‘Een lezer die een opgewarmde kliek krijgt voorgeschoteld, voelt zich terecht bekocht,’ is het harde oordeel van de ombudsvrouw van de Volkskrant. Aanleiding is de kritiek die kwam op de allereerste column die Eva Hoeke schreef voor het Volkskrant Magazine. Die bleek voor een groot gedeelte gerecycled te zijn uit een eerdere column die Hoeke schreef voor Het Parool. (Zijn naam wordt in het stuk van de Ombudsvrouw niet genoemd, maar volgens mij bracht Jan Dijkgraaf alles naar buiten: zie hier).

Hoeke speelt de vermoorde onschuld: ‘Het zijn mijn grappen, ze komen uit mijn hoof, mijn pen.’ De hoofdredacteur van de Volkskrant sust alles ook nog:

We vinden haar een geweldige schrijfster. Het was een stomme vergissing. Maar wel geboren uit serieuze overwegingen, niet uit gemakzucht. Ze wilde iets goeds neerzetten.

De geweldige schrijfster komt in haar column, die over de belevenissen met haar man Marcel van Roosmalen gaan, niet terug op haar misser. De column gaat onder meer over preitaart. Bij de ombudsvrouw legt de geweldige schrijfster Hoeke wel uit dat de preitaart een leidmotief is in haar columns.

De preitaart is nou eenmaal het standaardgerecht dat zij en ‘De Man’ hun gasten serveren.