Zevenendertigste hoofdstuk

Hoe Hieronimus bezoek kreeg van vriend Hein, die hem tot rust bracht. Een hoofdstuk zo goed als een grafrede.

172

  1. Geen geleerde heeft ooit kunnen weerleggen

    Wat kerkvader Horatius1 placht te zeggen

    Over hetgeen nu al eeuwenlang

    Blijkt te zijn hier aan de gang:

  2. ‘Zowel tegen de paleizen van de groten

    Als tegen de hutten van de armen pleegt te stoten

    Vriend Hein, bekend bij iedereen,

    Met zijn dorre knekelbeen.’2

  3. Dat wil volgens de grondtekst in feite zeggen

    Dat iedereen in de grond komt te leggen,

    Zowel de onderdaan als de monarch,

    De sloeber zowel als de patriarch.

  4. Mitsgaders magere Hein tussen beiden

    Niet in het minst pleegt te onderscheiden,

    Want hij grijpt alles, wijd en zijd,

    Met de strengste onpartijdigheid.

  5. En hij pleegt altijd uiterst scherp te loeren

    Op edellieden zo goed als op boeren,

    Op de bedelaar en de Grootsultan,

    Op de kleermaker en Dzjengis Khan.3

  6. Hij weet ze allemaal om te maaien,

    Excellenties even hard als hun lakaaien,

    En Hare Majesteit evenzogoed

    Als de meid die de varkens hoedt.

  7. Er geldt geen uitzondering voor personen

    Met hoge pruiken of gouden kronen,

    Voor geen baret of hertengewei,

    Of hoofdbedekkingen allerlei.

  8. Hij beschikt over honderdduizend zaken

    Om met ons korte metten te maken,

    Soms is het een zwaard, soms een buil,

    Soms zet ons de wijndruif bij het grofvuil.

  9. Soms een ziekte of een van schrik verbleken,

    Soms medicijnen uit apotheken,

    Soms rattengif, soms lief en leed,

    Soms ook een dolle hondenbeet.

  10. Soms een proces, soms een fusillade,

    Een kwaaie vrouw of een kanonnade,

    Een galg of andersoortig gevaar

    Waarvoor de hemel ons bewaar’.

  11. Daar helpen, om zich ervan te bevrijen

    Niet d’Arçons4 drijvende batterijen,

    Want vriend Hein, die gulzige schelm,

    Vreest vesting, schild, degen noch helm.

  12. De commandant op de woelige baren,

    De grootvizier in zijn omvangrijke harem,

    Alsook Diogenes5 in zijn ton,

    Niemand die hem ontsnappen kon.

  13. Zo is het van oudsher geweest en gebleven

    En in de geschiedenisboekjes beschreven:

    Jacob Böhme6 en Aristoteles,7

    Malle Appie8 en Demosthenes.9

  14. Aesopus10 evenzeer als Helena11 van Troje,

    De eerste foeilelijk, de tweede een mooie,

    De arme Job,12 koning Salomon,13

    Zagen niets hoopvols onder de zon.

  15. Keizer Max14 en meester Jobs de Senator,15

    Catullus,16 Hans Sachs17 (mijn voorliterator),

    De kleine David,18 reus Goliath19

    Vroeg of laat gingen allen plat.

  16. Nicolaas Klimm20 en Marcus Aurelius,21

    Cato22 en Tijl Uilenspiegelius,23

    Ridder Samson24 en Don Quichot,25

    Niemand ontsnapte er aan zijn lot.

  17. Cartouche,26 de bandiet, koning Alexander,27

    De een geen haar beter dan de ander,

    De held Bramarbas28 en Hannibal29

    Allemaal liepen ze in de val.

  18. Karel de Twaalfde,30 zo goed al Polens

    Sterke Augustus,31 nolens volens,

    Hetzelfde gold voor Sjah Koelikan32

    En ook Tsaar Peter33 ging er an.

  19. Alsmede Xerxes,34 met zijn hele leger,

    En Potifar,35 in huis zo integer,

    De eenoog Polyphemus36 zowaar,

    En Methusalem,37 na ± duizend jaar.

  20. Ja, elk van hen kwam op de zwarte baar, ja:

    Calvijn38 en de pater van Santa Clara,39

    Ook aartsvader Abraham40

    En Erasmus van Rotterdam.41

  21. Ook molenaar Arnold42 en de advocaten

    In de wijdlopige Pruisische staten,

    Tribonianus43 en notaris April44

    Die in Regensburg de trap af viel.

