Jan Cremer mocht vorige week in De Wereld Draait Door komen vertellen over zijn nieuwe roman Sirenen. De roman is gebaseerd op de liefdesbrieven van Loesje Hamel, ‘zijn grote liefde’ vertelde Cremer in de uitzending.

Cremer raakte ontroerd toen hij één van de brieven in de uitzending voorlas. Schrijver Hans Vervoort plaatste op zijn Facebook-pagina vraagtekens bij de oprechtheid van Cremer.

Hij begin zijn betoog al volgt:

Al zappend zag ik Jan Cremer bij DWDD en begreep dat zijn redactrice bij de Bezige Bij hem gevraagd had nu eens een liefdesverhaal te schrijven in plaats van weer eens een alfa-male tekst. (…) Maar toen herinnerde hij zich ineens dat hij in een kist nog een pak brieven van een vroege vlam had liggen, Loesje Hamel. (…) En ja hoor. “Daar moet je over schrijven,” had ze gezegd en toen hij eenmaal haar brieven las had Jan tranen met tuiten moeten huilen. (…) Hij is zelf inmiddels aardig op weg (77 jaar), maar Loesje Hamel stopte ermee toen ze 35 jaar was. Kanker. En nu, dankzij de redactrice van de Bezige Bij, heeft Jan gepubliceerd over hun Grote Liefde. Mag dat eigenlijk wel, vroeg ik me al kijkend af, emotionele en intieme brieven van een ander publiceren? Zou Loes dat wel prettig gevonden hebben?

Vervoort doet uit de doeken wie Hamel eigenlijk was. Hij schrijft:

Loes Hamel had – behalve een knipperlichtrelatie met Jan Cremer gedurende enkele jaren – een boeiend en overvol bestaan in de korte tijd die haar gegeven was. Geboren in 1938 in Andijk (NH) als Loes Blokker volgde ze in Amsterdam een verpleegstersopleiding. Haar avonden bracht ze door in Amsterdamse dancings, waar ze in 1959 Jan Cremer ontmoette. (…) In 1968 trouwde ze met de sieradenontwerper Michael Clyde Whelden. Met hem leidde zij een hippiebestaan en reisde naar India. In de jaren daarna woonden ze met Michael in een verbouwde boerderij achter het huis van haar ouders.

Volgens Vervoort heeft Cremer helemaal niet zo aardig over Hamel geschreven. Hij haalt hierbij een tekst van Simon Vinkenoog aan:

Simon Vinkenoog maakte zich in zijn Notities gemaakt bij het lezen van de Jan Cremer Documentaire, samengesteld door Hans Dütting, kwaad over een opmerking van Jan die op 22 maart ’68 in New York City, USA aan zijn kunstbroeder Gerard Kornelis schreef: “Een vriendinnetje van mij, je kent haar wel: Loesje-uit-de-polder (weet je trouwens dat die helemaal maf geworden is, hip enzo met kralen kettingen en psychedelisch maandverband zit ze bij haar moeder op zolder in Andijk marihuana te roken met een Amerikaanse niksnut, zelfs de koeien schijnen stoned rond te lopen, met glazige ogen enzo) (…).”

Vinkenoog schreef volgens Vervoort ook:

“Over Loes Blokker (1938-1974, onder de naam Loes Hamel in dit boek aan te treffen) op deze manier schrijven, is zo’n onvergeeflijk domme, onbarmhartige uitlating dat het me pijn doet. Deze buitengewone vrouw (…) was allerminst ‘maf’, maar buitengewoon talentvol, met een prachtige stem – ze zong samen met Ramses Shaffy in de kleine Nestheatershows al in de jaren vijftig en beleefde een glanzende carriere als fotomodel, en bovenal een en al onbaatzuchtige liefde. (..)”

Het betoog van Vervoort eindigt overduidelijk met een sneer naar Cremer:

Vinkenoog is intussen ook al overleden en kan Jan Cremer dus niet meer wijzen op de tegenstelling tussen wat hij ooit schreef over Loesje, en het liefdesboek dat hij nu over haar maakte.
“Wat heeft die vrouw van jou gehouden,” zei Matthijs van Nieuwkerk aan het slot van het gesprek in DWDD. Jan knikte. Hij kon zich haar passie voor hem goed voorstellen.