Anoniempje

Sommige auteurs kiezen een pseudoniem om ontdekt te kunnen worden, anderen kiezen een pseudoniem om zich te verschuilen. In Nederland hadden we Hendrik Groen – chroniqueur van het bejaardenleven – die zich verschool achter de naam van zijn hoofdpersoon. Dit jaar kwamen we erachter dat Peter de Smet deze geriatrische humor schreef. De Smet heeft na de openbaring vermeden om talkshowgast te worden, zich te laten interviewen in de krant of om in het openbaar op te treden. Daaraan kun je zien dat hij echt anoniem wilde blijven, want bijna elke auteur snakt ernaar om een glorierijk tv-moment te beleven waarna hij zich tot het einde der dagen kan wentelen in de warme deken van het Bekende Nederlanderschap. Ik vond die boeken van Hendrik Groen vakkundig geschreven maar niet bijster goed. Mijn moeder genoot er echter wel van en sinds ik in de trein een keer tegenover een vrouw zat die hardop moest lachen terwijl ze het boek las, kan ik de auteur alleen maar meer waarderen vanwege het plezier dat hij anderen schenkt. Dat hij de publiciteit mijdt, maakt hem nog sympathieker.

Deze week werd de ware identiteit van succesauteur Elena Ferrante onthuld: het bleek de Napolitaanse vertaalster Anita Raja te zijn. Raja wilde geen publiek figuur worden, ze hoopte dat haar boeken werden beoordeeld op hun eigen merites, niet op de statuur die de schrijver via de media toebedeeld had gekregen. Journalist Claudio Gatti dacht dat hij veel lof zou krijgen voor zijn scoop, omdat de lezers van zijn boeken het recht hadden om te weten wie zij tot een schrijvende superster hadden gemaakt. De meeste lezers reageerden furieus: ze wilden helemaal niet weten wie Ferrante echt is. Gatti kreeg zoveel weerwerk dat hij nu zelf hoopt dat hij anoniem was gebleven.

Het is tijd om zelf ook te gaan mystificeren. Waarom denken jullie dat er negen jaar zit tussen mijn laatste roman en mijn nieuwe roman die in november uitkomt? Hoeveel boeken heb ik in de tussentijd onder een andere naam geschreven? Wie achter mijn pseudoniem komt, krijgt tien procent van de royalty’s.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 8 oktober 2016.