  22. Hij neemt allen mee, die magere voerman,

    Hippocrates Magnus45 en dokter Moerman46

    Galenus47 en kwakzalver Menadie48

    Met de Salernitaanse Academie.

  23. Het kan niet schelen wat de naam is,

    Jan Pelleboer49 of Nostradamus,50

    Swedenborg,51 Faust52 (de alchemist),

    Geen die hij niet heeft weggegrist.

  24. Orpheus,53 die zo prachtig harp kon spelen,

    Of Molière54 (die van het toneel) en

    De grote schilder Appeles,55

    Die reeg hij allen aan het mes.

  25. Ook koning Midas56 met zijn lange oren,

    De dichter Homerus,57 blind geboren,

    De lamme Timoer,58 de danser Vestris,59

    Niemand, die hem ontsprongen is.

  26. Penelope,60 Xantippe61 vrat zonder schaamte

    Lieve lezer! dit vreeswekkend geraamte,

    Judith,62 Dido,63 Lucretia,64

    En de koningin van het Rijk van Arabia. 65

  27. De vrolijke Frans, de mopperkont Timon66

    De tovenaar Schröpfer,67 de magiër Simon,68

    Socrates69 en de jonge Werther70 helaas,

    De ene als wijsgeer, de ander als dwaas.

  28. Zelfs Bucephalus71 en Rosinante72

    En Abulabas,73 de olifant, en

    Het ros Beyaart74 en Bileams ezel,75

    Vrat vriend Hein op tot de laatste vezel.

  29. Summa summarum, in alle boeken

    Zul je vergeefs een exempel zoeken,

    Dat vriend Hein ergens verscheen

    En met lege handen verdween.

  30. En allen die hij nog niet heeft gevreten,

    Zal hij ook strakjes beslist niet vergeten,

    Zelfs, helaas lieve lezer, ook gij,

    En (wat nog erger is) zelfs Mij.

  31. Niemand zal daarom zijn verwonderd

    Dat nachtwachters niet worden uitgezonderd,

    En na veertig jaar en drie weken exact

    Heeft Hein Hieronimus gepakt.

  32. Die kreeg de koorts, maar was van deze

    Zonder problemen snel weer genezen,

    Als men er zich tot beperkt had toen

    De natuur haar werk te laten doen.

  33. Maar een roemrijke dokter kwam hem cureren

    En heeft hem met levens-elixeren

    Methodisch om het leven gebracht

    En naar de plek die ons allen wacht.

  34. Toen Hieronimus ten grave was gedragen

    Hoorde je alle burgers weeklagen,

    Want in geen eeuwen hadden zij

    Zo’n beroemde nachtwachter gehad als hij.


