Het leven is als een rubikskubus

Eens in de zoveel tijd klinkt de roep om meer straatrumoer in de Nederlandse letteren. Met de debuutroman De verstekeling van Henri Lambert wordt aan die roep voldaan. Meteen al op de eerste bladzijde is het al raak. Er is sprake van een explosie in de metro vlakbij het Centraal Station en er zijn honderddrieënzestig slachtoffers te betreuren. Het moslimterrorisme heeft eindelijk de hoofdstad bereikt, al werd dit thema eerder ook door Leon de Winter (VSV) en Th. van Os te (Zelf bommen leggen) boek gesteld.

De rest van de roman is een weergave van het leven van de van oorsprong Marokkaanse jongen Karim in de aanloop naar de explosie. Wat hij er precies mee te maken heeft, is in het begin nog onduidelijk. Helaas weet Lambert van dit gegeven niet iets spannends te maken. Dat Karim in handen valt van jihadisten is ook niet zo geloofwaardig. Een verbroken relatie, een stagnerende studie en de ontmoeting met de complotdenker Hugo – waar een volstrekt overbodige reis naar Berlijn voor gemaakt wordt in de roman – zorgen voor de eerste veranderingen in het denken van Karim. Als hij op zoek gaat naar Amir, een jeugdvriend van wie de ouders denken dat hij naar Syrië is afgereisd, komt hij in contact met de ‘Kalief’ die vanuit een koffiehuis moslimextremisten aanstuurt. De vraag voor Karim lijkt aanvankelijk nog te zijn of zijn afkeer van het extremisme groter is dan de wil om zijn vriend te redden. Later blijk het geen morele vraag te zijn, maar wordt hij door geweld gedwongen om keuzes te maken.

Helaas blijven alle karakters binnen het boek vrij plat en is alles in een gruwelijk clichématig Nederlands opgeschreven (‘De grijns ontblootte zijn perfecte gebit.’ ‘In mijn borstkas groeide een bel die zich met verdriet volzoog.’) Ronduit lachwekkend zijn de mallotige vergelijkingen: ‘De gedachte achter de diefstal was waarschijnlijk zo diepgravend als een plastic zandschepje.’ Wat te denken van: ‘Iedereen deed lichtelijk verveeld, blasé, alsof je vermaken hetzelfde was als heel hard schreeuwen dat je een soa had.’ En ook deze tegelwijsheid mag er zijn: ‘Ik herinner me nog dat ik dacht: het leven is als een rubikskubus: als je er niet te veel aan zit, kom je altijd makkelijk tot de oplossing.’ Het was op zich een loffelijk streven om een actueel thema te fictionaliseren, maar deze poging wordt gesmoord door een ontoereikend taalvermogen van de auteur.

Coen Peppelenbos

Henri Lambert – De verstekeling. De Arbeiderspers, Amsterdam. 208 blz. € 17,99.

Deze recensie stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 10 februari 2017.