Het lichaam als tijdelijke troost

Voor dood wordt hij gevonden op het het slagveld. Edgard Demont komt gewond en kreupel uit de Eerste Wereldoorlog. Via het veldhospitaal, ‘deze lasserij voor ledematen’, trekt hij weer de wereld in. Een jonge man die zijn leven nog voor zich heeft, maar de dood, als het ware, al achter zich heeft. De eerste keer kwam de dood tevergeefs aankloppen aan zijn deur, maar in De spiegelingen weet Edgard als oude man dat zijn einde er hoe dan ook aan komt.

Edgard Demont is de homoseksuele broer van van Helena Demont, hoofdpersoon van Godenslaap, het meesterwerk waarvoor Mortier terecht de AKO Literatuurprijs kreeg. Ook Helena keek terug op haar leven. Voor haar was de Eerste Wereldoorlog een bevrijding uit het burgerlijke gezin. Dankzij de oorlog kwam ze haar grootste liefde tegen: de Engelse oorlogsfotograaf Matthew. In De spiegelingen wordt duidelijk dat Matthew daarnaast de geheime minnaar was van Edgard.

Opmaak 1Mortier heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Hij heeft ondanks de titel niet hetzelfde verhaal vanuit een ander perspectief geschreven. Er komen wel gebeurtenissen voor waarin de romans elkaar raken, maar de fragmentarische opzet van De spiegelingen is anders. ‘Ons diepste wezen erkent geen verleden of toekomst. Daar huist een onbevattelijke tijd buiten de tijd, die in ons vervat ligt en ons drijvende houdt, zoals een vis in het water kan blijven hangen door de luchtbel in zijn buik.’ Edgard springt heen en weer door de tijd, beschrijft zijn leven met een bonte stoet aan minnaars: van Matthew, de man van zijn zus; Heinz, de Duitse soldaat uit Berlijn, Paul, een jonge schilder die hij in Engeland ontmoet tijdens de Tweede Wereldoorlog; Pierre, zijn ondergeschikte in de loopgraven die zijn hele leven zijn bediende blijft en ’s nachts zijn ledematen verwarmt tot aan de mysterieuze, door een bombardement blind geslagen Japanner Noburu.

Dit is aan alle kanten een lichamelijk boek: het zaad druipt van de buiken. Toch is het boek verre van erotisch omdat al die seksuele ontmoetingen te maken hebben met het slagveld van de Eerste Wereldoorlog, daar waar het lichaam en de geest zijn onschuld is kwijtgeraakt. Seks biedt tijdelijke verlichting, aanrakingen laten het lichaam weer leven. ‘Ik hoef geen hiernamaals. Laat me voortbestaan als de gewaarwording van je jukbeenderen en je wangen op mij handen, of je lippen onder mijn pink. Verzoening, eindelijk verzoening.’ Naast de geschiedenis zoals wij die kennen uit de boeken, schept Mortier een alternatieve geschiedenis van troostrijke lichamen.

Elk werk van Mortier gaat ook over het schrijven zelf. Natuurlijk springt zijn stijl met meanderende zinnen vol beeldspraak meteen in het oog. ‘Er zou een taal moeten bestaan voor de uitgestrekte verlatenheid van ons innerlijk, al die spooksteden die onze ziel heeft verlaten om elders in die eindeloze vlakte nieuwe vestigingen te betrekken.’ Een groter contrast met de miezerige staccatozinnen die de hedendaagse Nederlandse literatuur teisteren is niet denkbaar. Met De spiegelingen bewijst Mortier opnieuw de kracht van literatuur: een verhaal vertellen zonder in anekdotes te vervallen, zinnen formuleren als afzonderlijke sculpturen.

Coen Peppelenbos

Erwin Mortier – De spiegelingen. De Bezige Bij, Amsterdam. 300 blz. € 18,90.

Eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 28 maart 2014.

(foto: © Dolf Verlinden)