Oud-criticus en literatuurwetenschapper Wam de Moor is afgelopen maandag overleden. Dat meldt het weblog Neder-L. De Moor werkte aan de universiteit van Nijmegen en was vanaf 1969 literatuurcriticus van De Tijd. Als literatuurdidacticus streed hij, naar Amerikaans voorbeeld, voor een meer lezersgerichte benadering van boeken voor leerlingen en ging hij in tegen de terreur van de boekverslagen.

In een interview met Johan Diepstraten in Bzzlletin in 1982 (nummer 100, geheel gewijd aan de literaire kritiek), ook over de onzekerheid over zijn oordelen:

Ik ben de laatste paar jaar veel onzekerder geworden in een aantal dingen. Ik geloof dat het goed is om dat te zijn als criticus. Ik wil daar ook onbekommerd versalg van doen in mijn kritieken. Je ziet in mijn stukken dat ik sterk de neiging heb om literatuur te relativeren. Voor Peeters en Goedegebuure is literatuur het geloof, dat is heel duidelijk. Ze denken zus, ze denken zo, en ze weten het allemaal heel zeker. Ze zijn gewoon jonger dan ik. Die zekerheden verleer je wel.

In hetzelfde interview wordt hem ook gevraagd of hij niet te mild is in zijn oordelen:

Jeroen Brouwers heeft bij het verschijnen van Wilt u mij maar volgen? tegen mij gezegd: al die lui die beweren dat je zo mild bent, lezen niet goed, want bij alles wat je zegt over een boek, is toch veel kritiek verwerkt. het wordt alleen vriendelijk gezegd, het komt niet zo hard aan, maar het blijft kritiek.

De Moor publiceerde naast enkele essaybundels en verzamelingen recensies ook een biografie over J. van Oudshoorn. Wie op DBNL bovendien kennis neemt van de enorme hoeveelheid publicaties van De Moor krijgt een goed idee van zijn opvattingen, zoals bijvoorbeeld hier over het leesdossier.

(foto © Peter ten Hoor)