2001, zanger onbekend – Zo gaat de molen

Op de achtergrond werd de verjaardag van mijn vader gevierd. Toen ik om een uur of negen mijn moeder belde, hoorde ik op de achtergrond de stemmen van mijn broers, zus en schoonzussen. Ik denk dat mijn moeder een plankje vreemde kaas met buitoni-toast op tafel had gezet en dat er voor de feestelijkheid zelfs een fles uit de kelders van Verbunt was opengetrokken. Mijn vader werd 71, maar ik kon er niet bij zijn, omdat mijn zoon die avond werd geboren.

Mijn voorstellen om hem Kees of Jaap te noemen hadden het geen van beide gehaald. Het verzinnen van een naam was maandenlang een vrolijk, vrijblijvend tijdverdrijf geweest met vrienden aan tafel. Maar onder de tl-balken in het Lucas Andreas Ziekenhuis begon de tijd te dringen. Mijn moeder was nooit erg spraakzaam geweest als het over dingen, de voortplanting betreffende ging. Maar ik herinnerde me goed dat ze meer dan eens met bijbelse ernst uit Genesis had geciteerd:

En met smart zult gij baren.

Wat er precies stond en in welke context had ik nooit uitgezocht. Dat heb ik, in alle eerlijkheid, daarnet pas gedaan. En in nog meer eerlijkheid: ik schrok ervan:

Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren.

Omdat Eva er tot op dat moment nog nergens blijk van heeft gegeven een kinderwens te koesteren, durf ik de amateur-theologische conclusie wel aan dat hier staat dat de voortplanting (het krijgen van kinderen en alles wat daaraan vooraf gaat) een straf is van God. En om alles wat eraan vooraf gaat niet te verleidelijk te maken, bouwt de Heere een clausule in, met name gericht op de verdorven appelplukster. Dat niemand denkt dat het allemaal maar een lolletje is.

Het werd, na een extended version van alle voorspelde smarten, een jongetje. We hadden vooraf al besloten onze kinderen niet te stigmatiseren met namen waar ze zich een leven lang voor zouden moeten verontschuldigen. Of met namen die hun perfecte onschuld (Purity!) bij geboorte weerspiegelden, in de wetenschap dat ze dat niveau uiteindelijk toch nooit zouden kunnen ophouden. Het jongetje dat vanuit de couveuse meteen met grote ogen de wereld in zich opnam, een vreemde wereld als je het hem meteen had kunnen vragen, kreeg een naam die dat jaar alleen door ‘Mohammed’ in populariteit werd overtroffen. Zijn broertje werd net iets meer dan twee jaar later in hetzelfde ziekenhuis geboren. En ook hij kreeg een niet onpopulaire bijbelse naam. Wie Leviticus 17:1 zegt, moet ook Leviticus: 2 zeggen.

In The beginning of a great adventure bezingt Lou Reed zijn fantasieën over een zoon of dochter:

‘a little me to fill up with my thoughts / a little me or he or she / to fill up with my dreams / a way of saying life is not a loss’. Dat is nogal wat. Vooral dat ‘to fill up with my dreams’. Wat dat betreft sta ik toch meer aan de kant van Spinvis (volgende aflevering!):

Ik hoop maar dat ze nooit zo droomt als ik.

Lang daarvoor had ik al eens geschreven: ‘ik wil geen vader zijn die zijn kind door de nauwe tunnel van zijn eigen dromen perst.’ Dat klonk nog heel ferm. Maar met ingang van januari 2001 had ik niet meer de luxe van de geboren zijlijnzeiker. Wat ik wilde deed er eigenlijk niet zo veel meer toe. Mijn leven werd geregeerd door de jonge prins die heel goed wist wat hij wou: eten, drinken, droge billen en aandacht. Dingen die niet naadloos aansloten op mijn lapzwanserige levenswandel. Aan de militaire dienst had ik nog weten te ontsnappen. Maar dit was, vanuit het oogpunt van karaktervorming, minstens zo goed: doorwaakte nachten, diepe bezorgdheid, een sociaal leven dat beperkt bleef tot het uitwisselen van tips ’n tricks over het bestrijden van schilferige hoofdhuidjes. Gn sks. Ik kan het iedereen van harte aanraden. (Gn ironie.)

Van de directeur van het gekkenhuis waar ik net ontslag had genomen kreeg ik een cd met Nederlandstalige kinderliedjes: Liedjes van Baboe. Dat was nog zoiets dat in de grote letters van mijn nieuwe contract niet vermeld stond. Van lezen kwam al niet zo veel meer terecht sinds What you may be expecting when your wife is expecting door een bevriend echtpaar op de eettafel was achtergelaten. Maar dat het luisteren naar een muziekstuk dat langer dan 36 seconden duurde ook tot het verleden behoorde, was een onverwacht nadeel dat uiteindelijk toch ook weer z’n spreekwoordelijke voordeel bleek te hebben. Voor mijn zoon zijn eerste woordjes sprak, hebben we samen naar schatting vijfhonderd keer naar Liedjes van Baboe geluisterd. Als je het heel positief bekijkt, kun je zeggen dat dat een manier was ‘to fill him with my dreams’. Woord en gebaar, zang en dans. Hij is nu bijna vijftien. Hij speelt niet onverdienstelijk piano en schreef ergens rond zijn twaalfde een wonderlijke absurde tekst, getiteld ‘het nutteloze protocol’. Van Nederlandstalige muziek moet hij weinig hebben, hoewel ik hem op z’n derde wel succesvol Bolletjes in m’n hol van Holland en Holland heb leren zingen. Ik vrees dat hij eruit gegroeid is, uit het Nederlands, zoals hij op het eind van 2001 ook uit zijn ‘Fryslân boppe’-rompertje was gegroeid.

Op 11 september was ik met hem in een cd-winkel, waar de man achter de kassa vertelde dat er een ongeluk was gebeurd met een van de Twin Towers in New York. Thuisgekomen keken we samen naar de live-uitzending van het NOS-journaal. Ik hoop dat ik hem die dag zijn geliefde Teletubbies niet heb onthouden, maar daar durf ik geen vergif op in te nemen. Als je vader wordt is het (als het goed is) uit met de spielerei. Dan wordt je als vanzelf een soort Louis van Gaal; iemand die ooit zelf juichend achter de bal heeft aangehold maar nu veroordeeld is om met een sacherijnige kop op de bank te zitten en af en toe woedend op te stuiven als iemand iets ten nadele van je lievelingetjes lijkt te willen ondernemen. ‘Your life is fucked’ zei de mannelijke helft van het echtpaar van dat boek met die lange titel, nadat ik hem had verteld dat ik vader zou worden. En misschien had hij daar gelijk in. Maar de geboorte van mijn kinderen stond daar los van. Dat het mijne gefuckt was, betekende niet dat het hunne dat – Osama of geen Osama – ook zou moeten worden. Schone leien. Een groots, nieuw avontuur. Beginnen bij het begin:

Zo gaat de molen, de molen, zo gaat de molen, de mo-ho-len.

Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken, zo gaan de wieken, de wie-hie-ken.

Erik Nieuwenhuis