Avonturenroman maakt nieuwsgierig

Drie jaar geleden publiceerde Alex van Galen Süskind, een roman die gebaseerd was op het script van de gelijknamige oorlogsfilm. Met dat toegankelijke, vlot geschreven boek liftte hij mee op het bioscoopsucces. Het was een echt publieksboek; zeker geen literair juweeltje, maar ook niet zo slecht als de gemiddelde, doorgaans uit Amerika afkomstige verboeking. Ongeveer hetzelfde is van toepassing op Michiel de Ruyter, het boek bij het historische epos dat momenteel goede zaken doet in de bioscoop. Ditmaal schreef Van Galen – van oudsher scenarioschrijver voor allerlei tv-series – het scenario zelf en bewerkte dit later tot deze roman.

van Galen michiel de ruyterIedereen die heeft opgelet bij de geschiedenisles hoort bekend te zijn met de tot de verbeelding sprekende historische figuur van Michiel de Ruyter, mits die les natuurlijk plaats had vóór de invoering van het studiehuis. De uit Vlissingen afkomstige admiraal wordt beschouwd als een grote zeeheld, al wordt hij tegenwoordig soms beticht van racisme en kolonialisme – een politiek correct, van elk historisch besef gespeend oordeel. Van die kritiek blijkt uit het boek niets. De Michiel de Ruyter in dit boek blijft net zo fier op zijn voetstuk staan als zijn fraaie standbeeld in de haven van Vlissingen. Gelukkig maar, want vanuit de 21e eeuws beredeneerde historische verhalen zijn nooit de moeite waard om te worden gelezen. En dus lezen we hoe Michiel, die geportretteerd wordt als een familiemens, de ene na de andere zeeslag wint, steeds bekender wordt, in contact komt met de gebroeders De Witt en stadhouder Willem III, en tussendoor ook nog tijd heeft voor zijn teerbeminde vrouw Anna.

Er gebeurt veel in het boek. Eigenlijk te veel, want de gebeurtenissen volgen elkaar zo rap op dat het niet allemaal even goed beklijft. ‘Voordat Michiel er erg in had, was de lente aangebroken,’ schrijft Van Galen ergens in het begin van het boek. Een vergelijkbaar gevoel krijgt de lezer meer dan eens. Net als je bijvoorbeeld hebt verwerkt dat Maarten Tromp jammerlijk is gestorven, is het alweer tijd om je druk te maken over Anna’s zwangerschap en meteen daarna om het feit dat er geen stadhouder is. Alles komt vluchtig aan bod en dan is het alweer tijd voor de volgende intrige. Het voordeel daaraan is dat de roman spannend is en je benieuwd bent naar wat er nu weer staat te gebeuren. Het nadeel is dat het verhaal en de personages amper worden uitgediept.

Vanuit historisch oogpunt biedt het verhaal weinig houvast. Er worden nauwelijks jaartallen genoemd, de dialogen zijn soms wat uitleggerig en je hebt als lezer amper een idee wanneer iets zich afspeelt. Wat dat betreft is het recente, tamelijk ondergewaardeerde Reimer van Jacqueline Zirkzee een betere manier om iets te leren over de gebeurtenissen in de zeventiende eeuw.

Als avonturenroman komt het boek daarentegen goed uit de verf. De vlotte schrijfstijl en de thrillerachtige opzet in kleine hoofdstukjes zal een breed publiek aanspreken. Michiel de Ruyter zal in de smaak vallen bij de grote groep lezers die zich niet al te druk maken om historische accuratesse en vooral van veel actie houden. Met andere woorden: deze roman kun je gerust ter afwisseling cadeau geven aan de liefhebbers van Esther Verhoef of Saskia Noort. De grootste verdienste van het boek is dat het bijdraagt aan de popularisering van de Nederlandse geschiedenis, een welkome trend. Bovendien maakt deze roman vreselijk nieuwsgierig naar de film. En dat is waarschijnlijk precies de bedoeling.

Lucas Zandberg

Alex van Galen – Michiel de Ruyter. De Arbeiderspers, Amsterdam. 268 blz. € 18,95.