Pedo-buddy

Reclassering Nederland
Postbus 8215
3503 RE Utrecht

Betreft: We zoeken pedo-buddy’s voor het COSA-programma (‘Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid’)

Beste Sjef van Gennip,

Bij deze meld ik mij aan als vrijwilliger in uw buddyprogramma om pedo’s te helpen met hun re-integratie in de samenleving. Het buddyprogramma COSA ( ‘Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid’) is ontworpen om te voorkomen dat de pedoseksueel in een isolement raakt.
Het viel me op dat de meeste buddy’s in COSA van kerkelijke huize zijn (ik las dit terug op de site van Centraal Bureau voor Statistiek). Vindt u dat niet verdacht? Misschien ben ik wat argwanend, maar ik denk dan meteen aan alle zedendelicten die de afgelopen tijd binnen de Katholieke kerk aan het licht zijn gekomen. Zouden deze vrijwilligers zich aanmelden uit een vreemd soort schuldgevoel? Daar moeten we denk ik wel rekening mee houden.

Het is mijn bedoeling om op een alternatieve wijze invulling te geven aan het buddyschap. In tegenstelling tot de meeste vrijwilligers die allemaal boven de vijftig zijn, ben ik relatief jong en toch oud genoeg om mijn mannetje te staan. Bovendien ben ik geen buddy uit naastenliefde of schuldgevoel, maar een buddy uit nieuwsgierigheid en enthousiasme. Een nieuwsgierige buddy is de meest betrokken buddy die men zich kan wensen.

Hoe graag ik het ook had gewild, de buddy mag geen uniform dragen als hij met de zedendelinquent naar de bioscoop gaat. Een blauw jasje met zilveren knopen en een grote pet met insigne, had me wel wat geleken. Uw voorlichtingsadviseur heeft me er op gewezen dat zo’n uniform onnodig veel aandacht zou trekken van medeburgers. Daar heeft hij gelijk in. Burgers zijn vaak het grootste obstakel bij inburgeringsprocessen. Denk maar aan Benno L. die in Leiden mocht wonen. Er hadden zich wel veertig buddy’s aangemeld om te voorkomen dat Benno L. in een isolement zou geraken en wellicht een terugval zou beleven. Isolement of terugval was bij Benno L. het probleem niet. De boze burger wel. Iedere dag verzamelden deze zich een massa voor zijn flat. Benno L. moest kapot. Dat moet voorkomen worden. Ik wil buddy worden om het volk op afstand te houden.
Als het volk namelijk eenmaal bloed heeft geproefd, breekt vroeg of laat de revolutie uit.

In de Volkskrant van afgelopen weekend las ik een interview met Charlotte Mutsaers over haar broer Barend die altijd zei dat hij het heel druk had en Charlotte en haar zus daarom bijna nooit kon ontvangen. Werken betekende voor hem vooral masturberen, vertelde Charlotte, en wat dat betreft was Barend haast overwerkt. Hij deed bijna niet anders. Een grote boekenkist die nog heeft toebehoord aan Hugo de Groot, was gevuld met een enorme collectie porno video’s waaronder ook kinderporno. Barend werd dood aangetroffen op zijn bed met een gloednieuw pyjamajasje aan zonder broek. Hij is in het harnas gestorven, zullen we maar zeggen. Ik noem dit interview omdat ik door Charlotte een belangrijk inzicht heb gekregen en die is als volgt: Als ik met de pedo naar de dierentuin ga of naar de bioscoop dan houdt ik hem in essentie van zijn werk. Zo zal hij dat voelen.

Zoals de leeuwentemmer bemiddelt tussen roofdier en publiek, zo bemiddelt de buddy tussen pedo en maatschappij. Diplomatie, de wil om de ander te manipuleren, is alleen effectief als daar de reële dreiging van oorlog tegenover staat. Geen diplomatie zonder leger. Als ik de zedendelinquent op speelse wijze corrigeer zal dat met een politiemacht in het achterhoofd zijn. Al zullen we allebei net doen alsof die politie er niet is, alsof alleen wij twee er toe doen.

In iedere relatie spelen macht en manipulatie een cruciale rol. Tussen volwassenen, ouders en kinderen, tussen leraar en scholier. Het spel heet soms liefde, dan weer naastenliefde of betrokkenheid, of overdracht van kennis. Tussen mij en de zedendelinquent zal liefde zijn, of nieuwsgierigheid, maar nieuwsgierigheid naar de ander is in feite hetzelfde als liefde. Aan naastenliefde heb ik zoals gezegd een broertje dood, dat is namelijk liefde voor God en dus in essentie vooral eigenliefde.

