De graslanden worden opgerold

Redacteuren en uitgevers willen je nog weleens proberen te paaien met een uitspraak als ‘dit boek doet sterk denken aan Boven is het stil van Gerbrand Bakker’. Dat wekt vaak eerder een gevoel op van ‘dat bepaal ik zelf wel’ of zelfs ‘dat zullen we nog weleens zien.’ (Vaak genoeg zorgt het ervoor dat je de tekst na her en der een paar alinea’s gelezen te hebben terzijde legt omdat het gewoon nergens op slaat.) Karig taalgebruik levert ook niet automatisch een beklemmende sfeer op, intens proza. Het met weinig woorden zorgen voor een raakvlak, voor een dwingende ondertoon is misschien wel het allermoeilijkste, komt of van nature of slechts mondjesmaat voor. Na ongekend veel ploeteren bijvoorbeeld.

michiel-loffler-land-wegDe roman Land weg van de in Lotharingen boerende Michiel Löffler heeft een eigen bestaansrecht. Het verhaal op zich heeft niet veel om het lijf, en dat is goed omdat op die manier de focus ligt op de intermenselijke perikelen. Twee broers runnen een boerderij. Een van hen besluit te vertrekken, op weg naar het ‘zevende continent’. Onderweg ontmoet hij een jonge lesbische vrouw met een groene hanenkam. Een no-future type zonder een doel. Ze besluiten samen op te trekken. Zijn ergens tot elkaar veroordeeld. Hij is een soortement Asperger, zij een gevoelsmens.

De tekst begint wat stroperig. Wellicht een vreemde kwalificatie voor de kale, ingehouden taal, maar dat heeft voornamelijk van doen met het wat hakkelende ritme. De lezer mag best aan het werk worden gezet, zelf uitvinden wie er aan het woord is of welke scène aan de orde is, maar daarbij mag de cadans niet uit het oog verloren worden. Na een pagina of zestig opent het boek zich daadwerkelijk.

Het is sterk dat Löffler meestal de tegenwoordige tijd hanteert. Dat zorgt voor een directe betrokkenheid van de lezer, terwijl het tegelijkertijd zorgt voor een afstand die reflectie mogelijk maakt. Een aantal van de flashbacks zijn ook in de tegenwoordige tijd opgetekend. Dat houdt de vaart er dan weer in. Ook omdat het niet als een trucje overkomt.

Löffler wisselt hoofdstukken tussen de ene en de andere broer af, soms zonder waarschuwing, maar dat deert niet. Zoals gezegd mag een lezer zich best even het hoofd breken. Land weg is zeker een consequent boek. Her en der in het detail had een redacteur nog even iets kunnen bijschaven. ‘Het is niet koud, niet warm, niet nat, niet droog. De zon schijnt maar is nog aangenaam en niet te heet […]’ ja, hoe zit het nu? Löffler weet beslist mooie beelden op te roepen. Fijn ingetogen. ‘[…] er zijn dingen die je niet alleen hoort te doen. Je verjaardag vieren, trouwen, de pinken naar buiten doen.’ De schrijver weet van de o zo belangrijke kleine wending en hanteert die ook spaarzaam.

Maar soms wordt een fijn ‘eenvoudige’ vondst – ‘De graslanden worden opgerold’ – dan toch helaas een paar keer gebruikt. (‘Een grasveld ingepakt’ & ‘Hooiland opgerold’) Dat zwakt het beeld af. Löffler weet een goed contrast neer te zetten met betrekking tot de stadse jonge vrouw en de boerse, nuchtere man. Geen wonder gezien zijn woon- en werkplaats. Dit is een boek met een grote potentie, maar op een of andere manier komt het er niet helemaal uit. Terwijl het wel alles heeft: de taal, halfopen zinnen, de twist, het laconieke, een fijne onderliggende humor, goede daadkrachtige scènes ontdaan van tierlantijnen.

Dankzij zijn broer was er weer veel gesprekstof in het dorp. ‘Waarom lach je?’ vraagt ze. ‘Zomaar’, zegt hij. Ook dat zal de ronde doen. Volgens mij is er bij hem een steekje los. Hij doet zo vreemd.

Guus Bauer

Michiel Löffler – Land weg. Marmer, Baarn. 184 blz. € 17,95.