Graham Greene in Praag

Waar is een historische spionage-thriller beter op zijn plaats dan in het Wenen van 1948, waar de vier bezettingsmachten de stad na afloop van de Tweede Wereldoorlog opdeelden: de Sovjetzone en de Franse, Britse en Amerikaanse. Wenen werd een gedrocht met sectorgrenzen, districtenstelsels en heel veel wantrouwen en verraad; het is de ideale omstandigheid voor de Britse (scenario)schrijver Graham Greene om aan zijn nieuwe novelle en daarop geïnspireerde speelfilm te werken, The Third Man.

Greene komt niet alleen. Hij krijgt gezelschap van mevrouw Montagu, die naast actrice, voor de buitenwacht, natuurlijk ook het nodige spionagewerk voor haar rekening neemt. Klassiek is de scene waarin Montagu in de hotelkamer van Greene rondneust en zich moet verstoppen voor nog een nieuwsgierige indringer. Vanachter een gordijn denkt ze er het hare van. Zo zit het album vol degelijke, beetje gedateerde spionage-scènes.

De grote lijn van het verhaal gaat over wie met wie samenspant, en waarom. Het duurt even voordat de lezer doorheeft wie de echte bad guys zijn, om uiteindelijk te ontdekken dat de complexe situatie ter plaatse lang niet zwart wit is. Alles haakt ingenieus in elkaar. Gelukkig maar: het verhaal is sterk en beloont de oplettende lezer.

Het gestileerde potloodwerk van Miles Hyman past goed bij het verhaal dat speelt in de late jaren veertig. De pakken, mantels, interieurs en het straatbeeld ademen de sfeer van de naoorlogse tijd. Het is rood-bruin, grauw en gedempt van kleur, alsof het licht nog op de bon was. Daarbij speelt een groot deel van het verhaal zich af in de vergane chique van hotellobby’s, bordelen, tussen de coulissen van de opera en zelfs het in uitgebreide riolenstelsel van de Oostenrijkse hoofdstad; niet de meest kleurrijke en uitbundige entourage.
De mannen dragen hun haar in een strak naar achteren gekamde snit, in vergelijkbare pakken met dito overjassen. Dat zorgt ervoor dat je even alert moet zijn op details: soms herken je de heren alleen aan hun stropdas of sjaal.

Bijzonder is de vertelstem van het verhaal. Scenarist Jean-Luc Fromental gebruikt zeker aan het begin van het verhaal veel vierkante tekstkaders, waarin de situatie verklarend wordt verteld door Montagu. Dat is doorgaans stijf en afstandelijk, maar in De Praagse coup draagt het juist bij aan de sfeer en toonzetting van de vertelling. Het wordt er spannender van: ze kan vrijuit over geruchten spreken, mogelijke geheimen benoemen en de lezer alvast op het spoor van deze of gene brengen.

Er wordt geschoten, het een en ander opgehelderd, zwijggeld betaald en aan het slot van het verhaal zien we het filmaffiche van The Third Man. Met een ronkend citaat van Joseph Conrad over corruptie sluit het boek. Greene heeft zijn verhaal en daar is wat voor nodig geweest.

Stefan Nieuwenhuis

Miles Hyman & Jean-Luc Fromental – De Praagse coup. Dupuis. Hardcover 96 blz. € 19,95.