‘Wij heten allemaal jijdaar’

Het zal wel geen toeval zijn; zowat gelijktijdig brengt veelgelauwerd dubbeltalent Joke van Leeuwen een dichtbundel Het moet nog ergens liggen en een beeldverhaal Ergens uit. Die onbestemdheid van het begrip ‘ergens’ verleent van Leeuwen ongetwijfeld nieuwe impulsen om haar eigenzinnige protagonisten nieuwe verten te laten verkennen. Vanuit die confrontatie met het ongewone neemt van Leeuwen veelal de taal als communicatiemiddel op de korrel, waardoor (humoristische) misverstanden ontstaan.

ergens-van-leeuwenVan Leeuwen concipieert haar beeldverhaal Ergens als een interessante mengvorm van stripverhaal en graphic novel. Nergens volgt de auteur de rigide indeling van tekstvakken; integendeel, zowel paginavullende prenten als kleinere vakjes vertellen het wedervaren van een bergbeklimmer ‘die nog nooit een berg had beklommen. Hij wilde het wél graag.’ In die schijnbare paradox, typerend voor van Leeuwens oeuvre, ligt meteen haar fijnzinnige humor besloten. Nog zo’n voorbeeld enkele vakjes later, wanneer de protagonist afscheid neemt van z’n vriendin Hanneke met de belofte om te telefoneren als hij de top bereikt. Hannekes droge repliek: ‘Goed. Dan zeg ik: IK STA NU IN DE GANG als ik dan in de gang sta.’ Of hoe de alledaagse realiteit contrasteert met de ambities van de echtgenoot.

Na een behoorlijk lastige klim bereikt hij de top van de bergketen … om vervolgens weg te waaien met als eindbestemming een bevreemdende nieuwe wereld. Met hun gele plunje lijken alle inwoners inspiratieloze kopieën van elkaar (‘wij heten allemaal jijdaar’), die vanuit een zinloos, maar schijnbaar ingebakken patroon moeten lachen om hun tevredenheid met het maatschappelijk bestel te etaleren. Wanneer twee figuurtjes de bergbeklimmer ontmoeten, wordt dit pijnlijk duidelijk:

ik heb hem aangeraakt
nu wordt alles anders

waarom zeg je dat?!
alles is goed zoals het is

Van Leeuwens subtiele kritiek op de (gevolgen van) indoctrinatie beklijft vanuit de zogenaamd grappige dialogen, die in hun naïeve eenvoud een schrijnende realiteit onthullen. De link met totalitaire regimes, en het communisme in het bijzonder, is nooit veraf. Vanuit de abrupte, maar ook verrassende confrontatie met het ongewone ontstaat een kritische blik, waarbij het nieuwe niet noodzakelijk wordt afgewezen. De twee inwoners, tot dan toe elkaars spiegelbeelden, evolueren tot antipoden wanneer één van hen bereid blijkt om de bergbeklimmer zonder voorbehoud te leren kennen. Hij wordt daarin afgeremd door zijn conservatieve partner, maar het zaadje van de twijfel is dan al gezaaid, waardoor een interessant en voor het verhaal zeker relevant spanningsveld ontstaat. Niet toevallig wordt onze bergbeklimmer met zijn lampje voor een helder schijnende ster aanzien… In tegenstelling tot de ‘gele massa’ – met de karakteristieke grote neus van van Leeuwens personages – heeft de bergbeklimmer meer menselijke eigenschappen, al kan hij niet zomaar als representant van ‘de mens’ aanzien worden.

De bergbeklimmer wil deze voor hem beperkende wereld zo snel mogelijk weer verlaten, al laat hij voor de twee bewoners nog een kleine gift achter. Vanuit de ontmoeting met de ander zijn duidelijk wederzijdse sporen – hoe klein ook – blijven hangen. Of het voldoende zal zijn om de maatschappelijke situatie blijvend te veranderen, laat van Leeuwen terecht in het midden.

Ergens reveleert alweer een geheel andere zijde van van Leeuwens talent. Het met symboliek beladen beeldverhaal brengt maatschappijkritiek zonder opdringerig te willen zijn of het enig goede maatschappelijk bestel te promoten. Integendeel, vanuit een onverwachte ontmoeting ontstaat een realistisch en beklijvend beeld van het onbekende, waaraan van Leeuwens bij momenten vileine humor en eenvoud in taal en stijl onmiskenbaar bijdragen. Een uitdagend beeldverhaal, dat weer nieuwe facetten van van Leeuwens multi-talent etaleert.

Jürgen Peeters

Joke van Leeuwen – Ergens. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 56 blz. € 15.99.