De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde heeft 1935 geannoteerde brieven van en aan Stijn Streuvels gedigitaliseerd. Ze bevatten vooral een enorme schat aan informatie over de zakelijke aspecten van Streuvels’ schrijverschap.

Het zijn toch altijd weer die heerlijke geldzaken die boven komen drijven in de briefwisseling van schrijvers. Zo schreef Streuvels aan zijn uitgever Joris Lannoo:

(…) ik heb geld noodig, en ik haal het waar ik het te goed heb. Dit wil zeggen: als ik deze week de 7500 fr[ank] niet ontvang, de heele zaak in de handen gaat van mijn zakenman.

Maar de brieven geven ook een beeld van de totstandkoming van romans als De vlaschaard en De teleurgang van den waterhoek. Het is heerlijk grasduinen. Klik hier voor de brieven.