Een vrijwel onbekende roman

‘Verliefdheid is ook ruimschoots op voorhand droevig zijn
om een mislukken dat nog niet mogen beginnen is.’
Dimitri Verhulst, De dood viel op een dinsdag

Door het succes van Stoner worden we overspoeld met vergeten meesterwerken. Een trend die alleen maar kan worden toegejuicht. Al moet men niet overdrijven en Absalom! Absalom! van William Faulkner karakteriseren als ‘vergeten roman’, want die roman is namelijk nooit vergeten. Daarnaast, je moet wel eerst iets onthouden voordat je het later kan vergeten. Zo kan je bijvoorbeeld niet zeggen dat In Love van Alfred Hayes een vergeten roman is, het is namelijk een vrijwel onbekende roman van een vrijwel onbekende schrijver, want wie is in godsnaam Alfred Hayes?

Als we het voorwoord van Frederic Raphael in de New York Review of Books-heruitgave van In Love moeten geloven, ontbreekt de scenarist, dichter, journalist en romancier Alfred Hayes in alle tekstboeken over de naoorlogse literatuur. Hayes is dus niet toe aan herwaardering, maar gewoon aan waardering, want zijn korte roman In Love, waarvan de vertaling binnenkort bij Lebowski verschijnt, is zonder overdrijving een meesterwerk.

In Love verscheen in 1953. De roman is een raamvertelling, waarin een man in een hotelbar een monoloog houdt tegen een mooi meisje over zijn mislukte liefdesrelatie. Direct in het begin vertelt de naamloze ik-verteller dat zij, de eveneens naamloze vrouwelijke hoofdpersoon, gelukkig wil zijn en dat alleen de dingen en mensen er toe doen die het belang van haar bestaan bevestigen. Zij is begin twintig, gescheiden en moeder van een dochter.

There was nothing, really, that interested her more than her own future, and particularly which men would occupy it, what children would fill it, and how much happiness it contained.

Voor haar is de ander niet het doel op zich, maar een middel voor haar geluk en veiligheid. Daarentegen moet zij voor hem de leegte en eenzaamheid van zijn bestaan opvullen en zo is zij voor hem ook een middel.

In Love

Eigenlijk is het meer een roman over de wanhoop. Niet over de wanhoop dat na het geluk altijd het ongeluk komt en dat liefde altijd gepaard gaat met lijden, maar over de wanhoop van het bestaan waarin we allemaal vreemdelingen zijn, (voor elkaar en voor onszelf) en waarin elke verwachting uitmondt in een teleurstelling:

(…) for nothing we want ever turns out quite the way we want it, love or ambition or children, and we go from disappointment to disappointment, from hope to denial, from expectation to surrender, as we grow older, thinking or coming to think that what was wrong was the wanting, so intense it hurt us, and believing that hope was our mistake and expectation our error (…).

Op een avond krijgt zij een aanbod van Howard om voor 1000 dollar de nacht met hem door te brengen. Nee, zegt ze, dat zal ze natuurlijk nooit doen. Maar het duurt niet lang voordat ze ik-verteller in de steek laat voor de rijke Howard, omdat ze van hem en zijn geld de zekerheid verwacht die hij haar niet kan geven. Door de tweespalt van haar wil is ze een ongrijpbaar en interessant personage en complexer dan het stereotype femme fatale:

It was only that she wanted everything: the proper marriage and the improper love; the orderly living room and the disorderly bedroom (…).

Ze verlaat Howard en komt weer terug bij de verteller, maar dat is gedoemd om te mislukken, want nadat ze hem voor de eerste keer heeft verlaten vertelt hij:

It was not that I had been happy with her; I was quite sure I had not been happy.

En het gaat ook mis na een mislukte reis naar de kust van Jersey en Atlantic City waarin het desolate landschap de troosteloze vervreemding intensiveert.

Wat maakt deze zoveelste roman over de liefde zo verschrikkelijk goed? Iedereen heeft wel eens een relatie gehad die is mislukt, iedereen kent het verhaal en het machteloze gevoel van liefdesverdriet. Allereerst door beklemmende sfeer van vertwijfeling, de secure en intelligente articulatie van wanhoop en agonie. Daarnaast is er de ambiguïteit, want was er nou wel of niet sprake van liefde? Of was het gewoon wederzijds misbruik? Lijdt hij omdat ze hem heeft verlaten? Hij hield toch niet van haar? ‘We’re fine at suffering,’ zegt hij. Door de mislukte relatie lijkt zij hem eerder bewust te maken van het ongemak geboren te zijn, dan dat liefdesverdriet de oorzaak van zijn lijden is. In deze roman, een ogenschijnlijk simpele vertelling waarin niks gebeurd, zorgen de complexe en ongrijpbare personages en de continue botsing tussen het gevoel en ratio, voor geladenheid.

Tevens is er de noodzaak van het vertellen, want waarom moet je het verhaal vertellen van je mislukte relatie? Zijn monoloog is onontbeerlijk, niet omdat de verteller gehoord wil worden en medelijden en begrip wil, maar omdat vertellen een remedie is. Geen pijnstiller, maar wel een medicijn. De urgentie van het vertellen onderschrijft de stelling waarmee Joan Didion het titelessay van haar bundel The White Album opent:

We tell ourselves stories in order to live.

Koen Schouwenburg

Alfred Hayes – In Love. New York Review of Books, New York. 130 blz. De Nederlandse vertaling verschijnt binnenkort bij Lebowksi onder titel De prijs van liefde.