Noten

1 Horatius: † 8 v.Chr., stierf op 56-jarige leeftijd, kort na zijn beschermheer Maecenas, naast wie hij op eigen wens begraven werd; bij leven Romeins dichter, gunsteling van keizer Augustus, schreef oden, epoden, satiren en brieven. Om de hier gepresenteerde stelling kracht bij te zetten en niet een te zwaar beroep te doen op de algemene historische kennis van de lezer, heb ik de volgende strofen van enige voetnoten voorzien (vert.).
2 Het citaat staat in een van zijn beroemdste oden en luidt in de oorspronkelijke tekst: pallida mors aequo pulsat pede pauperum tabernas / regumque turres. Letterlijk: De bleke dood stampt met even harde voet tegen de krotten van de armen als tegen de torens van koningen.
3 Dzjengis Khan: † 1227, Mongools heerser, stichter van een wereldrijk, stierf tijdens het beleg van Ning Sjia.
4 D’Arçon: † 1800, Frans ingenieur, uitvinder van de ‘drijvende batterijen’, die bij het beleg van Gibraltar een totale flop bleken.
5 Diogenes: † 324 v.Chr., Grieks wijsgeer, aanhanger van de cynische levensfilosofie. Dreef de soberheid zover dat hij in een ton leefde.
6 Jacob Böhme: † 1624, Silezische schoenmaker, autodidact, mysticus en theosoof, stierf met de woorden: ‘Nu ga ik naar het paradijs’. Van hem is sindsdien niets meer vernomen.
7 Aristoteles: † 322 v.Chr., stierf in Chalcis, waarheen hij was gevlucht tijdens een proces wegens vermeende goddeloosheid; bij leven Grieks wijsgeer, leerling van Plato, leraar van Alexander de Grote.
8 Malle Appie: vrije vertaling van ‘Klaus Narre’.
9 Demosthenes: † 23 v.Chr. Grieks redenaar, pleegde zelfmoord.
10 Aesopus: in Delphi doodgeslagen Griekse fabeldichter, wiens lelijkheid spreekwoordelijk was.
11 Helena: onsterfelijk mooie vrouw die de aanleiding tot de Trojaanse oorlog was.
12 Job: zwaar door God beproefd man in het Oude Testament; werd meer dan 140 jaar en stierf ‘oud en verzadigd van het leven’. Niet te verwarren met Hieronimus Jobs.
13 Koning Salomon: zoon van David, wijze koning van Israël, regeerde veertig jaar ‘tot hij bij zijn voorouders te ruste ging’. Hij werd begraven in de Davidsburcht (2 Kronieken).
14 Keizer Max: † 1519, voluit Maximiliaan I, Duits keizer, vader van Filips de Schone.
15 Jobs de Senator: stierf uit ergernis over zijn liederlijke zoon (zie hoofdstuk 21).
16 Catullus: † 54 v.Chr., Romeins lyrisch dichter wiens leven bedorven werd door een ongelukkige liefde.
17 Hans Sachs: † 1576, stierf in zijn geboortestad Neurenberg; Duits dichter, beroemdste ‘Meistersinger’, op wie de schrijver van de Jobsiade zich in het inleidende hoofdstuk (onterecht) beroept als literaire voorganger.
18 David: † 971 v.Chr., gaf stervende zijn zoon Salomon de opdracht Joab uit de weg te ruimen; bij leven koning van Juda en Israël, bekend door zijn zege op de Filistijnen (zie ook Goliath).
19 Goliath: door David (zie vorige noot) door middel van een slinger gedode reus.
20 Nicolaas Klimm: sterfjaar onbekend, überhaupt onbekend, vermoedelijk een toevallige voorbijganger.
21 Marcus Aurelius: † 7-5-180, stierf een natuurlijke dood op een veldtocht tegen de Marcomannen; bij leven Romeins keizer en filosoof.
22 Cato: † 149, strenge en puristische ambtenaar (censor) in het oude Rome, vond dat Carthago vernietigd moest worden.
23 Tijl Uilenspiegel(ius): held uit het omstreeks 1500 verschenen gelijknamige volksboek. Fopte iedereen en belandde op het schavot.
24 Simson (of Samson): zeer sterke man in het Oude Testament, stierf onder de puinhopen van het gebouw dat hij deed instorten.
25 Don Quichot: onsterfelijke romanfiguur, stierf in bed ‘nadat hij alle sacramenten had ontvangen en zijn afschuw van ridderromans had uitgedrukt in vele, doeltreffende bewoordingen’.
26 Cartouche: † 1721, beruchte Parijse dief en overvaller van diligences, geradbraakt.
27 Koning Alexander (de Grote): † 23 v.Chr., jonggestorven koning van Macedonië, stichtte een wereldrijk.
28 Bramarbas: onsterfelijke literaire figuur, prototype van de snoever en de praalhans.
29 Hannibal: † 1721, na inname van vergif, Carthaags veldheer, steeds in oorlog met de Romeinen.
