Een muur van gemeenschapszin, wantrouwen en onverzettelijkheid

De namen hoef ik niet te noemen, want iedereen kent ze wel — de dorpen en buurtschappen in Nederland waar afwijkend gedrag nog met een volksgericht kan worden gestraft. De antropoloog noemt het ’traditionele gemeenschappen’: een strikt besef van religie schrijft er de moraal voor, families wonen er vaak al generaties lang, en hoe groot de onderlinge naijver ook is, wie van buiten komt stuit er op een muur van gemeenschapszin, wantrouwen en onverzettelijkheid. Jongeren trekken er tegenwoordig weg, ouderen blijven achter; de dorpen zouden vergrijzen als de provinciale besturen ze niet ook van nieuwbouwwijken voorzagen. Langzaam maar zeker verandert de sociale structuur — maar de traditie is hardnekkiger dan vaak wordt gedacht.

Jan Brokken ProvincieZo’n dorp, maar dan fictief, is Portland in de Hoekse Waard, op de grens van Zeeland en Zuid-Holland. Jan Brokken, als journalist werkzaam voor de Haagse Post, situeerde er zijn literaire debuut: de roman De provincie. Hoewel het boek op het oog over de oplossing van een moord gaat, is Brokkens eigenlijke thema de atmosfeer van zo’n traditionele gemeenschap en de kleine veranderingen die zich daarin voltrekken — veranderingen die alleen opgemerkt kunnen worden door iemand die na een lange afwezigheid naar het dorp van zijn jeugd terugkeert.

Dat thema, met alle herinneringen en bespiegelingen die erbij horen, wordt door Brokken zo vakkundig gestalte gegeven dat ik het bijna jammer vind dat een ordinaire moordzaak er de aanleiding toe moest zijn. Vooral in de eerste helft van de roman, als de ogenschijnlijke onthullingen en nieuwe feiten als dominostenen aaneen worden geschoven, blijft Brokken steken op het niveau van een regelrechte thriller. Pas als hij de achtergronden van de hoofdpersonen en hun onderlinge verhoudingen beschrijft, krijgt het thema de verdieping die het behoeft.

Die hoofdpersonen zijn Frank de Roover, Peter van der Grinten, Koos Spoormaker en Lili Sartorius. Aan het eind van de jaren vijftig groeiden ze gezamenlijk in Portland op. Frank en Peter waren de intelligentsten van het stel, Koos hing er altijd een beetje bij aan, en Lili — ze was niet alleen een getalenteerd violiste en ‘mooier dan alle madonna’s van Bellini te zamen’, ze wist ook alle drie jongens bodemloos verliefd te maken. Frank, die zich van nature tegen de conventies van de kleine gemeenschap verzet, verlaat Portland om zijn kijk op de wereld te verbreden; Peter blijft en trouwt met Lili. Al in de huwelijksnacht gaat ze overstag met Frank, die voor de bruiloft is overgekomen, en die ontrouw is de aanleiding voor een echtscheiding en tien jaar later voor de moord. Vraag: waarom wachtte Peter tien jaar voordat hij Lili doodde?

Het zou tegenover de liefhebbers van thrillers onaardig zijn hier het geheim te verklappen. Bovendien vond ik, als gezegd, Frank de Roovers herinneringen aan en bespiegelingen over een jeugd in een hechte, besloten gemeenschap interessanter. In die gemeenschap was Frank van jongsaf een buitenbeentje, zijn keuze om Portland te verlaten was onvermijdelijk. Zonder gevolgen is zo’n keuze tegen het eigen nest echter niet: de stad, Amsterdam, veranderde Frank — en dat leidt tot een welhaast openlijke confrontatie met degenen die besloten te blijven, omdat ze de mogelijkheden niet hadden weg te gaan of omdat ze de moed daartoe misten.

Frank nam zijn leven in eigen hand, Peter beet zich vast in zijn zekerheden. Geen van beiden ontkomt aan twijfel en een gevoel van schuld — wie zal zeggen welke keuze de juiste is? Of, om het motto van Ionesco aan te halen dat Brokken aan De provincie meegaf: zijn wij niet allen min of meer onverantwoordelijk?

Anton Brand

Jan Brokken – De provincie. De Arbeiderspers, Amsterdam. 172 blz.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden op 28 april 1984.