Peilloze diepten en neerwaartse spiralen

Kunstenares Noor gaat op bezoek bij haar oudere zus Eva die in de Achterhoek woont. De stadse wereldwijsheid van de een staat al meteen tegenover het burgerlijke leven op het platteland van de ander in Een goed nest van Tessa de Loo.

Wat deed ze hier, op dit uitgestorven stationsplein, deze naargeestige plek? Wat leek de bedrijvige, kosmopolitische drukte rond het Centraal Station in Amsterdam ineens ver weg.

Het is niet voor het eerst dat De Loo twee vrouwenlevens tegenover elkaar plaatst. In Isabelle gebeurt dat en in haar bekendste boek De tweeling opnieuw.

tessa de loo een goed nestIn Een goed nest, waarvan op dit ogenblik ook een theaterbewerking door het land toert, is van meet af aan duidelijk dat de zussen niet met elkaar kunnen opschieten. De animositeit komt tot uitbarsting als Noor bekent dat haar dochter, die zwanger is, voortkomt uit een relatie met de man van Eva. Al die jaren heeft ze het verborgen gehouden, maar nu zijzelf op het punt staat oma te worden is het moment daar om alles op te biechten.

Het zou een aardig gegeven kunnen zijn voor een roman, maar De Loo heeft deze keer alle clichés die je maar kunt bedenken uit de kast gehaald. Het zijn er zoveel dat het de personages zelf ook opvalt. ‘Besefte ze niet dat ze het ene cliché op het andere stapelde?’ Schouders worden opgehaald, wenkbrauwen opgetrokken, harten gaan ‘als een razende tekeer’, ‘Het voelde als een scherp mes dat recht in je hart gestoken werd’, mensen vallen in een ‘peilloze diepte’. Het laatste cliché wordt ook nog potsierlijk uitgelegd.

Een diepte als een liftschacht, of een put, of een gapende opening tussen rotsen. Met dit verschil dat er geen bodem scheen te zijn. Haar emoties werden meegezogen in een neerwaartse spiraal zonder dat ze nog beheerst konden worden door haar verstand.

Een peilloze diepte die op een andere diepte lijkt, maar omdat die niet peilloos is gaat de vergelijking niet op, waarna de peilloze diepte overgaat in een neerwaartse spiraal.

De dialogen tussen beide zussen, die de hele dag aan het drinken zijn – koffie, thee, sterke drank – zijn volstrekt onnatuurlijk. ‘Bespaar me alsjeblieft je pseudowijsheden,’ zei ze kribbig, ‘maar in werkelijkheid zijn we echte mensen, tjokvol gebreken en overgevoeligheden.’ Als Noor heeft voorgesteld dat haar dochter haar ware vader leert kennen: ‘Er worden zelf televisieprogramma’s over gemaakt, de kijkers zijn er gek op en pinken heel wat tranen weg in hun luie stoel.’ Zo praat je niet tegen je zus. Je schrikt van de moderne prietpraat: ‘Ze lijkt zo stoer, maar ze heeft een klein hartje en is kwetsbaarder dan je denkt.’ Op elke bladzijde kun je wel van die zweverige, houterige of clichématige zinnen plukken en daarmee is Een goed nest dus volledig mislukt.

Coen Peppelenbos

Tessa de Loo – Een goed nest. De Arbeiderspers, 206 blz. € 18,95.

Een iets kortere versie van deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 31 oktober 2014.