30 Karel XII, † 1682, stierf op 36-jarige leeftijd door een kogel in het hoofd; bij leven Zweeds koning.
31 August: de tweede, bijgenaamde ‘de Sterke’, † 1733, koning van Polen.
32 Sjah Koelikan: † 1747, bij leven de sjah van Perzië.
33 Tsaar Peter: bijgenaamde ‘de Grote’, † 1725, stierf aan een nieraandoening; bij leven in Zaandam geweest en grondlegger van het Groot-Russisch Rijk.
34 Xerxes: † 65, in zijn slaapkamer vermoord door de bevelhebber van zijn lijfwacht Artebanus en de eunuch Aspamitres. Bij leven koning van Perzië, overwon de Spartanen bij Thermopylae, maar werd in de zeeslag bij Salamis door de Grieken verslagen.
35 Potifar: hooggeplaatst Egyptisch ambtenaar, aan wie volgens het Oude Testament, Jozef werd verkocht. Had een vrouw die niet deugde. Einde onbekend.
36 Polyphemus: zoon van Poseidon en een nimf, kreeg volgens Homerus door Odysseus een gloeiende, gepunte boomstam in zijn oog gestoten, wat echter niet dodelijk schijnt te zijn geweest, vermoedelijk dankzij zijn goddelijke afkomst.
37 Methusalem: of Metuselach, een van Adams nakomelingen. Stierf 782 jaar nadat hij op zijn 187e een zoon had verwekt (Oude Testament, Genesis 5:4).
38 Calvijn: † 1564, Frans hervormer, leerde een mensonvriendelijke levenstucht, die hij met lijf- en doodstraffen handhaafde.
39 Abraham a Santa Clara: † 1709, schuilnaam van Ulrich Megerle, Duits Augustijner monnik, platkomisch kanselredenaar en satiricus, dreef in een beroemde preek de spot met de dood.
40 Abraham: stierf in gezegende ouderdom: ‘na een lang leven blies hij de adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd’ (Genesis 25). Eerste der aartsvaders, leefde 175 jaar.
41 Erasmus van Rotterdam: † 1536, stierf in Bazel, humanist, voorvechter van een christelijke renaissance, richtte zich zowel tegen Luther als tegen de scholastiek. Schrijver van de ‘Lof der Zotheid’.
42 Molenaar Arnold: sterfjaar onbekend. Had een watermolen in Pruisen. Zijn aanklacht tegen een pachter die zijn water wegnam voor een karpervijver, werd door de rechters afgewezen. Frederik de Grote verscheurde daarop het vonnis en liet de rechter gevangenzetten.
43 Tribonianus: † 545, Romeins jurist onder keizer Justinianus († 565).
44 Notaris April: notaris te Regensburg, alwaar hij een dodelijke val van de trap maakte.
45 Hippocrates: † 377, Grieks arts, grondlegger van de klassieke gezondheidsleer.
46 Dr. Moerman: † 1988, uitvinder van een omstreden dieet tegen kanker; in de brontekst is hier sprake van Michel Schuppach († 1781), een in zijn tijd beroemde Zwitserse kwakzalver, die aan healings deed.
47 Galenus: † 200, Grieks arts te Rome, grondlegger van de geneeskunde met kruiden.
48 Menadie: Paul Claas Menadie, † 1788, arts en schoolmester, uitvinder van een wereldwijd bekend wondermiddeltje.
49 Jan Pelleboer: † 1992, beroemd weervoorspeller, overleed aan een hartaanval; in de Duitse tekst staat hier de naam van de ‘Superintendent Ziehen’; bedoeld is de pastoor Konrad Siegmund Ziehen uit Ellerfeld in de Harz, die anno 1780 de autoriteiten waarschuwde voor een gigantische aardbeving, die echter uitbleef.
50 Nostradamus: † 1566, stierf op een door hemzelf voorspelde dag en tijdstip; bij leven astroloog en alchimist, bekend om zijn ‘Centuriën’, duistere profetische vierregelige rijmpjes.
51 Swedenborg: † 1772, stierf in Londen ten gevolge van een op reis opgelopen ziekte, bij leven natuuronderzoeker en mysticus, die aan de mogelijkheid van een bovenzinnelijk contact met de geestenwereld geloofde.
52 Faust: stierf een gruwelijke dood ten gevolge van alchemistische experimenten; legendarische wonderdoener uit de 16e eeuw, o.a. door Goethe tot leven gewekt.
53 Orpheus: door de Maenaden verscheurde legendarische zanger die er bijna in slaagde zijn geliefde uit het dodenrijk terug te halen. Maar ja, dat omkijken, hè!
54 Molière: † 1673, Frans blijspeldichter, werd onwel tijdens de promotiescène van zijn ‘Malade imaginaire’ = ‘De ingebeelde(!) zieke’, toen hij het woord ‘juro’ uitsprak. Overleed enige uren later.
55 Appeles: sterfjaar onbekend, beroemde schilder uit de Griekse oudheid.
