De recensies van J. de Witte in De Morgen beginnen zo ‘Wat zijn ze goed, die nieuwe Vlaamse schrijvers. Prijzen dat ze winnen! De ‘onbevangen’ J. de Witte overschouwt vanuit Nederland de polonaise en denkt er het zijne van. Comfortabel natuurlijk, zo aan de zijlijn…’ En na een trits beledigingen aan het adres van de schrijver en schimpscheuten op de onderhavige tekst eindigt de recensie met ‘Neen, Kris Van Steenberge, die is het niet.’

Slachtoffer van de afzeikstukken in De Morgen zijn tot op heden: Kris Van Steenberge (Er zijn wellicht oude vrouwtjes die van Woesten zullen genieten.), Griet Op de Beeck (Geürm tussen twee kaften.), Lara Taveirne (“Een vrouwenboek”, mompelde ik, waarbij ik afging op het omslag.) en Ann De Craemer (Wie écht gaat kijken, proeft alleen maar lucht.).

In Vlaanderen wordt er driftig gespeculeerd wie er achter het pseudoniem, ja zo laf is het wel, schuilgaat. Marnix Peeters wordt het meest genoemd. De nogal vrouwonvriendelijke ‘kritieken’ worden niet overal met evenveel gejuich ontvangen.

En gaat deze opmerking van Arsène Droogakkers (ook een pseudoniem) op Facebook ook over deze kwestie?

Vandaag gehoord op de tram: “Jamal Ouariachi, Paul Baeten Gronda of Marnix Peeters? Eens ze kinderen hebben, zullen ze wel milderen.”

Maar er zijn ook liefhebbers: