F. Starik las bij het VPRO-radioprogramma Nooit meer slapen een column voor waarin hij inging op de volstrekte stilte rondom de benoeming van de nieuwe Dichter des Vaderlands. Starik denkt te weten wie het wordt en als die niet wordt dan heeft Starik vannacht zichzelf een slechte belofte gedaan. Hier zijn tekst:

Vrijdag. Er hangt een beklemmende stilte in het land. Over twee weken treedt dichter des vaderslands Anne Vegter terug als dichter des vaderlands en wordt er –dus- een opvolger benoemd. Doorgaans gaat zo’n benoeming gepaard met weken – zoniet maandenlange speculaties over wie dat zal zijn. Kandidaten roeren zich, anderen kondigen met veel aplomb aan absoluut niet beschikbaar te zijn, beschouwers stellen lijsten op met kanshebbers, kortom: er ontstaat een gekakel van jewelste rondom de voornaamste functie die er in dichtersland te vergeven valt.

Voor dichters zijn er nauwelijks carrièreperspectieven, je kunt als dichter hooguit hopen op een beurs om je bundels te kunnen schrijven, je kunt ’s nachts op de radio columns voorlezen, je kunt hopen een van de talloze prijzen te winnen die er te vergeven zijn, prijzen, waaraan doorgaans teleurstellende bedragen verbonden zijn, alsmede foeilelijke sculpturen, die je voor de foto omhoog moet houden, je zult je leven lang gedwongen zijn stad en land af te reizen om op te treden, als een soort kermisattractie op festivals, congressen en bij evenementen je woord te verspreiden, je kunt nog eens benoemd worden tot dorps- streek- of stadsdichter, waarmee je – gedurende die periode – ook een aardig kostje bij elkaar kunt schnabbelen, en eens per vier jaar kun je dus geroepen worden om het hoogste ambt te bekleden, dat van dichter des vaderlands.

Waarom is het zo stil? Waarschijnlijk omdat niemand eraan twijfelt wie de titel de komende jaren zal dragen, omdat er op dit moment maar één kandidaat is die met kop en schouders boven het maaiveld uitsteekt, hij, wiens naam ik niet eens hoef te noemen en u weet al wie ik bedoel – en mocht ik blijken het mis te hebben dan eet ik al zijn haar op, en ik zal daar een stevige maaltijd aan hebben.