Dwalen tussen heden en verleden

Met de Deense Pouplier (1925-2014) maakte ik voor het eerst kennis door het in 2012 verschenen Tussenspel, een aardige roman over een depressieve journalist die naar IJsland vertrekt om zichzelf te herontdekken. Het boek moest het echter meer hebben van de sfeerbeschrijvingen dan van een sterke verhaallijn of een dwingend plot en het was wel erg gericht op een vrouwelijk lezerspubliek. Misschien dat ik daarom deze tweede Nederlandse vertaling van dezelfde schrijfster in eerste instantie links liet liggen; ik had weinig zin in nog zo’n leeservaring. Dat bleek nogal een miscalculatie, want voor deze oorspronkelijk in 1999 in Denemarken verschenen historische roman tapte Pouplier uit een ander vaatje. En dat leverde een véél betere roman op.

de_zwarte_roosDe roman is gebaseerd op het leven van Fritz Brincker, Poupliers betovergrootvader, die halverwege de negentiende eeuw vanuit Duitsland naar Denemarken verhuisde om een nieuwe wending aan zijn leven te geven. Het door Pouplier gecreëerde romanpersonage ontbeert een interessante stamboom – dé manier om destijds carrière te maken – maar weet desondanks een succesvol bedrijf op te zetten. Daarbij weet hij zich gesteund door Julle, zijn echtgenote van goede komaf. Zij wordt door haar gefortuneerde ouders verstoten als ze beneden haar stand met Fritz trouwt. Het wordt een zeldzaam gelukkig huwelijk en samen stichten ze een kinderrijk gezin. Als Fritz tegen de zeventig loopt, krijgt hij echter knallende ruzie met zijn drie volwassen zoons over de toekomst van het familiebedrijf. Kwaad verlaat hij het huis, waarna hij tijdens zijn wandeling een beroerte krijgt.

Pouplier verweeft heden en verleden vanaf dat moment op een mooie manier. Fritz is half verlamd door de beroerte en is zijn spraakvermogen grotendeels kwijt. Hij kan echter alles om hem heen zien en horen, maar hij kan niet duidelijk maken wat hij wil. Hij glijdt geregeld terug in een soort comateuze toestand, waarbij hij teruggaat naar zijn rijke verleden. Hierin komt goed naar voren met welk doorzettingsvermogen hij dingen voor elkaar krijgt, zowel in zijn liefdesleven als op zakelijk gebied. In het heden moet hij zich lijdzaam laten onderwerpen aan het toenmalige medische gepruts. Zo zijn de scènes waarin hij in een tot kliniek gepromoveerd soort gekkenhuis gruwelijk wordt mishandeld in het kader van een serie zogenaamde therapieën ronduit angstaanjagend. De zon begint weer wat te schijnen met de komst van zijn dochter Caroline, die hem helpt bij het revalidatieproces.

Het is een klein verhaal met een goed tijdsbeeld, geschreven met een prima gevoel voor de toenmalige sociale verhoudingen. Het bevat mooie historische details, maar de auteur schiet hier niet in door, zoals je soms ziet in dit genre. Fraai is ook hoe de vriendschap tussen man en hond een rode draad vormt in het verhaal; als iedereen Fritz voor gek verklaart, lijkt zijn hond als enige beseffen dat er heel wat in hem omgaat. Het enige echte minpunt van De zwarte roos is dat het sentiment af en toe de overhand neemt. Vrijwel alle belangrijke personages zijn stuk voor stuk zo ongelooflijk perfect dat het licht op de zenuwen begint te werken. Fritz blijft bijvoorbeeld maar knap, gespierd en met een dikke bos glanzende haren, zelfs als patiënt en op hogere leeftijd, terwijl Julle superslank blijft, ondanks talrijke bevallingen. Zulke tamelijk Bouquetreeks-achtige beschrijvingen doet enigszins afbreuk aan het verhaal, maar nooit op een dusdanige wijze dat je de neiging hebt het boek weg te leggen. Gelukkig hebben deze blijkbaar perfecte personages uiteindelijk toch hun messcherpe randjes.

Het is vermeldenswaardig dat Poupliers boeken werden vertaald op instigatie van de vertaalster Iris van Bruggen, die erg onder de indruk was van haar werk en er persoonlijk voor zorgde dat ze in de Nederlandse taal verschenen. In het geval van De zwarte roos is dat een aanwinst voor het genre van de toegankelijke historische roman. Lezers van titels als Laten wij aanbidden van Anne-Marie MacDonald of Verloren grond van Murat Isik zullen hiervan in elk geval smullen. En het boek bewijst maar eens dat je een auteur altijd een tweede kans zou moeten geven.

Lucas Zandberg

Birgit Pouplier – De zwarte roos. Vertaald door Iris van Bruggen. Palmslag, Groningen, 288 blz. €17,50.