Als jong knaapje dat overvallen werd door de testosteron had Hans Plomp (1944) het niet makkelijk. Voor de microfoon van Het Viadukt vertelde hij twee weken geleden bij de presentatie van mijn romance Hemel en afscheid over jonge lust in de jaren vijftig het volgende, naar hij mij bezwoer waargebeurde verhaal:

Het was eigenlijk nog net na de oorlog, en we moesten ons behelpen met volstrekt onschuldige foto’s in het als ondeugend bekend staande tijdschrift De Lach. Een foto waar ik mij samen met mijn vriendjes op aftrok, was een afbeelding van een struise schoonschaatskampioene, in spagaat door de lucht zwevend. In haar onderbroekje waren de welvingen van haar maagdelijke hemelpoortje duidelijk zichtbaar. Ik weet niet zeker of de betreffende foto uit De Lach kwam, de lichte welvingen waren wellicht onschuldig genoeg voor de Panorama zelfs. Maar dat er weinig opwindend materiaal voorhanden was voor leergierige smeerpijpjes, is een feit.

We hadden gehoord dat je een vrouw in je macht kreeg als ze je zaad dronk; had ze je sperma eenmaal doorgeslikt, dan deed ze alles wat je wilde. Ons lustobject woonde bij ons in de buurt, dus we bedachten een list om haar in onze macht te krijgen. We kochten een fles bessenjenever – een heldere drank kon natuurlijk niet – en ejaculeerden allemaal in die fles. Voor zover we al ejaculeerden, want we waren nog zo jong dat een aantal van ons nog helemaal niet spoot. We sloten de fles weer goed af, schudden net zo lang tot het er goed uitzag, en togen naar het huis waar zij woonde. We belden aan, en haar moeder deed open – ze woonde nog bij haar ouders, ze was maar een paar jaar ouder dan wij. ‘Dag mevrouw, is uw dochter thuis? We vinden het geweldig zoals ze steeds maar prijzen wint en hebben een cadeautje voor haar.’ Nee, helaas was ze niet thuis, dat was nou jammer, maar haar moeder wilde het presentje wel in ontvangst nemen en later aan haar overhandigen. We gaven haar de fles bessenjenever. ‘O,’ zei de moeder, ‘daarvoor is ze nog een beetje te jong. Maar dank jullie wel, ik denk dat haar vader ervan zal genieten.’

Uit een mail van Hans Plomp:

Eerlijk gezegd weet k niet precies of deze anekdote ergens in mijn “immense oeuvre” is gedrukt. Ik kan t me niet herinneren.

Als je het wilt gebruiken, zou ik het op prijs stellen haar naam (…) te vervangen door “een struise schoonschaatskampioene” in spagaat door de lucht zwevend. Zij leeft nog en stelt het wellicht niet op prijs in verband te worden gebracht met een smoezelige knapenstreek.

Wie na het lezen van deze anekdote denkt dat zoiets alleen kan opkomen in het brein van een man (of jongen), dat het typisch mannelijk is sperma als ingrediënt voor cocktails of gerechten te zien, heeft het bij het verkeerde eind: er zijn wel degelijk vrouwen die dergelijke dissen bereiden, of er toch op zijn minst over fantaseren. Zo nam Marion Bloem in haar roman Mooie meisjesmond (Uitgeverij De Arbeiderspers, Antwerpen/Amsterdam 1997) een aantal recepten-met-zaad op, die hoofdpersoon Milly Roos om de tijd te doden telkens wanneer ze haar vriendje aan het pijpen is verzint voor een door haar te schrijven kookboekje.

Karel ten Haaf