Achttiende hoofdstuk

Hoe Hieronimus nu begon geestelijk te worden en hoe hij een zwart kostuum en een pruik kreeg en hoe hij op de kansel voor het eerst preekte enz.

  1. Toen de volgende ochtend arriveerde

    En ieder zijn bed de rug toekeerde

    En men zich binnen de kortste tijd

    Fris en wel geschaard had om het ontbijt,

  2. Nam vader Hieronimus terzijde

    En sprak: ‘Beste zoon, je moet vermijden

    Met soortgelijke bekleding aan

    In de toekomst nog over straat te gaan.

  3. Maar mocht je nog prijs stellen op mijn zegen,

    Verwijder dan eerst die afschuwelijke degen,

    Omdat een dienaar van Gods woord

    Slechts met de bijbel te schermen behoort.

  4. Die laarzen van jou, die grijze poncho,

    Die gele boksleren broek, dat vest en zo

    En dan die enorme gevederde hoed,

    Staan geen van alle een dominee goed.

  5. Als iemand je zo uitgedost zag verschijnen,

    Moest hij wel denken: “Gossiemijne,

    We krijgen eerder een kurassier

    Dan een volwaardige dominee hier.”

  6. Ook kom je als geestelijk leider en herder

    Met een ronde pruik op je hoofd veel verder,

    Want zo dwing je eerbied af en respect

    Terwijl je kapsel nu slechts huivering wekt.

  7. Ik heb daarom het besluit genomen

    De kleermaker langs te laten komen:

    Die meet jou, met je permissie, vandaag

    Nog een zwart pak aan met stijve kraag.

  8. Ook de pruikenmaker, niet te vergeten,

    Komt je vanmiddag een pruik aanmeten

    Die (als je vindt dat hij je staat)

    Je voortaan mag dienen als hoofdsieraad:

  9. Dat verhoogt je aanzien in ieders ogen.

    À propos kan ik niet langer gedogen

    Dat je nog doorgaat met dat gevloek,

    Want zo raakt alle geestelijkheid zoek.

  10. Hoewel hij niet echt gewillig oogde

    Bij wat zijn vader verstandig betoogde,

    Ging Hieronimus zonder weerwoord

    Met alles onvoorwaardelijk akkoord.

  11. Zo gebeurde het dat men nog die maandag

    Hieronimus met pruik en pak op of aan zag

    En met een wit kraagje dat zijn mama

    Gemaakt had manu propria.

  12. Geheel in geestelijk tenue gestoken,

    Heeft hij zijn ouders nu toegesproken,

    Hun belovend dat aanstaande zondag hij

    Een preek zou gaan houden in deze livrei.

  13. En niet van zins die belofte te breken,

    Stond hij de zondag daarop al te preken,

    Waarbij hij, niet geheel onverwacht,

    Die preek gaaf over het voetlicht bracht,

  14. Want zoals we al ruim tevoren

    (in hoofdstuk zestien) konden horen

    Was die hem door een vriend gespendeerd,

    En daarop door hem uit het hoofd geleerd.

  15. Die preek was buitengewoon doorwrocht en

    Met zoveel kalenderwijsheid doorvlochten

    En stond zo bol van wijsgerige zwetserij

    Dat Hieronimums zelf niet wist wat hij zei.

  16. Ook zijn uiterlijke verschijning was prachtig

    Zijn armen en handen gebaarden machtig

    En zijn schallende, sterke tenor

    Drong alle toehoorders vol in het oor.

  17. Hij werd daar dan ook door ettelijke honderd

    Aanwezigen zeer om zijn preek bewonderd;

    Men stootte elkaar met de elleboog aan

    En zei: ‘Die man zou hier niet misstaan!

  18. Wie had dat in hemelsnaam ooit kunnen dromen

    Dat er nog zoiets goeds zou komen

    Van senator Jobs’ domme Hieronimus?

    Hij wekt hier de grootste verwondernus!’

  19. Ook waren al zijn familieleden

    Met Hieronimus meer dan tevreden,

    Die hadden geluisterd met open mond,

    Zo routineus hij daar te preken stond.

  20. Onmogelijk u lijfelijk te doen ervaren

    Hoe verrukt zijn beide ouders wel waren,

    Want die hielden nu ieder van zijn of haar kant

    Hem voor een fantastische predikant.

  21. Op de goede afloop vond even later

    Een feestmaal ten huize van de senater

    Plaats, waar alle verwanten zich toen

    Aan spijs en drank te goed kwamen doen.

  22. Daar heeft men tot ’s middags na vieren

    Hieronimus als een held zitten vieren,

    Waarbij men uit grote glazen dronk

    En daarmee zijn gezondheid beklonk.

  23. Unaniem vonden alle familieleden

    Dat er gezien de gegeven omstandigheden

    Nog veel meer eer aan de horizon

    Lonkte, zodat hij het wagen kon

  24. Een snelle beroeping te realiseren

    En tot candidatus te avanceren

    En uit dien hoofde zijn kandidatuur

    Moest indienen bij het kerkbestuur.

  25. Wel moest hij dan binnen de kortste keren

    Zich voor het examen presenteren,

    Maar gezien zijn gedegen belezenheid

    Was dat niet meer dan een formaliteit.

  26. Temeer daar de dominee niet zeer gezond was

    En daarmee de zaak in principe al rond was

    En hij, zonder haat en nijd in de kerk,

    Direct kon beginnen met werk,

  27. Althans indien het (naar viel te hopen)

    Met de dominee op zijn einde zou lopen,

    Want met dat kleine beetje geluk

    Kon het met Hieronimus niet meer stuk.

  28. Ze trachtten zó lang hem te overtuigen,

    Dat hij voor hun argumenten móest buigen.

    Dus gaf hij, hoewel de angst hem beving,

    Daartoe volmondig zijn toestemming.

  29. Hij ledigde overigens onverschrokken

    Een paar grote glazen met reuzenslokken,

    Maar als hij aan het examen dacht,

    Was hij compleet van zijn stuk gebracht.

  30. Hij trachtte daarom zijn vrees te doen slinken

    Door zich een stuk in zijn kraag te drinken,

    Hoewel vader Jobs zich heeft uitgeput

    In een afkeurend met-het-hoofd-geschud.