Vijfde hoofdstuk

Waar de kleine Hieronimus zich mee bezighield.

  1. Zolang kleine Jobsje nog luiers moest dragen,

    Kreeg hij het druk, sinds die eerste dagen:

    Hij sliep, at, zoog en dronk,

    Waarna hij opnieuw in slaap verzonk.

  2. Hij betoonde zich daarin niet de mindere

    Van twee of drie insgelijks bezige kinderen

    En beluisterde steevast een wiegelied,

    Maar tevreden was hij desondanks niet.

  3. Je hoorde hem schreeuwen, dagen en nachten,

    En uit zijn wieg stegen bittere klachten,

    Alsof het hem aan alles ontbrak,

    En niemand begreep wat daar achter stak.

  4. Bezoekers die naar de oorzaak gisten

    Dachten soms dat ze de reden wel wisten,

    Ze zeiden bijvoorbeeld: ‘Er lijkt hier wel

    Een vorm van hekserij in het spel.’

  5. Men ontbood, gezien de situatie,

    De arts en de vroedvrouw ter consultatie,

    En op recept kreeg het kind bij zijn hap

    Een medicijn en rabarbersap.

  6. Hoewel hij zeer voorspoedig gedijde

    Had zijn moeder daaronder nogal te lijden,

    Maar hij groeide snel, toen veranderde het

    En werd hij sterk, krachtig, dik en vet.

  7. De ouders konden (dat zult u begrijpen)

    Over zo’n prachtkind de handen dichtknijpen

    En gaven menig welgemeende kus

    Aan hun brave Hieronimus.

  8. Meer nieuws heb ik over de eerste drie, vier jaren

    Van kleine Jobs niet kunnen vergaren,

    Daarom krijgt dit hoofdstuk hier zijn besluit

    En kijk ik alvast naar het volgende uit.