Leeftijdnijd

Lange tijd dacht ik dat er ooit een moment zou komen waarbij ik in het laatste half uur van de finale om het wereldkampioenschap, terwijl we tegen een achterstand van 2-0 aankeken, door de bondscoach van de tribune geplukt zou worden en na een bloedstollende inhaalrace door mijn hattrick, met de laatste goal één minuut in blessuretijd, alsnog de felbegeerde cup in handen kregen. Dat is nooit in het echt gebeurd (ik zeg het er maar even bij). De kans dat het ooit nog zal gebeuren is gering. Niet alleen omdat ik nooit naar interlands ga, maar ook omdat mijn voetbalcarrière zich beperkt heeft tot een avondje meelopen bij een training van S.V. Raalte. Als je daarbovenop ziet dat zelfs de oudste scheidsrechter op de velden inmiddels jonger is dan jij bent, dan is de statistische kans op jouw Sjakie met de Wondersloffen-moment redelijk onmeetbaar.

In de literatuur speelt leeftijd een minder grote rol. Toch overkwam me een moment van leeftijdnijd toen ik zag dat Ellen Deckwitz gastschrijver zou worden bij de universiteit in Groningen. Ik had de eerste schreden van Deckwitz gezien op het dichterspodium bij de Dichtclub waar ik ook lid van was en daarna zag ik haar ster rijzen als dichter. Ze verhuisde naar Utrecht en daarna naar Amsterdam. Ze schoof aan bij talkshows, deed mee aan De Slimste Mens en won de Nationale Bijbelkwis, ze kreeg een column in NRC Handelsblad en trad door het hele land op. Toch dacht ik kleinzielig: waarom zij wel? Ze komt pas net kijken.

Afgelopen maandag werd zij geïnterviewd door Bram Douwes in de aula van de universiteit en ik kreeg alweer leeftijdnijd, want ik interviewde toch ook weleens een schrijver. Waarom vroegen ze mij niet? Na vijf minuten was alle collegiale afgunst verdwenen. Douwes, studiegenoot van Deckwitz, ondervroeg haar met kennis van zaken, flair en humor en je vroeg je af waarom hij geen dagelijkse talkshow heeft. Ellen Deckwitz vertelde ontwapenend over haar studietijd waarbij ze honderden dichtbundels naar haar kamer sleepte, haar liefde voor de poëzie en het keiharde literaire bedrijf. Ik heb anderhalf uur genoten!

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 30 september 2017.