood. Uit angst voor hoge boetes had de zaaleigenaar de politie gebeld. Een heel peloton ordehandhavers – met bandana op het hoofd met daarop de Japanse vlag, type kamikazepiloot – maakte met getrokken sabel een einde aan het optreden. De bandleden en hun entourage werden naar het hotel gebracht. Huisarrest met (beperkte) roomservice.

De tolk bracht op dag nummer twee voor alle ‘gearresteerden’ een voor die dagen hypermodern speeltje mee: een V8 recorder. Met de dikste batterij kon je drie uur lang onderweg tv kijken of V8 bandjes draaien. Zeer genereus, naar het leek. Toen na een paar dagen de vuige westerlingen naar het vliegveld werden getransporteerd – de andere gigs waren van overheidswege geannuleerd – bleek het de dag te zijn waarop het vuilnis werd opgehaald. Er stonden massa’s gloednieuwe tv’s, stereotorens en andere elektronica langs de kant van de weg. ‘De ontwikkelingen gaan zo snel,’ zei de tolk, ‘dat de apparatuur van een paar maanden geleden niets meer waard is.’

guus bauer V8

Het vliegtuig maakte een tussenstop in Amsterdam en uw inktslaaf besloot om zijn geboortestad even aan te doen. Juist in die dagen had zijn voormalige compagnon in het duikbootdebacle hulp nodig bij het maken van een boek van een kunstenaar. Bovendien was er een woning in de Pijp leeggekomen, eigendom van een Duitse tandarts. ‘Gewoon kraken,’ zei de sinoloog, ‘en dan een huur voorstellen aan de Zahnarzt.’

Twee weken later deed uw inktslaaf de beletage over aan de hoofdredacteur van een tijdschrift. Nooit heeft hij in dat blad iets kunnen publiceren. Op de eerste verdieping van het pand waren Hells Angels ingetrokken. Nachtelijke zuippartijen, ruzies, bierflessen die tegen de muur werden stukgegooid. Voordat de hoofdredacteur iets nieuws had gevonden, sliep hij vrijwel elke nacht op zolder.

Het publiceren van de dichtbundel met kunstzinnig verschoven foto’s smaakte naar meer. Uw trotse uitgevertje belde aan bij Simon Vinkenoog. ‘Ik wil een boek van u uitgeven.’ Tegelijkertijd benaderde hij Gerrit Komrij met een vastomlijnd idee (en een grote coupure in zijn achterzak). ‘Ik doe het, omdat je met een duidelijk voorstel komt.’

Het schrijven van het voorwoord liet alsnog anderhalf jaar op zich wachten. Toen verscheen De muze in het kolenhok. Ja, ja, alles viel samen. Vanaf toen was het de inktslaaf duidelijk. Hij zou met het uitgeven van Bekende Auteurs de publicatie van nieuwe talenten financieren. De Performing Poets zouden een platform krijgen.

Guus Bauer