In een wat hybride in elkaar geflanst stuk voor NRC Handelsblad waarin vooral veel mannelijke schrijvers behandeld worden, betoogt Herman Stevens dat mannen best wel eens meer boeken van vrouwen mogen lezen. En passant krijgt Ilja Leonard Pfeijffer een sneer en wordt hij ingedeeld bij de schrijvers die ‘Mannelijke Achterhoedegevechten’ voert, blijkens zijn ‘woede dat de Leidse leerstoel Grieks nu door een vrouw wordt ingenomen (Brieven uit Genua), of zijn weigering, in deze krant, om Jessica Durlacher een schrijver te noemen. Voor hem is ze ‘de dochter van een schrijver’, want iedereen weet toch dat vrouwen niet kunnen schrijven?’
Nu heeft Pfeijffer bij mijn weten nooit gezegd dat vrouwen niet kunnen schrijven, dus die conclusie van Stevens is een retorische truc.

Op het eind van zijn stuk komt Herman Stevens eindelijk met een rijtje namen op de proppen van vrouwen:

Niña Weijers, Nina Polak, Hanna Bervoets, Bregje Hofstede, en nog een paar schrijfsters die hun eigen stem laten horen, over zo’n breed front dat niemand het ooit nog kan hebben over vrouwelijke wissewasjes. Je kunt de rest van je leven alleen vrouwen lezen en je geen dag vervelen.

Misschien is het ook nog leuk om het laatste telwerkje van de Lezeres des Vaderlands erbij te nemen. Die heeft berekend dat NRC Handelsblad vorig jaar 642 boeken van mannen besprak en slechts 232 van vrouwen.

Lees het stuk van Herman Stevens hier.

(afbeelding via Flickr Commons)