Charlie Hebdo: de postzegel

Bijna was ik op de trein naar Frankrijk gestapt om een stapel Charlie Hebdo’s bij elkaar te graaien. Ik zag mezelf al dwalen door de Parijse nacht, van de ene kiosk naar de ander, in mijn koffer een groeiende stapel huilende profeten.

         Ik ben niet gegaan, niet omdat ik elders verplichtingen had, maar omdat ik niet verwachtte dat het eerste exemplaar zonder Wolinksi, Charb, Tignous en de anderen veel zou opleveren op internetsites waar de waarde van herinneringen gemeten wordt in muisklikken en euro’s.

         Het eerste miljoen exemplaren werd op de dag van verschijnen al verhoogd tot drie miljoen – later was er helemaal geen houden meer aan. Ik betwijfelde niet dat het ‘Tout est pardonné’-nummer een collectors item zou worden, maar gezien de oplage was het onwaarschijnlijk dat een exemplaar op de zwarte markt meer zou doen dan een euro of 20. Ik vergiste me.

         De rouwnummers lagen nog niet in de kiosken of de veilingsites stroomden al vol. Er schoten enorme bedragen over het scherm, sommige aan de ‘rand van geloofwaardigheid’, andere zo hoog dat je je afvroeg of de eBay-teller misschien aan het dementeren was. Kon het waar zijn dat een Londenaar nog voor het vallen van de avond 50 000 pond op zijn Paypal-account bijgeschreven kreeg? En hoe kwam een inwoner van Warschau, luttele uren na het verschijnen van het blad, aan 25 stuks?

         Op eBay vond ik geen waarschuwingen voor beunhazen, al viel het wel op dat geen mens het waagde een bod uit te brengen op advertenties van nieuw aangemelde verkopers. Marktplaats pakte het anders aan. ‘Deze persoon komt zijn verplichtingen niet na,’ liet de veilingsite mij per mail weten naar aanleiding van een advertentie van iemand uit Den Haag die vijf Charlies aanbood voor 100 euro per stuk.

         Deze persoon (die zich merkwaardig genoeg voordeed als boekverkoper) had ik een uur eerder geschreven om te vragen waar hij zijn handelswaar vandaan had, en in gebroken Nederlands had hij geantwoord dat zijn ‘handelswaar net afgeleverd’ was. Het zag er inderdaad naar uit dat hij meer van euro’s hield dan van tevreden klanten: het was op dat moment al bekend dat de 500 voor Nederland bestemde exemplaren nog niet gearriveerd waren.

         Het begon me intussen wel vreselijk dwars te zitten dat er nu allerlei aantrekkelijke winsten op weg waren naar zo’n beetje alle bankrekeningen ter wereld, behalve naar de mijne. De prijzen stabiliseerden dan wel, een goed geconserveerde Charlie deed altijd nog zo’n 60 à 70 euro. Ik probeerde mijn Franse vriendenschaar te motiveren – ‘als jij ze koopt, zorg ik voor de rest’, ‘we doen fifty-fifty’ – maar mijn handelsgeest oogstte weinig bijval.

         De ene durfde niet (‘Ik laat me niet overhoop schieten voor een krantje’), de ander beschuldigde me van lijkenpikkerij (‘Dat jij je voor zoiets leent’) en weer een ander wenste de ‘lavendelgeurige’ roes waarin hij leefde sinds Angela Merkel naar hem gezwaaid had, niet te onderbreken. Dat van die roes geloof ik zonder meer, maar dat de Rijkskanselier zich tijdens de love and peace-tocht door de hoofdstad uit de greep van François Hollande ontrukt zou hebben om naar een volslagen vreemde te zwaaien, lijkt me meer iets voor een vertelling van Edgar Allen Poe.

         Ik had nog een laatste troef. Nog voor het aardoppervlak overspoeld werd met papieren profeten plaatste ik bij PostNL een bestelling. Je kunt bij dit bedrijf postzegels laten drukken met een prent van eigen keus erop, en die postzegels zijn gewoon geldig. Sommigen kiezen voor een kat met een kerstbal om zijn nek, een zelfgebakken appeltaart of een schaterende oma met een bos freesia’s, ik koos voor de omslag van nummer 1178 van Charlie Hebdo.

         Het Grote Geld lonkte: binnenkort zou ik over vijftig unieke postzegels beschikken die mijn Abn-Amro-domein een flinke boost zouden geven. Ik plaatste de bestelling twee dagen voor de publicatie van het blad. Drie dagen later overhandigde de postbode me een brief van PostNL. Met trillende vingers scheurde ik de envelop, die schrikbarend dun aanvoelde, open.

         ‘Uw gehele bestelling is afgekeurd vanwege de politiek/godsdienstig getinte inhoud van de afbeelding’, las ik op een schriel a-viertje, en (vervolgde mevrouw D van de klantenservice met gevoel voor humor): ‘Indien u de afbeelding wilt gebruiken dient u vooraf toestemming te hebben verkregen van degene(n) die op de foto staa(t)(n) afgebeeld voordat u de opdracht aan PostNL heeft verstrekt.’

         Zo leer je van elke aanslag. Bij de volgende sla ik toe.

Kroniek Hebdo

Aristide von Bienefeldt