56 Midas: legendarische koning uit de Griekse mythologie, verzot op goud, gestraft met ezelsoren.
57 Homerus: † ± 750 v.Chr, blinde Griekse dichter, schepper van de Ilias en de Odyssee.
58 De lamme Timoer: Timoer-i-Lenk of Tamerlane, † 1333, Mongools veldheer uit Samarkand, naar eigen zeggen een afstammeling van Dzjengis Khan (zie boven), stierf op een veldtocht naar China, veroveraar van Isfahan (70.000 doden), liet o.a. in Isfizar 2000 mensen levend inmetselen.
59 Vestris: lid van een beroemde Frans/Italiaanse dynastie van dansers; we hebben de keus uit Theresa († 1808), Gaetano († 1808) en Angiolo († 1809), maar ook diens zoon Auguste († 1842) was danser, in ieder geval zijn ze nu allemaal dood.
60 Penelope: doodsoorzaak onbekend; vrouw van Odysseus, wachtte twintig jaar op zijn terugkomst, zonder zich door klaplopende vrijers te laten inpalmen.
61 Xantippe: sterfjaar onbekend, vrouw van Socrates.
62 Judith: mooie weduwe, die Nebukadnezars generaal Holofernes, de belegeraar van haar stad, het hoofd op hol bracht en vervolgens afhakte, waarna diens ontmoedigde leger zich gemakkelijk liet verslaan. Zij leefde erna nog lang en hopelijk gelukkig en stierf op 105-jarige leeftijd (Oude Testament).
63 Dido: mythologisch stichtster van Carthago, stierf door een sprong in het vuur; volgens Vergilius de vrouw van Aeneas, die toen haar man naar Italië vertrok, eenzaam achterbleef en zelfmoord pleegde.
64 Lucretia: volgens de Romeinse sage de vrouw van Tarquinius Collatinus, die zelfmoord pleegde toen zij onteerd was door de zoon van Tarquinius Superbus; maar we kunnen ook aan Lucretia Borgia († 1519) denken, een hartstochtelijke, begaafde, maar om haar uitspattingen beruchte vrouw die niettemin in het kraambed stierf.
65 Koningin van Arabia: de koninginnen van Quadar bijvoorbeeld, die in de 8e en 7e eeuw voor Christus de leiding hadden en zich tegen de Assyriërs weerden. De toenmalige annalen vermelden de dames Zabibem Samsi, Yatt’e en Te’elhunun.
66 Timon: oerbeeld van de mensenhater uit het oude Athene. Nodigde al zijn valse vrienden uit voor een feestmaal dat slechts uit lege schalen bestond. Shakespeare wijdde een stuk aan hem. Op zijn graf stond (volgens vertaler Burgersdijk ): ‘Timon is dood; ras sterven was zijn wens./ Dit leze een dier; op aarde leeft geen mens.’
67 Schröpfer: een gelukkig nu geheel vergeten kwalzalver. Stierf vermoedelijk ellendig.
68 Simon de Magiër: figuur uit de Apostelgeschiedenis. Liet zich dopen en wilde voor geld de Heilige Geest omkopen en de macht kopen om wonderen te doen, wat echter door de apostel Petrus verijdeld werd.
69 Socrates: stierf door het drinken van de gifbeker; Griekse filosoof van de straat, hoofdfiguur in de dialogen van zijn leerling Plato.
70 Werther: schoot zichzelf door het hoofd, hoofdpersoon uit Goethes roman Die Leiden des jungen Werthers.
71 Bucephalus (letterlijk: ‘met ossenkop’ = met grote kop): paard van Alexander de Grote; Alexander weende bij zijn dood en stichtte ter nagedachtenis de stad Bucephala. Redelijkerwijs moet dit paard ergens in de vierde eeuw voor Christus gestorven zijn.
72 Rossinante of Rocinant: het paard van Don Quichot. Cervantes heeft ons het einde van Rocinant niet geschilderd.
73 Abulabas: olifant die keizer Karel de Grote ten geschenke kreeg van de kalief van Bagdad. Aan de slagtand van dit dier wijdde Kortum een beschouwing: Das in der Lippe gefundene Urushorn und der Zahn des Abulabaz. Ein Beitrag zur vaterländischen Naturgeschichte der älteren Zeit (Hagen 1813).
74 Ros Beyaart: het paard dat gelijktijdig werd bereden door Ritsaart, Writsaart, Adelaart en Reinout (de vier heemskinderen). Stierf vermoedelijk door overbelasting.
75 Bileams ezel: volgens het bijbelverhaal een ezelin; Bileam was de profeet die was uitgezonden om Israël te vervloeken, maar door Jaweh werd gedwongen het te zegenen. De ezelin die hij bereed herkende drie keer de engel van de Heer, ging twee keer opzij en de derde keer liggen, kreeg toen klappen van Bileam, maar begon vervolgens te spreken (Numeri 22). Over het verdere lot van de ezel zwijgt het Oude Testament, maar fraai zal het niet geweest zijn.