Een fraaie karakterstudie van een romantisch ingestelde intellectueel

Een van de verdiensten van de reeks Privé-domein is dat zij Nederlandse auteurs en vertalers de gelegenheid biedt het werk van gewaardeerde voorgangers bij een breed publiek te introduceren of, in een enkel geval, aan de vergetelheid te onttrekken. Zonder de prachtige vertaling die Geerten Meijsing maakte van The private papers of Henry Ryecroft, oorspronkelijk gepubliceerd in 1903, zouden nog maar weinigen in Nederland van George Gissing hebben gehoord. Dat zou jammer zijn, want die Intieme geschriften zijn niet alleen zelf zeer de moeite van het lezen waard, ze nodigen ook uit kennis te nemen van Gissings andere werk: 23 romans, meer dan honderd verhalen, essays (onder anderen over Charles Dickens), een reisboek over Zuid-Italië, dagboeken. Het is Gissings tragiek dat hij lange jaren nauwelijks literaire erkenning kreeg of zijn geldzorgen te boven kwam, met de Intieme geschriften eindelijk succes had en een paar maanden na hun verschijning overleed – op 28 december 1903.

George GissingWie de Intieme geschriften begint te lezen, doet er goed aan eerst het mooie, sombere nawoord van Geerten Meijsing op te slaan: meer nog dan een verantwoording of een biografische schets, is het welhaast een persoonlijk getuigenis. Meijsing zet uiteen waaruit zijn identificatie met Gissing bestaat en waarom hij alleen ‘in de allerpersoonlijkste bewoordingen’ over zijn Gissing-syndroom kan schrijven. Vrouwen en een bezeten drift tot schrijven en werken zijn de bestanddelen van dat syndroom – ze zijn evenzeer kenmerkend voor de boeken van George Gissing als voor die van Geerten Meijsing. Het is, schrijft Meijsing, ‘als moest ik mijn eigen doopceel lichten – zozeer vind ik mijn ontgoochelingen, bitterste gevoelens en geheime ressentimenten terug in (Gissings) dagboekuitspraken, brieven en romanwerken.’

In die persoonlijk getuigenis creëert Meijsing gaandeweg Gissings portret. Geboren in 1857 in Wakefïeld, Noord-Engeland, de getalenteerde zoon van een apotheker, begint zijn noodlot wanneer hij – romanticus ten voeten uit – op 18-jarige leeftijd wordt betrapt als hij geld steelt van zijn medescholieren om er een naaimachine van te kopen voor Nell Harrison, een aan de alcohol verslaafd hoertje. Hij wordt van school gestuurd, belandt in de gevangenis, zwerft nadien een jaar in Amerika rond, en huwt Nell in 1879. Maar het huwelijk is van meet af tot mislukken gedoemd – zoals ook, na 1891, een tweede huwelijk, met Edith Underwood, waaruit twee zonen voortkomen. Alleen de laatste jaren van zijn leven is Gissing redelijk gelukkig aan de zijde van Gabrielle Fleury, een onafhankelijke Française uit de gegoede burgerij, maar voor de Engelse familie moet de verbintenis verborgen blijven en in Frankrijk speelt het heimwee naar Engeland hem parten. Een longontsteking wordt hem uiteindelijk fataal – bijna een jaar nadat de zegetocht van Henry Ryecroft is begonnen.

De intieme geschriften van Henry Ryecroft is een fictieve autobiografie, dat wil zeggen: Gissing doet het voorkomen of hij postuum de manuscripten publiceert van een collega-schrijver die zijn pen aan de wilgen hing op het moment dat hij onverwacht een lijfrente voor het leven ontving. In werkelijkheid blikt Gissing terug op zijn eigen leven – niet of nauwelijks op de feiten daarvan, maar op stemmingen en gemoedsbewegingen, verwachtingen en teleurstellingen, hoop op liefde en wanhoop om geld. Het resultaat is een fraaie karakterstudie, een portret van een romantisch ingestelde intellectueel, een ‘boekenman’.

Hier en daar is dat portret berustend, tot op het randje van het nihilistische, en voel je de verwantschap met Thomas Hardy, aan wie Gissing af en toe een bezoek bracht. Soms ook is het venijnig en polemisch – op een manier die van invloed moet zijn geweest op Norman Douglas die zijn dwarse autobiografie Terugblik samenstelde aan de hand van de visitekaartjes van vrienden en kennissen. Steeds echter zijn de anekdotes die worden verteld en de inzichten die worden gedebiteerd onderhoudend en uiterst herkenbaar. Ja, alleen al om de manier waarop Gissing zijn omgang met boeken typeert (er uren voor willen lopen, ze niet lenen maar zelf willen hebben), heb ik een grote sympathie voor hem opgevat. En dan is er nog zoveel meer.

Anton Brand

George Gissing – De intieme geschriften van Henry Ryecroft. Vertaald door Geerten Meijsing. De Arbeiderspers, Amsterdam.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden op 14 april 1989.