Mandarijntjes

Ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan van Mandarijnen op zwavelzuur een kleine en vermoedelijk eenmalige bijdrage over Nederlandse literatuur.

In de boekenbijlage van de Volkskrant van afgelopen weekend kreeg de crème de la crème van de jonge schrijvers de vraag voorgelegd wat het verschil is tussen ‘een goed boek’ en literatuur, ‘mocht er een verschil zijn’. Dit naar aanleiding van de omstreden bestseller van Joël Dicker. Een klassieke vraag: wat is literatuur? Wat zij ook moge zijn, bij antwoorden van schrijvers daarop zou je een vermoeden moeten krijgen.

Joost de Vries bijt het spits af, maar zijn antwoord blijkt van een dusdanig gênant niveau dat we snel doorgaan naar de volgende. Jamal Ouariachi gebruikt de woorden ‘top’ en ‘vette’, woorden die iemand die zich met literatuur bezighoudt niet opschrijft, behalve in de betekenis van respectievelijk bergtop en volvette Edammer. Hij doet zijn best. Toch blijft het antwoord een tweede dieptepunt.

Bij Maartje Wortel kruipen we uit het dal – zij reageert iets verstandiger dan de heren – maar lijkt vooral trots op haar onwetendheid, en de moed zakt een mens toch in de schoenen bij haar conclusie dat literatuur een ‘vraagteken’ is?

Thomas Heerma van Voss is de eerste die heeft nagedacht voor hij wat opschreef (misschien is dat in elk geval een kenmerk van literatuur: nadenken voor je wat op papier zet, althans je kunt het ook zonder nadenken doen, maar dan moet je goed nadenken nadat je wat op papier hebt gezet, en dan eventueel herschrijven). Hij geeft een heldere en acceptabele omschrijving van wat literatuur kan zijn. De jongen is nog maar 23, dus er gloort hoop, hoewel het me allemaal nog net iets te veel Oud-Zuid is.

Eenzame hoogte toch, zo blijkt, want met Walter van den Berg, auteur van De hondenkoning, zijn we weer afgezakt. Hij merkt op dat de boeken van Stephen King soms ‘stinkend goed’ zijn. Die woordcombinatie gebruikt een mens en zeker een literator niet. Daarna kun je schrijven wat je wilt, Gods zegen rust er niet meer op.

Ten slotte Jannie Regnerus (42) over een boek dat ze bijzonder vindt: ‘Dit is wat literatuur vermag, met dit meesterlijke droste-effect heeft dit boek een diepte die veel verder reikt dan de smalle rug.’

Wat een armoe. Als een land de schrijvers en boekhandels krijgt die het verdient, dan is Nederland geen kennisland maar één grote achterstandswijk.

Maak van literatuur geen uitgedroogd mandarijntje, maar een zongerijpte bloedsinaasappel.

Johannes van der Sluis