Boze brieven van een wereldverbeteraar

Samuel werkt bij een communicatiebureau, waar hij weinig waardering krijgt van zijn leidinggevende en zijn collega’s. Hij wordt hooguit getolereerd. Hij is daar zelf mede debet aan door zijn in zichzelf gekeerde gedrag en lakse werkhouding, maar de top-downstructuur en de treiterige sfeer op de werkvloer – je zou bijna kunnen spreken van pesten – doen hem allesbehalve goed. Het bureau wordt geleid door ene Hendrik Jan, het type vlotte manager van wie je geen last hebt als je hem naar de mond praat en met wie je onherroepelijk zult botsen als je sociaal onhandig bent. Helaas voor Samuel valt hij in de laatste categorie. Dat wordt verergerd door de komst van een nieuwe collega, die al op zijn eerste werkdag begrijpt hoe hij zich wél moet gedragen om carrière te maken in het bedrijf. Bij Samuel roept dit veel weerstand op.

Samuels privéleven is weinig jaloersmakend; sprake van een sociaal leven is er amper. Hij is vooral bezig met het verspreiden van zijn eigen, tamelijk zwalkende boodschappen aan de rest van Nederland. Tijdens zijn werk schrijft hij in zijn rol van zogenaamd maatschappijkritische, betrokken burger steeds slechter wordende opiniestukken en ingezonden stukken naar dé kwaliteitskrant van Nederland. Alles en iedereen – politiek correcte media, Leidsche alumni, journalisten die te weinig over verliezende voetballers schrijven – krijgt er genadeloos van langs. In zijn brieven toont hij echter vooral zijn talent om mensen, in dit geval de redactie, tegen zich in het harnas te jagen:

Goed begin is het afdrukken van deze brief, maar dat durft u waarschijnlijk weer niet. Ik zeg u dit: al is uw minachting voor gewone burgers nog zo groot, de democratie krijgt u toch wel klein! Het tij keert zich tegen u, dus wie is hier nou de verliezer?

Blijkens de achterflap werkt De Jong als opinieredacteur bij NRC Handelsblad en de roman geeft een aardig beeld van de brieven die men daar blijkbaar ontvangt. Samuels tirades worden doorgaans niet gepubliceerd, maar vormen het komische hoogtepunt van de roman, zelfs zodanig dat je ze gaat missen als Samuel verder radicaliseert en uiteindelijk volledig ontspoort. Ze laten zien hoe hij steeds meer de grip kwijtraakt op de realiteit of – beter gezegd – zíjn beleving van de realiteit.

In Bezorgde burgers schetst De Jong een akelig realistisch beeld van de gekmakende mechanismen op de werkvloer. Het komt nauwelijks als een verrassing als Samuel volledig doorslaat tijdens een onderhoud over zijn functioneren, waaraan de nodige dossiervorming te pas komt, zodanig dat hij moet worden opgenomen in een kliniek. Zodra hij zich in die kliniek bevindt, wil hij echter dolgraag terug naar de maatschappij die hij zo verafschuwt. De manier waarop hij hier uiteindelijk in slaagt, mag gerust geniaal worden genoemd.

Het levert een vermakelijk, bij vlagen hilarisch verhaal op, waarin een treffend beeld wordt geschetst van hoe een doorsneeman volledig kan ontsporen. Dat het soms allemaal wel erg breed uitgesponnen is, doet daaraan weinig afbreuk. Verontrustend is dat Samuel consequent kritiek blijft leveren op de hedendaagse maatschappij, die zelfs in zijn allerergste momenten van waanzin benauwend gefundeerd op de lezer overkomt. Een boek dat nog lange tijd door je hoofd blijft spoken nadat je de laatste bladzijde hebt dichtgeslagen.

Lucas Zandberg

Steven de Jong – Bezorgde burgers. Lebowski, Amsterdam, 300 blz. €19,99.