Soms duurt het even voordat een auteur een lange neus kan trekken naar zijn critici, maar met de lovende recensies die Gerbrand Bakker krijgt voor de vertaling van Juni in de Engelstalige pers, kan de bittere nasmaak van de uiterst lauwe ontvangst van de roman in eigen land eindelijk weggespoeld worden.

Even ter herinnering hoe de Nederlandse critici reageerden. Jeroen Vullings schreef in Vrij Nederland:

Juni leest zo bezien als een uitstapje naar het Nederlands Openlucht-museum in Arnhem, waar het aangenaam toeven is. In welke hedendaagse roman tref je tenslotte nog een bord Bambix aan, een ruw emaillen badkuip, bokkenpootjes, wentel-teefjes, rijstepap met bruine suiker, een ’trilbonkende’ duikplank en een fles met lobbige advocaat? Zulke waar haal je bij eenmanszaak Bakker.

Janet Luis schreef in NRC Handelsblad:

Er blijft niets van over – niets sappigs, niets grappigs, niets ontroerends. Hoeveel stro, stront en West-Friese stuursheid Bakker er ook in heeft gestopt – het drama van het dode meisje wil maar niet tot leven komen.

Karin Overmars schreef in de lokale krant Het Parool:

Het hoge woord moet eruit: Juni is een ontstellend saaie roman. Zonder de boerensetting blijft weinig van het verhaal over, en zelfs die setting heeft weinig verrassends (meer) te bieden. Bomen, hooi, krakende hanenbalken, dat geloven we verder wel. Op de stijl is niets aan te merken, Bakker schrijft voorbeeldige zinnen, maar de spanning is nul.

Daniëlle Serdijn schreef een beschamend kort stuk in de Volkskrant waarin ze het boek ook nog abusievelijk op Texel liet spelen.

Leuke titel, Juni. Associërend ruik je het gras, de liguster, de rozen. En dan gaan we – het lijkt verdorie al vakantie – ook nog naar de eilanden. Texel om precies te zijn. […] Het is van een ongekende wezenloosheid.

De roman, wellicht de mooiste die Bakker geschreven heeft, is collectief kapot gemaakt door deze kritieken. Er waren helaas maar een paar tegenstemmen, zoals hier en hier.

De Duitse vertaling kreeg in 2010 al lovende kritieken. Die Zeit tekende op:

Als meisterliches Kammerspiel auf der Bauernbühne, in subtiler Verschränkung der Figurenperspektiven, ohne Schielen auf aktuelle Trends und manchmal mit leiser Ironie inszeniert Gerbrand Bakker den ländlichen Strukturwandel in den Niederlanden als Comédie humaine unserer Zeit und schreibt so Gegenwartsliteratur im besten Sinne.

En nu de ontvangst aan de andere kant van het kanaal:
The Independent schreef:

Bakker’s novel sends reverberations into its characters’ futures, even as their pasts haunt them. It makes for splendid, illuminating reading.

The Irish Times:

This astonishing novel not only matches the laconic genius of Bakker’s debut, The Twin (2006; translated 2008), which won the 2010 International Dublin Literary Award, it could even surpass it. Bakker has many gifts; a precise prose style, a superb ear for dialogue, dry humour in abundance, and the ability to be profoundly moving without venturing into sentimentality.

En The Guardian:

Bakker is unafraid of stillness, and a master of emotional restraint, and on the small, quiet canvas of June, both of these are very much in evidence.

Wanneer u zich destijds heeft laten misleiden door de Nederlandse critici, luister dan nu eens naar de Engelse.