De belangrijkste taak van de buddy is de pedo weer wat zelfvertrouwen te geven. Hij moet weten dat er een roofdier in hem huist en hij moet beseffen dat het getemd dient te worden. ‘Je bent geen uitzondering,’ zou ik tegen hem willen zeggen, ‘in ieder van ons leeft een roofdier dat we onder de duim moeten houden. Laten we nu, ter ontspanning naar Michael Jackson luisteren.’

Het zou goed zijn om, eventueel met de andere vrijwilligers, samen een leesclubje Plato te beginnen. Plato is weer helemaal terug en ik denk dat het goed is, niet alleen voor Pedo’s, om zijn ideeën opnieuw te bestuderen in relatie tot de samenleving waarin wij leven. We zouden bijvoorbeeld kunnen lezen over de ontmoeting tussen de schone jongeling Faidros met Socrates. Op een mooie dag in de lommer van een Plataan en in de buurt van een heiligdom gewijd aan de God van de Noordenwind, legt Socrates de schone jongeling uit hoe pijnlijk het kan zijn als de verliefde ziel naar grote hoogtes probeert te vliegen.

‘Vergelijk het met het gevoel toen je tanden kreeg: wanneer een tand doorkomt, heb je jeuk en pijn aan het tandvlees. Een ziel waarbij de veren beginnen te groeien, voelt ook zoiets: het kolkt, het kookt en het kriebelt als de veren gaan groeien. Wanneer de ziel nu naar de schoonheid van de jongen kijkt en de stromen die daarvandaan komen opvangt – we noemen die daarom verliefde dromen – en ze zo bevochtigd en verwarmd wordt, is ze gelukkig en valt pijn haar licht. Maar wanneer ze van hem gescheiden is en ze verdroogt, dan drogen ook de mondingen van de kanaaltjes op waaruit de veren moeten komen. Ze verschrompelen dan en sluiten de veerwortels af. Die zijn samen met het verlangen opgesloten en bonzen als een slagader. Ze prikkelen allemaal het tegenoverliggende kanaaltje, waardoor heel de ziel rondom wordt gestoken en wild wordt van de pijn, tot ze zich weer gelukkig voelt door de herinnering aan de mooie jongen.’

U zult wellicht denken dat het geen goed idee is om de oude Grieken op te voeren, vanwege hun voorliefde voor jongelingen. Maar het is juist een manier om aan te geven dat maatschappijen veranderen. Genezing van de pedo is onmogelijk, het verlangen zal blijven kloppen als een onderhuidse slagader.
Hoe kunnen we dit verlangen kanaliseren? Plato zelf was een groot tegenstander van sodomie tussen de oudere leermeester en de jonge leerling. Het moest wat hem betreft bij een poëtisch verlangen blijven.

Moet kinderporno kunnen, zoals dat in de tijd van Barend, de broer van Charlotte Mutsaers, nog kon? Nee, natuurlijk niet, we hoeven niet alles uit de jaren zeventig over te nemen. Misschien is er iets te zeggen voor een animatiefilm voorgeschreven op doktersrecept. Als Griekse buddy zou ik daar overigens niet voor pleiten. Laten we het vooral poëtisch houden onder de lommer van een plataan. En waarom zijn er eigenlijk geen heiligdommen meer gewijd aan de God van de Noordenwind?

In plaats van een freak moet de pedo zichzelf gaan zien als een oude Griek, geboren in het verkeerde tijdperk. We kunnen in dat kader ook Woody Allen-films gaan kijken. Daarin zien we dikwijls figuren die zich ook geen raad weten in de huidige maatschappij. ‘Het leven is aanprutsen,’ zou ik tegen de pedofiel willen zeggen, ‘maar wel aanprutsen binnen de getekende lijnen van het maatschappelijk aanvaardbare. En die lijnen worden bewaakt door de leeuwentemmer zonder zweep.’

Hopelijk heb ik u kunnen overtuigen van mijn meerwaarde. Ik kijk uit naar de pedo-buddy spoedcursus bij reclassering Nederland.

Hartelijke groeten,
Bram

P.S.: Er zat ook een aardige vrijwilligersvergoeding aan vast, begreep ik. Hoeveel is dat precies?

(Afbeelding: https://www.pexels.com/photo/male-statue-163938/)