In The New York Times stond een advertentie die was ondertekend door meer dan 900 auteurs (waaronder namen als Paul Auster, John Grisham, Donna Tartt en Elizabeth George) en waarin ze stelling nemen tegen Amazon in het dispuut met uitgeverij Hachette.

De kern van het dispuut ligt bij de e-books. Amazon vindt de prijzen die uitgeverijen daarvoor vragen veel te hoog en wil lagere prijzen voor e-books. Amazon denkt door een lagere prijs bij e-books meer omzet te kunnen draaien (de omzet-verdeling is 35% voor de auteur, 35% voor de uitgever en 30% voor Amazon). Hachette weigerde. Daarop besloot Amazon het bedrijf te pesten: levertijden van de boeken werden verlengd, je kon niet meer van tevoren een bestelling plaatsen, auteurs van Hachette werden niet meer gepromoot op de site.

Kinderachtig, maar niet illegaal lijkt me. Als een bedrijf niet met jou meewil dan kun je het een bedrijf moeilijk maken door dit soort maatregelen. De schrijvers ageren tegen het machtsmisbruik van Amazon. Ik las ergens dat een derde van de boekverkoop via dit bedrijf gaat, dus het bedrijf vertegenwoordigt inderdaad een enorme macht.

Maar, los van alle sentimenten die je kunt bedenken, een bedrijf mag zelf bepalen welke boeken het promoot en verkoopt. Net zoals Albert Heijn scherp onderhandelt met leveranciers over de prijs, waarna de producten van die leveranciers wel of niet in de schappen liggen, mag Amazon onderhandelen over de voorwaarden waaronder boeken verkocht worden. Ik geloof dat dat de basis is van het kapitalistische systeem. Naarmate je meer economische macht hebt, kun je je eisen meer opschroeven. (Nu kun je bezwaren hebben tegen het systeem, maar dat is een tweede, binnen dat systeem kan dit.)

In Nederland hadden een paar decennia geleden de boekenclubs, zoals ECI, zo’n macht. Uitgevers leverden hun boeken tegen torenhoge percentages. Tot op een gegeven ogenblik de markt instort en de boekenclub een hoewel gereanimeerd, maar toch zieltogend bestaan heeft. Dat is het fijne van macht, die verdwijnt ook zo weer.

In een recenter voorbeeld zien we in Nederland een omgekeerde variant van hetzelfde kapitalistische systeem. Uitgeverij de Bezige Bij, de grootste literaire uitgeverij van Nederland, maakt deals met enkele grote boekhandels, buiten het Centraal Boekhuis om, waarbij ze in een package deal een groot aantal titels (met een hogere boekhandelskorting) op een prominente plek in de winkel willen hebben.

Ook hier kun je voor of tegen zijn, maar de wetten van de markt liggen we ten grondslag aan deze deal. De Bezige Bij kan vanuit een machtspositie (inhoudelijk en economisch) zoiets afdwingen, uitgeverij Hoogland & Van Klaveren minder snel.

Ik zag op Twitter de laatste dagen veel adhesiebetuigingen van schrijvers en uitgevers voor de strijd tegen Amazon. Maar is het ook niet een beetje hypocriet omdat bijna alle bedrijven, ook uitgeverijen, winstmaximalisatie hoog in het vaandel hebben staan, al verbergen ze dat af en toe achter een culturele schaamlap?

Paul Auster heeft nu deze brief ondertekend. Straks ligt zijn nieuwe roman in Nederland, ten koste van uitgeverijen met minder gewicht, op grote stapels in enkele boekhandels omdat zijn nieuwe uitgeverij De Bezige Bij dat zo goed heeft uitonderhandeld. Waarom is het ene slecht en het andere goed?

Coen Peppelenbos