Spanning met een knipoog

Isabel Allende veroorzaakte een kleine twee maanden geleden een relletje door te verkondigen dat ze Ripper, haar eerste thriller, voor de grap had geschreven. In een interview leek ze te zeggen dat ze niet bepaald onder de indruk was van de kwaliteit van de gemiddelde thriller. Ze impliceerde dat ze de personages slecht uitgewerkt vond en dat de thrillerbestsellers van 2012 veel van hetzelfde boden. Daarom wilde ze het in háár boek anders aanpakken. Op die opmerking kreeg Allende vanuit de thrillerscene zo veel kritiek dat ze haar uitspraken in een volgend interview verzachtte. Wat mij betreft had ze dat niet hoeven doen, want ze had natuurlijk gelijk: veel thrillers bevatten immers bordkartonnen personages en het motief van de dader(s) gaat dikwijls niet verder dan ‘hij/zij is gek’. Het is allemaal wel vermakelijk, maar als je het uit hebt, sla je dergelijke boeken toch vaak met een onbevredigd gevoel dicht.

Allende - RipperOp zich was het grappig dat juist Allende door thrillerliefhebbers werd gezien als de vertegenwoordigster van een elitaire literaire scene, want als er iemand vaak niet bepaald serieus wordt genomen door die scene dan is het wel de Chileense schrijfster zelf. Met haar met magisch-realistische elementen doorspekte liefdesromans en historische romans schuurde ze soms akelig dicht tegen de streekroman aan, al heb ik een persoonlijk zwak voor Het huis met de geesten. Dat debuut uit 1982 is een klassieker in zijn eigen soort, maar bij later werk kreeg ik het gevoel dat ik het allemaal al eens had gelezen.

Dat laatste gaat niet op voor Ripper, Allendes uitstapje in het thrillergenre. In tegenstelling tot eerder werk, dat zich vooral in Zuid-Amerika afspeelde, is dit verhaal gesitueerd in de hedendaagse Verenigde Staten. Dat Allende het inderdaad allemaal anders wilde aanpakken, blijkt uit de keuze voor haar ‘helden’. De belangrijkste personages zijn Indiana die zich verdienstelijk maakt als masseuse in een holistische kliniek, en Amanda, Indiana’s nerd van een dochter die een voornamelijk digitaal bestaan leidt. Zij is deelneemster aan een Ripper-spel, waarbij ze moorden uit de negentiende eeuw probeert op te lossen. Maar dan wordt er een serie uitermate bizarre moorden gepleegd in San Francisco en komt het spel dichterbij dan Amanda zou willen.

Met veel gevoel voor humor en enige ironische afstand doet Allende verslag van Indiana’s zweverige werkzaamheden, waarmee Allende haar eigen wat zweverige imago op de hak lijkt te nemen. Dat gevoel voor humor komt in het hele boek terug, ook in de vaak wel erg over the top moorden, en bijvoorbeeld in een paar bijzonder amusante dialogen:

‘Jullie hebben de plaats delict vervuild!’ riep de hoofdinspecteur uit.
‘We hebben helemaal niks vervuild,’ zei de schoonmaakster. ‘We hebben juist alles schoongemaakt, met vochtige lapjes, u kent ze wel, van die wegwerplapjes, die hebben we altijd bij ons, ze zijn desinfecterend.’

Toegegeven, zo zonder enige context kan de bovenstaande quote wat flauw overkomen. Toch is Ripper allesbehalve flauw, want de plot is ijzersterk en het verhaal buitengewoon spannend. Daar waar andere thrillerschrijvers je soms het gevoel geven dat de trein te snel op de plaats van bestemming aankomt, neemt Allende de tijd om de kleurrijke personages neer te zetten. Ze weidt gerust lang uit over de familiegeschiedenis van bijvoorbeeld Indiana’s ex-man, op de manier die kenmerkend is voor haar vroegere werk, zonder dat die informatie essentieel is voor de plot. Allende durft een verhaal te schrijven waarbij niet álles in het teken staat van de ontknoping. Daarmee geeft ze het boek de diepgang die dit genre zo vaak ontbeert.

Maar ze heeft niet alleen oog voor karaktertekening, maar ook voor het neerzetten van een uitgekiend plot. Ook daarbij neemt ze de tijd om de moorden, vaak vanuit een ander perspectief, nogmaals te belichten, zodat de lezer een compleet plaatje krijgt gepresenteerd. Daarbij schuwt ze de gebruikelijke technieken van het genre, zoals het inzetten van afleiders, niet. Daardoor zal het boek in de smaak vallen bij liefhebbers van spannende verhalen met net even wat meer diepgang.

Het leidt allemaal tot een buitengewoon geslaagd boek. Dat Allende zichzelf en het door haar beoefende genre niet al te serieus lijkt te nemen is daarbij een verademing, want in deze thriller valt tenminste te lachen om iets anders dan een belabberde schrijfstijl en dito karaktertekening.

Lucas Zandberg

Isabel Allende – Ripper. Vertaald door Rikkie Degenaar. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 398 blz. € 19,90.