Leven in een vissenkom

Deze maand wordt de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs voor de vijfde keer uitgereikt: een prijs die zich richt op boeken die een brug slaan tussen jeugdliteratuur en de wereld van volwassenen. Een van de genomineerden, en ook het enige boek op de shortlist dat oorspronkelijk uitgegeven is voor de jeugd, is Kieuw: een sprookjesachtig verhaal over een wereldvreemd meisje.

Saskia Maaskant (1981) debuteerde in 2010 met De verteller van Beorga. Het fantasyboek werd goed ontvangen en zelfs genomineerd voor de Zoute Zoen Publiekprijs 2010. ‘Mijn droom is boeken te schrijven waarin dingen gebeuren die mijn lezers tot dan toe voor onmogelijk hielden,’ zegt Maaskant. Met Kieuw bewijst ze opnieuw dat ze beschikt over een enorme verbeeldingskracht, in een intrigerend verhaal waarin niets is wat het lijkt.

Kieuw (2)Kieuw vertelt het verhaal van Filia en haar oma, bij wie ze na de dood van haar moeder terecht is gekomen. Ze noemt haar ‘Omafelie’: een naam die bij wijze van compromis is ontstaan. Omafelie leeft een kluizenaarsbestaan, en Filia groeit binnenshuis op. Het huis is haar wereld. De deur gaat voor niemand anders open dan voor Waldemar, de boodschappenjongen. Zelfs de gordijnen blijven altijd dicht. Als haar oma sterft is Filia achttien. Ze heeft geen diploma’s, geen inkomsten en is vervreemd van de wereld. Maaskant weet dat heel sterk neer te zetten. Al op de eerste pagina’s voel je Filia’s eenzaamheid door de pagina’s heen. Dat trekt je mee haar wereld in.

Maar dan brengt Timber, de postbode, Filia een envelop. Die bevat een klein stukje papier dat verwijst naar Twintigduizend mijlen onder zee van Jules Verne, het lievelingsboek van oma. Zo ontdekt Filia haar oma’s geheime dagboek. En dan duikt ook plotseling Kers op, een vrolijke jeugdvriendin die spontaan bij haar intrekt. Ze staat lijnrecht tegenover de bleke, breekbare en ontzettend angstige Filia. Kers geeft Filia’s leven kleur. Letterlijk, met haar fluorroze tassen en paarse pluchen sloffen, maar ook door haar aan de hand te nemen, de wereld in. Ze gooit de donkere gordijnen de deur uit, sleept Filia mee naar de kapper en kookt maaltijden met namen waar Filia nog nooit van heeft gehoord.

In het huis van Omafelie is de tijd stil blijven staan. Het roept de sfeer op van het verleden. Maaskant heeft dat op zo’n intense manier beschreven, dat het soms zelfs verwarrend werkt. Bijwijlen wekt het de indruk dat Filia’s verhaal zich veel verder in het verleden afspeelt dan de bedoeling is, terwijl de verhaallijn van Omafelie een meer hedendaagse indruk geeft.

De tamelijk bizarre verhaallijn over Omafelie ontvouwt zich op het moment dat Filia haar oma’s dagboek vindt. Het dagboek vertelt over Omafelie’s jeugd en haar liefde voor de ‘buitengewone jongen’ Kay Kieme. Het blijkt een speaking name: Kay is een mens met kieuwen en slaapt als gevolg daarvan ’s nachts in een aquarium. Deze verhaallijn laat zich gek genoeg bijzonder goed verweven met de uiterst realistische verhaallijn over Filia. Wat daaraan bijdraagt, zijn het afwisselend gebruik van een alwetende verteller en een ik-figuur, en de parallel tussen de twee verhalen. De gelijksoortige elementen hebben allemaal te maken met water en de liefde, die door middel van boeiende metaforen meer dan eens expliciet worden gemaakt, maar zonder dat het ergerlijk is. In analogie met het verhaal van Omafelie bloeit tussen Filia en Waldemar de liefde op. Wat misschien nog wel de meest treffende gelijkenis is, is dat Filia als het ware ook in een vissenkom leeft, net als Kay, maar dan anders.

Ze hadden samen, Filia’s hoofd op Waldemars schouder, naar het aquarium gekeken. Naar de goudvissen met hun wuivende vinnen. Ze had zachtjes tegen het glas getikt en gekeken hoe ze zich achter de planten verstopten. Hoe ze vluchtten voor die vreemde vinger. Hij had een kus op haar voorhoofd gedrukt en gezegd: ‘Dat was jij. Maar nu niet meer.’

Niet alleen het verhaal, maar ook de vormgeving van het boek is ongewoon. Als in een sprookjesboek is het binnenwerk zowel versierd met vergulde initialen en passages, als met illustraties van de onderwaterwereld. Daarbij wordt het verhaal voorafgegaan door een tekst over een goudvis die gedrukt is op een zwarte bladzijde. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het omslag. Kieuw is een boek dat vanaf het eerste moment intrigeert omdat het anders is. Een aanrader voor de jeugd, maar ook zeker voor volwassenen.

Mirjam Hoekstra

Saskia Maaskant – Kieuw. Davidsfonds, Leuven, 228 blz. € 19,95.